Parlementaire vraag nr. 340 van de heer Joy Donné van 02.04.2021
Kamer, Vraag en Antwoord, 2020-2021, QRVA 55/052 d.d. 18.05.2021, blz. 191
De aftrek voor investeringen in beveiliging.
VRAAG (van de heer Donné)
Vennootschappen en eenmanszaken kunnen sinds enkele jaren gebruik maken van de belastingaftrek voor investeringen in beveiliging.
1. Wat is de jaarlijkse budgettaire kostprijs (fiscale uitgave) voor deze specifieke investeringsaftrek voor de aanslagjaren 2016, 2017, 2018, 2019 en 2020?
2. Hoeveel belastingplichtigen hebben reeds een beroep gedaan op deze investeringsaftrek?
3. Kan u een opsplitsing geven tussen natuurlijke personen en kleine vennootschappen voor wat de budgettaire kostprijs betreft?
4. Gelieve ook een opsplitsing per gewest te geven.
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
Wat de personenbelasting betreft, bieden de interne statistieken geen detail van de door de zelfstandigen gerealiseerde investeringen.
Daarentegen kan de administratie U wel de gevraagde gegevens bezorgen op vlak van de vennootschapsbelasting. Er dient opgemerkt dat het aftrektarief voor investeringen in beveiliging 20,5 % bedraagt.
De bijzondere wet inzake de financiering van de gemeenschappen en de gewesten reikt geen enkel regionaal uitsplitsingscriterium aan op vlak van de vennootschapsbelasting. De onderstaande opdeling is dus louter administratief en enkel gebaseerd op de hoofdzetel van de ondernemingen.
De onderstaande tabel biedt voor de aanslagjaren 2016 tot en met 2019 (respectievelijk de inkomstenjaren 2015 tot en met 2018), een overzicht van het aantal kleine vennootschappen die de bovenvermelde investeringen hebben erricht.
Exercice d’imposition/Aanslag jaar | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Région flamande/Vlaams gewest | 1 594 | 1 592 | 1 757 | 2 517 |
Région Wallone/Waals gewest | 423 | 452 | 577 | 1 254 |
Région de Bruxelles-Capitale/Brussels Hoofdstedelijk gewest | 88 | 84 | 152 | 415 |
Total/Totaal | 2 105 | 2 128 | 2 486 | 4 186 |
De onderstaande tabel biedt een opsplitsing per gewest van de budgettaire kost uitgaande van de aftrek voor de bovenvermelde investeringen.
Exercice d’imposition/Aanslag jaar | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Région flamande/Vlaams gewest | 625 392,62 | 864 453,22 | 1 140 844,56 | 3 080 396,60 |
Région Wallone/Waals gewest | 222 323,94 | 242 721,20 | 432 485,66 | 1 773 295,38 |
Région de Bruxelles-Capitale/Brussels Hoofdstedelijk gewest | 37 225,55 | 62 575,84 | 108 422,80 | 575 788,93 |
|
Coût budgétaire total (en euros)/ Totaal budgettaire kost (in euro) | 884 942,11 | 1 169 750,26 | 1 681 753,02 | 5 429 480,91 |
Wat het aanslagjaar 2020 (inkomstenjaar 2019) betreft, beschikt de FOD Financiën nog niet over representatieve gegevens gezien de primaire inkohieringstermijn voor dit aanslagjaar nog steeds loopt.