Parlementaire vraag nr. 1208 van de heer Benoît Piedboeuf van 27.10.2022
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/099 d.d. 16.12.2022, blz. 138
Aanvraag om uitstel voor het indienen van de aangifte
VRAAG (van de heer Piedboeuf)
Ik werd op de hoogte gebracht van de volgende situatie: een accountant vraagt een bijkomend uitstel van 12 dagen voor een tot 31 maart verlengd boekjaar van een vennootschap die niet tot een neerlegging bij de Nationale Bank van België gehouden is, aangezien het een gewone commanditaire vennootschap betreft. Krachtens artikel 311 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 en de commentaar bij dat artikel (nr. 311/1 tot 7), kan er door het diensthoofd een verlenging van de aangiftetermijn toegekend worden aan de belastingplichtigen die zich beroepen op geldige redenen of overmacht. De reden die in onderhavig geval ingeroepen wordt, is de ziekte (kanker) en de daarmee gepaard gaande zware behandeling van de vader van deze accountant, waardoor diens aanwezigheid vereist is. Uw administratie weigert categorisch op zijn aanvraag in te gaan. De verantwoording daarvoor is ontstellend en geeft blijk van een diepe minachting jegens de beoefenaars van cijferberoepen en van een totaal gebrek aan menselijkheid. In het antwoord van de administratie wordt er gezegd dat, hoewel privébekommernissen ons werk kunnen beïnvloeden, er op de werkplek ook maatregelen genomen kunnen worden. Het is met name mogelijk om het werk in het team te reorganiseren, (tijdelijk) iemand aan te werven indien er te veel werk is, enz. Tot slot wordt er gezegd dat de persoon in kwestie geen verlof kan nemen om zorg te dragen voor zijn vader en dat hij bijgevolg voltijds blijft werken. 1. Verdedigt u dergelijke standpunten? Betreft het hier wel degelijk instructies die u aan uw administratie gegeven hebt? 2. Is het onmogelijk om een minimum aan menselijkheid en begrip op te brengen voor de moeilijkheden die de beoefenaars van cijferberoepen kunnen ondervinden, vooral in een context waarin de administratie zelf heel wat termijnen niet in acht neemt, hoewel ze ertoe gehouden is die te eerbiedigen? Meet men hier met twee maten? 3. Denkt u dat dergelijke beslissingen van uw administratie de compliance die u ingang wilt doen vinden zullen bevorderen? 4. Welke verhaal bestaat er of valt er te overwegen tegen een dergelijke beslissing? 5. Welke eventuele boete zal uw administratie aan deze vennootschap opleggen indien de accountant die de aangifte moet indienen 24/24 werkt en desondanks de toegestane termijn met enkele dagen overschrijdt?
ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)
1. Mijn administratie wil er eerst op wijzen dat zij niet op de hoogte is van de volledige beslissing, noch van de specifieke omstandigheden van het dossier die hebben geleid tot de afwijzing van het verzoek tot uitstel hoewel zij de complexe situatie die u heeft beschreven begrijpt. De behandeling van verzoeken tot uitstel valt binnen het wettelijke kader zoals beschreven in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB92). Volgens deze bepaling kan de Algemene Administratie van de Fiscaliteit uitstel verlenen om ernstige redenen of in geval van overmacht. Daartoe krijgen de medewerkers de opdracht na te gaan of aan de voorwaarden voor verlenging van de indieningstermijn is voldaan. Ter herinnering, het geval van overmacht kan alleen voortvloeien uit een gebeurtenis buiten de wil van de mens die hij niet kon voorzien of voorkomen. Verzoeken tot uitstel om ernstige redenen (bijvoorbeeld langdurige afwezigheid of ernstige ziekte van de belastingplichtige, verdwijning van documenten door brand of diefstal, enz). Om te bepalen of het verzoek tot uitstel gerechtvaardigd is, verwijst mijn administratie naar de toelichting bij artikel 311 van het WIB92, waarin het begrip "ernstige reden" wordt verduidelijkt. Een beslissing wordt genomen op basis van de elementen van het dossier en de toegekende extra tijd moet altijd in verhouding staan tot de omstandigheden van elk dossier. In geval van weigering verzoekt mijn administratie haar medewerkers om standaardmotivaties te vermijden. 2. De termijn voor het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting liep tot 17 oktober 2022. Bovendien heeft mijn administratie in de huidige context en met het oog op de samenwerking met de cijferberoepen, haar medewerkers opgedragen "pragmatisch te blijven en zich in de plaats te stellen van de aanvrager" bij de behandeling van verzoeken tot uitstel. Het is dus weldegelijk de bedoeling een minimum aan menselijkheid en begrip tot stand te brengen. De beschreven situatie is geen samenvatting van het beleid van mijn administratie inzake het verlenen van uitstel. 3. Mijn administratie vertrouwt op het pragmatisme van haar medewerkers en moet ervoor zorgen dat belastingplichtigen eerlijk en uniform worden behandeld om de compliance te bevorderen. Er moet worden toegegeven dat het in evenwicht brengen van deze begrippen een moeilijke oefening blijft. 4. Er bestaat geen door mijn administratie georganiseerde beroepsmogelijkheid tegen een weigering van een aanvraag tot uitstel. De belastingplichtige kan zijn of haar verzoek tot uitstel opnieuw indienen bij de bevoegde dienst of een verzoek tot heroverweging indienen bij de federale ombudsman. De beslissing over de verlenging van de indieningstermijn is een bestuurshandeling die moet worden gemotiveerd. Dit betekent dat de beslissing tot weigering van een verlenging van de indieningstermijn, evenals een beslissing die slechts gedeeltelijk gunstig is, moet verwijzen naar de ter zake geldende wettelijke bepalingen en de redenen moet vermelden die het rechtvaardigen. 5. De eventuele toepassing van administratieve sancties zoals een boete of het gebruik van de procedure van aanslag van ambtswege met toepassing van een belastingverhoging, hangt af van de specifieke situatie van het dossier.