Parlementaire vraag nr. 107 van de heer Van de Velde van 14.01.2009
Parlementaire vraag nr. 107 van de heer Van de Velde dd 14.01.2009
Personenbelasting
Vennootschapsbelasting
Belasting over de toegevoegde waarde
Beroepskosten
Voorwaarde van aftrekbaarheid van de beroepskosten
VRAAG
Regelmatig worden zelfstandigen en bedrijven, die omwille van hun activiteiten op de consumentenmarkt dagelijks aanzienlijke sommen cash ontvangen, slachtoffer van diefstal, al dan niet met braak en/of geweld. Zo komt het voor dat de kluis waarin de dagontvangsten worden opgeborgen in afwachting van storting op een bankrekening, volledig wordt ontvreemd door de daders.
1. Kan u meedelen hoe de fiscale behandeling verloopt van diefstal van geldsommen, gepleegd bij zelfstandigen en/of rechtspersonen, al dan niet met braak of geweld?
2. Wat zijn de eventuele voorwaarden en nadere regels om de ontvreemde sommen in mindering te kunnen brengen van de inkomsten in het kader van de inkomstenbelasting?
3. Wat zijn de eventuele voorwaarden en nadere regels om het gedeelte van de ontvreemde sommen dat bestaat uit ontvangen btw, in mindering te kunnen brengen in het kader van de btw-aangifte?
ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen)
Vragen 1 en 2
De verliezen die voortspruiten uit diefstal van geld uit het beroepspatrimonium van de belastingplichtige zijn aftrekbaar als beroepskosten. Zij mogen slechts worden afgetrokken zodra ze een zeker en vaststaand karakter hebben verkregen en de echtheid en het bedrag ervan overeenkomstig artikel 49, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 door middel van bewijsstukken is verantwoord.
Overeenkomstig nr. 52/215 van de administratieve commentaar op het voormelde Wetboek (Com.IB 92) is het verlies dat voortspruit uit de diefstal van een som geld, gepleegd in de privé-woning van de belastingplichtige, daarentegen niet als beroepskosten aftrekbaar wanneer de omstandigheden niet uitwijzen dat die som in de zaak geïnvesteerde fondsen betrof die naar de privé-woning waren overgebracht.
Of het verlies als zeker en vaststaand mag worden beschouwd hangt af van de feitelijke en juridische omstandigheden die eigen zijn aan elk geval (uitslagen van politieonderzoek, mogelijkheid van schadeloosstelling door verzekeringsondernemingen, bedrag en tijdstip van de schadevergoeding, enz.).
In dit verband wordt de aandacht nog gevestigd op het bepaalde in het nr. 52/189, Com.IB 92, dat stelt dat wanneer een belastingplichtige schade lijdt die gedekt is door een verzekeringscontract, het bedrag van de schade - tot bij het bepalen van de vergoeding - wordt gecompenseerd door een schuldvordering ten laste van de verzekeringsonderneming. Het bedrag van het eventuele verlies met beroepskarakter, te weten het beroepsmatig gedeelte van de schade dat niet door de vergoeding wordt gedekt, kan slechts worden bepaald op het ogenblik van de definitieve vaststelling van de vergoeding en mag dus slechts worden afgetrokken, tegen overlegging van de nodige verantwoordingen, van de resultaten van het jaar of boekjaar waarin de vergoeding is vastgesteld.
Vraag 3
De leveringen van goederen en de diensten die door een als zodanig handelende belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht, zijn aan de belasting onderworpen wanneer ze in België plaatsvinden. De belastingplichtige is tegenover de Schatkist gehouden tot voldoening van de BTW verschuldigd ter zake van deze belastbare handelingen. Het feit dat de naar aanleiding van deze handelingen ontvangen geldsommen worden gestolen, is geen oorzaak tot vermindering van de aan de Schatkist verschuldigde BTW.