Artikel 190bis, WIB 92
Art. 190bis treedt in werking op 01.01.2020 en is van toepassing vanaf aanslagjaar 2021 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 01.01.2020 (art. 22 en 86, B2, W 25.12.2017 - B.S. 29.12.2017; Numac: 2017014414)
[Hoofdstuk 1, W 25.12.2017 (B.S. 29.12.2017; Numac: 2017014414) heeft inzonderheid de gedeeltelijke omzetting tot doel van richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt en de omzetting van richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft hybridemismatches met derde landen (art. 2, W 25.12.2017 - B.S. 29.12.2017; Numac: 2017014414)]
[Elke wijziging die vanaf 26 juli 2017 aan de afsluitingsdatum van het boekjaar wordt aangebracht, blijft zonder uitwerking voor de toepassing van de in dit hoofdstuk bedoelde bepalingen (art. 86 D, W 25.12.2017 - B.S. 29.12.2017; Numac: 2017014414)]
Het behoud van de aftrek van 20 % van de in artikel 64ter, zoals het bestond voordat het werd gewijzigd door artikel 10 van de wet van 25 december 2017 houdende de hervorming van de vennootschapsbelasting, en artikel 198bis, eerste lid, 1°, a, zoals het bestond voordat het werd gewijzigd door artikel 41, 5°, van de vermelde wet van 25 december 2017, bedoelde kosten, dat werd aanvaard boven het bedrag van de werkelijk gedane of gedragen kosten, is onderworpen aan de in artikel 190, tweede lid, bedoelde voorwaarde.