Parlementaire vraag nr. 1131 van de heer Wouter Vermeersch van 02.08.2022
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/094 d.d. 09.10.2022, blz. 313
Kadastraal inkomen onroerende eigendommen in het buitenland
VRAAG (van de heer Vermeersch)
Voor eigenaars van onroerende goederen in het buitenland werd door de administratie een kadastraal inkomen (KI) vastgesteld. De basis waarop dit gebeurt is evenwel omstreden en zou volgens sommige fiscalisten nog altijd een discriminatie inhouden tegenover het vaststellen van het KI voor onroerende eigendommen die in eigen land gelegen zijn. Eigenaars die bezwaren hebben tegen het door de administratie voorgestelde KI konden daartegen bezwaar indienen tegen uiterlijk 24 mei 2022. Gelet op het feit dat dit KI in de aangifte voor de personenbelasting moet worden ingevuld, wat uiterlijk op 15 juli dient te gebeuren, hadden deze eigenaars er belang bij kennis te hebben van het resultaat van het bezwaar dat zij hadden ingediend. Een aantal eigenaars heeft daarop evenwel geen reactie gekregen van de administratie voor 15 juli.
1. Hoeveel Belgen deden een aangifte over het bezit van buitenlands onroerend goed? Kan dit worden opgesplitst per gewest, alsook per land waar het onroerend goed gelegen is?
2. Hoeveel Belgen dienden een bezwaar in tegen het KI dat door de administratie werd vastgesteld? Graag dezelfde opsplitsing.
3. In hoeveel gevallen werden de bezwaarindieners voor 15 juli in kennis gesteld van het gevolg dat aan hun bezwaar werd gegeven?
4. Welk gevolg heeft de administratie aan deze bezwaren gegeven? In hoeveel gevallen werd het bezwaar ingewilligd, in hoeveel niet? Graag een opsplitsing per land waar het onroerend goed gelegen is.
5. Zijn er inmiddels al gerechtelijke procedures door eigenaars opgestart tegen het hen toegewezen KI of tegen de wijze van vaststelling daarvan? Kan dit verder worden gespecificeerd?
6. Hoe evalueert u deze regeling en wordt die eventueel nog bijgestuurd? Zo ja, in welke zin?
ANTWOORD (van de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding)
1. Op 7 september 2022 hadden 181.459 Belgische belastingplichtigen een onroerend goed in het buitenland aangegeven. Sinds hun aangifte zijn er 1.130 overleden en zijn er 3.119 in het buitenland gaan wonen. Van de overige 177.210 belastingplichtigen is de opsplitsing per gewest, alsook per land waar het onroerend goed gelegen is in bijgevoegd bestand te vinden. De bijlage bij het antwoord op deze vraag werd rechtstreeks naar het geachte Kamerlid gestuurd. Door de omvang ervan werd het antwoord niet opgenomen in het Bulletin van Vragen en Antwoorden. Op verzoek zal de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers de documenten bezorgen (schriftelijke.vragen@dekamer.be). Van die 177.210 belastingplichtigen wonen er 25.444 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 90.043 in het Vlaams Gewest en 61.723 in het Waals Gewest.
2. De administratie heeft ongeveer 3.500 bezwaren ontvangen tegen de nieuwe betekende kadastrale inkomens. De opsplitsing per regio en per land waar het onroerend goed gelegen is, is hier niet beschikbaar.
3. Tot op heden kunnen nog geen "echte" bezwaardossiers worden opgelost omdat binnenkort nog een koninklijk besluit (KB) moet verschijnen dat de rechtbank aanduidt die bevoegd is voor de arbitrage. Met "echte" bezwaardossiers wordt bedoeld daar waar er een geschil is nopens het bedrag of de berekeningswijze van het kadastraal inkomen. Wel werden een aantal foutieve aangiften in onderling overleg gecorrigeerd waardoor het bezwaarschrift zonder voorwerp is geworden. Op datum van 15 juli 2022 waren 1.126 dergelijke gevallen behandeld.
4. Zie vorig punt. Een opsplitsing per land is niet gekend.
5. Tot heden werden geen gerechtelijke procedures opgestart, omwille van het KB waarvan sprake in punt 3.
6. Een evaluatie van de procedure is op dit ogenblik nog niet aan de orde.