Parlementaire vraag nr. 470 van de heer Hendrik Bogaert van 14.07.2011
Parlementaire vraag nr. 470 van de heer Hendrik Bogaert dd. 14.07.2011
Vragen en Antwoorden, Kamer 2010-2011, nr. 40 van 15.09.2011, blz. 48
Personenbelasting
Grensarbeider
Kind ten laste
Belastingvrije som
Aanrekening van de belastingvrije som
VRAAG
Reeds meermaals is de problematiek aan bod gekomen van de toerekening op het hoogste belastbare inkomen van het fiscaal voordeel van de verhoging van de belastingvrije som wegens kinderen ten laste. Wanneer het hoogste belastbare inkomen vrijgesteld wordt omdat de heffingsbevoegdheid werd toegekend aan een buurland, genieten gehuwden in feite niet de verhoging wegens kinderen ten laste. Mij staat het voor dat de toerekeningsregel wordt vastgelegd in artikel 134, § 1, 2e lid, WIB 1992, laatst gewijzigd door de belastinghervorming in 2001. Op 8 februari 2008 zei u dat u bereid bent voorstellen tot wijziging aan dat artikel door uw administratie te laten onderzoeken (vraag nr. 138 van 8 februari 2008, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 13, blz. 2185). Nu is mijn vraag concreet of u kan akkoord gaan met een aanpassing van de wetgeving waardoor de toerekening van het fiscaal voordeel van de verhoging van de belastingvrije som wegens kinderen ten laste niet langer automatisch wordt gekoppeld aan het hoogste belastbare inkomen?
ANTWOORD (van de heer Reynders, Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen)
Zoals ik in mijn antwoord op uw vraag nr. 138 van 8 februari 2008 heb gezegd, ben ik bereid elk voorstel tot wijziging aan artikel 134, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 te laten onderzoeken door mijn administratie. Zo heb ik naar aanleiding van de bespreking van het wetsvoorstel van mevrouw Wouters (Parl. St. 53-0504/001) in de commissie voor de Financiën en de Begroting op 6 juli 2011 de opmerkingen van mijn administratie meegedeeld. Inzake de problematiek van de fiscale voordelen voor kinderlast bij gehuwde grensarbeiders wens ik er niettemin op te wijzen dat de bijkomende belastingvermindering zoals die wordt beschreven in circulaire nr. Ci.RH.331/575.420 (AOIF 8/2008) van 12 maart 2008 door de Europese Commissie als een afdoende oplossing wordt beschouwd om het vrij verkeer van personen in de Europese Unie te garanderen.