Commentaar van art. 405, WIB 92 (bijwerking)

Bijwerking van 01.01.2010

TITEL VII: VESTIGING EN INVORDERING VAN DE BELASTINGEN

HOOFDSTUK VIII: INVORDERING VAN DE BELASTING

Afdeling II: Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de belastingschulden van een aannemer

Art. 405, WIB 92

I. WETTEKST

Nummer 405/0

Art. 405. - De vennoten van een tijdelijke handelsvennootschap, een stille handelsvennootschap of een maatschap zijn onderling hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de sommen die in uitvoering van de artikelen 402 tot 404 door de tijdelijke handelsvennootschap, de stille handelsvennootschap of de maatschap verschuldigd zijn.

II. DE TIJDELIJKE HANDELSVENNOOTSCHAP, DE STILLE VENNOOTSCHAP EN DE MAATSCHAP EN HUN VENNOTEN

A. DE TIJDELIJKE HANDELSVENNOOTSCHAP

Nummer 405/1

De tijdelijke handelsvennootschap is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, die zonder een gemeenschappelijke naam te voeren, één of meer bepaalde handelsverrichtingen tot doel heeft (art. 47, W.Venn.).

Haar doelstelling is gelimiteerd tot een beperkt aantal verrichtingen. Zo niet, zal zij worden geherkwalificeerd als een maatschap (cf. infra, nr. 405/6).

Nummer 405/2

De vennoten in een tijdelijke handelsvennootschap zijn hoofdelijk gehouden tegen de derden met wie zij hebben gehandeld en zij worden, naar gelang het geval, rechtstreeks en persoonlijk gedagvaard.

B. DE STILLE VENNOOTSCHAP

Nummer 405/3

De stille handelsvennootschap is een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid waarbij één of meer personen een belang nemen in de verrichtingen van één of meer anderen die in eigen naam optreden (art. 48, W.Venn.).

Het gaat om een vennootschapscontract gesloten tussen een werkende vennoot alleen handelend naar buiten uit en één of meerdere medevennoten die afzijdig blijven.

Nummer 405/4

Derden hebben geen rechtstreekse vordering tegen de vennoten van een stille handelsvennootschap, die zich tot een loutere deelneming hebben beperkt (art. 54, W.Venn.).

In principe heeft de vennootschap dus geen enkel gevolg tegen derden die slechts de zaakvoerder kennen. Deze handelt niet in naam van de vennootschap, noch in die van eventuele opdrachtgevers, noch in die van de vennoten maar wel in zijn eigen naam. Bijgevolg ontstaan de rechten en verplichtingen die hij aangaat in zijn hoofde, zelfs indien deze vervolgens bij de deelgenoten van de vennootschap worden gelegd.

Indien er meerdere zaakvoerders zijn, zijn deze hoofdelijk aansprakelijk tegen derden.

Nummer 405/5

De inmenging van de deelgenoten in de verhouding met derden houdt het risico in dat de stille vennootschap in gemeenschap wordt geherkwalificeerd (cf. infra, nr. 405/6) en dat aldus ook hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten wordt geherkwalificeerd.

C. DE MAATSCHAP

Nummer 405/6

De maatschap is een vennootschap met een burgerlijk of handelsdoel die geen rechtspersoonlijkheid bezit (art. 46, W.Venn.).

Nummer 405/7

De vennoten van een maatschap zijn ten aanzien van derden verbonden, hetzij voor een gelijk deel, wanneer de vennootschap een burgerlijk doel heeft, hetzij hoofdelijk, wanneer zij een handelsdoel heeft.

Van deze aansprakelijkheid kan niet worden afgeweken dan door een uitdrukkelijk beding in de met derden gesloten akte (art. 52, W.Venn.).

III. DE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VENNOTEN VAN DE TIJDELIJKE HANDELSVENNOOTSCHAP, DE STILLE VENNOOTSCHAP EN DE MAATSCHAP VOOR DE BETALING VAN DE SOMMEN WAARVOOR DE VENNOOTSCHAP BELASTINGSCHULDIGE IS IN UITVOERING VAN DE ARTIKELEN 402 TOT 404, WIB 92

Nummer 405/8

Het feit dat de tijdelijke handelsvennootschap, de stille vennootschap en de maatschap geen rechtspersoonlijkheid hebben heeft in het bijzonder voor gevolg dat zij niet beschikken over een eigen vermogen. De schuldeisers zijn dus in feite de schuldeisers van de vennoten vermits het enkel de vennoten zijn, of enkele van hen, bij een stille vennootschap (cf. supra, nr. 405/4), die haar schulden dragen.

Nummer 405/9

Wat betreft de sommen waarvoor de vennootschap belastingschuldige is in uitvoering van de art. 402 tot 404, WIB 92, zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling ervan en dat ongeacht of het gaat om de vennoten van een tijdelijke handelsvennootschap, een stille handelsvennootschap of een maatschap.

Nummer 405/10

De hoofdelijkheid van de vennoten in de betaling van de schulden van de vennootschap betekent dat zij allen schuldenaars zijn van de gehele schuld.

Dit impliceert dat:

• om de betaling van de volledige schuld te bekomen de Ontv., naar keuze, zich voor de betaling tot om het even welke vennoot mag richten, zonder dat deze hem het voorrecht van schuldsplitsing kan tegenwerpen of zonder dat hij zich moet bekommeren over de manier waarop de schuld uiteindelijk tussen de vennoten zal worden verdeeld (art. 1203, BW);

• de Ontv. alle vennoten of sommige van hen kan vervolgen, hetzij gezamenlijk hetzij opeenvolgend, onder enige voorwaarde dat de gehele of gedeeltelijke betaling de schuld tegen de andere vennoten evenredig vermindert (art. 1204, BW);

• de ingebrekestelling van één van de vennoten uitwerking heeft tegen allen (art. 1205 en 1207, BW);

• de ingestelde vervolgingen tegen één van de vennoten de verjaring ten aanzien van allen stuiten (art. 1206, BW);

• de gehele betaling van de schuld gedaan door één van de vennoten automatisch de andere bevrijdt (art. 1200, BW);

• de vrijstellingen verbonden aan de aard van de schuld en de schulden die gemeenschappelijk zijn voor alle vennoten absolute uitwerking hebben, in die zin dat zij kunnen ingeroepen worden door ieder van de vennoten en dat zij allen ten goede komen (art. 1208, BW); dit is inzonder het geval voor de redenen van het tenietgaan van de schuld, zoals de verjaring en de volledige betaling van de schuld.

Nummer 405/11

Er valt op te merken dat de hoofdelijkheid de schuld niet deelbaar maakt tussen de vennoten (art. 1219, BW). Indien één van hen sterft zal de schuld, behoudens uitdrukkelijk anders vermeld, niettemin van rechtswege verdeeld worden tussen de erfgenamen, zonder hoofdelijkheid. Iedere mede-erfgenaam kan bijgevolg maar worden vervolgd voor zijn deel van de schuld die hij erft.