Parlementaire vraag nr. 22483 van mevrouw Catherine Fonck van 19.03.2014

Mondelinge parlementaire vraag nr. 22483 van mevrouw Catherine Fonck dd. 19.03.2014

Kamer, Integraal verslag - Commissie voor de Financiën, 2013-2014, CRIV 53 COM 953 dd. 19.03.2014, blz. 38

De belastingvrije som voor kinderen ten laste

VRAAG (van mevrouw Fonck)

Uw voorganger antwoordde op een schriftelijke vraag over de inkomsten waarmee rekening wordt gehouden voor de vaststelling van de belastingvrije som dat, krachtens het Wetboek van de inkomstenbelastingen, de inkomsten verkregen door een persoon met een handicap ten belope van het maximumbedrag van de tegemoetkomingen waarop die persoon recht zou kunnen hebben, niet als bestaansmiddelen worden beschouwd, ongeacht of die inkomsten worden verkregen onder de vorm van tegemoetkomingen ten laste van de Schatkist, of onder een andere vorm. De belastingadministratie blijft personen die hetzelfde bedrag ontvangen aan ziekenfondsuitkeringen en tegemoetkomingen bedoeld bij de wet van 27 februari 1987, verschillend behandelen. Kunt u me zeggen hoe een en ander moet worden geïnterpreteerd?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

In zijn arrest van 24 mei 2006 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat het beginsel van de gelijkheid van de burgers werd geschonden wanneer de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen die in mindering komen van de aan een persoon met een handicap toegekende tegemoetkomingen worden meegerekend bij de berekening van de bestaansmiddelen, maar de tegemoetkomingen zelf niet. Ingevolge dat arrest werd, bij de wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen, artikel 143 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vervangen. Zoals mijn voorganger heeft geantwoord, is elk onderscheid tussen de tegemoetkomingen en de andere inkomsten die de tegemoetkomingen vervangen, ongegrond. Uiteraard moet de belastingplichtige die een persoon met een handicap ten laste neemt, aantonen dat die persoon in principe recht heeft op een tegemoetkoming. Ik zie niet meteen een reden om het maximumbedrag op te trekken of de categorie van de inkomsten die niet als bestaansmiddelen worden aangemerkt, te verruimen.

CONCLUSIE (van mevrouw Fonck)

Uit wat u zegt, leid ik af dat er personen zijn op wie wat u net heeft uiteengezet niet van toepassing is.