Commentaar van art. 397, WIB 92

I. WETTEKST

397/0

II. ALGEMEEN

397/1-3

I. WETTEKST

Nummer 397/0

Art. 397. - De administratie of de instelling belast met het beheer van een goed van de Staat is verantwoordelijk voor de betaling van de onroerende voorheffing die op dat goed betrekking heeft.

II. ALGEMEEN

Nummer 397/1

Deze bepaling ontheft de Staat als eigenaar van het goed, niet van zijn hoedanigheid van belastingschuldige van de OV (zie commentaar op art. 251, WIB 92), maar aangezien de Staat slechts door middel van zijn organen kan handelen, duidt zij enkel de administratie of de instelling aan die gehouden is tot het betalen van de OV die op een produktief domeingoed betrekking heeft.

Nummer 397/2

De aanslagen OV betreffende produktieve domeingoederen beheerd door een Staatsadministratie worden nochtans aangezuiverd bij aanneming in onwaarde door middel van opgaven 180 A. De begroting van het Ministerie van Financiën draagt dus de last, niet alleen van de hoofdsom, maar ook van de opcentiemen gevestigd ten voordele van de provincies, de gemeenten en, in voorkomend geval, de Brusselse agglomeratie.

Nummer 397/3

Daarentegen wordt de betaling van de OV (opcentiemen inbegrepen) gevorderd van het organisme dat de produktieve Staatsgoederen beheert - organisme dat trouwens de eventuele inkomsten ervan opstrijkt en dat verantwoordelijk is voor die betaling - wanneer dit beheersorgaan een autonome openbare instelling is (eventueel een regie) waarvan de inkomsten en de werkingskosten niet in de algemene Staatsbegroting vervat zijn.