Commentaar van art. 453, WIB 92

Art. 453, WIB 92

I. WETTEKST

Nummer 453/0

Art. 453. - De schending van het bij artikel 337 bepaalde beroepsgeheim wordt gestraft overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.

II. WETTEKST UIT HET STRAFWETBOEK

Nummer 453/1

Art. 458, Strafwetboek. - Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep, kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekend maken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd frank tot vijfhonderd frank.

III. ALGEMEEN

Nummer 453/2

Op het stuk van de zwijgplicht wordt algemeen aanvaard dat art. 458 van het Strafwetboek, gezien zijn algemene draagwijdte, van toepassing op de belastingambtenaren. De wetgever heeft het niettemin nodig geoordeeld het probleem van het beroepsgeheim in fiscale aangelegenheden door een bijzondere bepaling te regelen, nl. door art. 337, WIB 92 dat een precieze opsomming geeft van de personen die tot geheimhouding verplicht zijn en van de omvang van hun verplichtingen.

Met betrekking tot de toe te passen straffen en niettegenstaande de overtreding van art. 337, WIB 92, een in art. 449, WIB 92 bedoelde overtreding is van een bepaling van dat wetboek en bijgevolg zou moeten worden bestraft overeenkomstig laatstgenoemd artikel, heeft de wetgever het nodig geoordeeld bijzondere straffen vast te stellen; hij verwijst daartoe naar de straffen van art. 458 van het Strafwetboek.

IV. MATERIEEL BESTANDDEEL VAN HET MISDRIJF

Nummer 453/3

Art. 337, WIB 92, regelt het beroepsgeheim inzake IB en bevat alle preciseringen terzake. In de commentaar van dat artikel vindt men alle nodige inlichtingen betreffende het materiële bestanddeel van het misdrijf.

V. MOREEL BESTANDDEEL VAN HET MISDRIJF

Nummer 453/4

Noch art. 453, WIB 92, noch art. 458 van het Strafwetboek, handelen over het morele bestanddeel van het misdrijf. Men moet dus aannemen dat algemeen opzet reeds voldoende is en dat een overtreding aanwezig is van zodra het beroepsgeheim vrijwillig wordt geschonden, zonder dat het bijzonder doel of opzet van de overtreder in overweging moet worden genomen.

Daarentegen is geen misdrijf aanwezig wanneer de bekendmaking het gevolg is van onvoorzichtigheid, vergetelheid of lichtzinnigheid; in dat geval kan eventueel alleen de burgerlijke aansprakelijkheid van de ambtenaar op grond van art. 1382, BW aan de orde worden gesteld.

VI. STRAFFEN

Nummer 453/5

De toe te passen straffen zijn die van art. 458 van het Strafwetboek, nl. een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en een geldboete van 100 tot 500 F.