Artikel 20, WIB 92
Art. 20 is van toepassing vanaf 01.01.2004 (art. 73 en 114, W 28.04.2003 - B.S. 15.05.2003; Numac: 2003022481 - err. B.S. 26.05.2003; inwerkingtreding: art. 23, § 3, A, 2°, KB 14.11.2003 - B.S. 14.11.2003)
[Inwerkingtreding: art. 23, § 3, A, 2°, KB 14.11.2003 houdende uitvoering van de wet van 28.04.2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (B.S. 14.11.2003, ed. 2)]
Wanneer in artikel 17, § 1, 4°, vermelde lijfrenten of tijdelijke renten zijn aangelegd tegen storting met afstand van het kapitaal, wordt het belastbare bedrag ervan beperkt tot 3 % van dat kapitaal; betreft het renten die voortvloeien uit de overdracht van de eigendom, de blote eigendom of het vruchtgebruik van onroerende goederen, dan wordt de waarde van het kapitaal bepaald zoals op het stuk van registratierechten.