Artikel 206/1, KB/WIB 92

Art. 206/1 is van toepassing op de roerende voorheffing die is ingehouden op dividenden die vanaf 01.01.2018 zijn betaald of toegekend (art. 3 en 4, KB 28.04.2019 - B.S. 09.05.2019; Numac: 2019012136)

§ 1. De belastingplichtige die bij toepassing van artikel 376/1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de terugbetaling wil bekomen van de roerende voorheffing die overeenkomstig artikel 261 van hetzelfde Wetboek is ingehouden op de in artikel 21, eerste lid, 14°, van dat Wetboek bedoelde eerste schijf van dividenden dient hiertoe een gewaarmerkte, gedagtekende en ondertekende schriftelijke aanvraag in bij de adviseur-generaal van het Centrum Buitenland.

§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde aanvraag vermeldt:

- de naam, de voornaam, de geboortedatum en het volledige adres van de belastingplichtige;

- het buitenlands fiscaal identificatienummer van de belastingplichtige;

- het inkomstenjaar waarvoor de aanvraag wordt ingediend;

- het nummer van de financiële rekening op naam van de belastingplichtige waarop de terugbetaling moet worden gestort, evenals de naam en het adres van financiële instelling waarbij die rekening wordt aangehouden.

Bij de in het eerste lid bedoelde aanvraag worden de volgende documenten gevoegd:

1° een attest van het statuut van niet-inwoner;

2° de documenten waaruit de volgende gegevens blijken:

- de naam van de vennootschap die de dividenden heeft toegekend;

- het bruto bedrag van de dividenden;

- het tarief van de roerende voorheffing, rekening houdende met de verminderingen op grond van een verdrag tot het vermijden van dubbele belasting;

- het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing, desgevallend opgesplitst per tarief;

- de datum waarop de dividenden door de vennootschap zijn betaald of toegekend;

- de datum waarop de dividenden door de belastingplichtige zijn geïnd.

De in het tweede lid, 2°, bedoelde documenten zijn afgeleverd door de financiële instelling waarbij de belastingplichtige de rekening aanhoudt waarop de dividenden zijn gestort, door een andere financiële instelling die als tussenpersoon tussenbeide is gekomen bij de uitbetaling van de dividenden of door de vennootschap die de dividenden heeft toegekend.