Artikel 63^6, KB/WIB 92

Art. 63^6 is van toepassing vanaf 01.05.2019 (art. 8 en 39, 1ste lid, KB 29.08.2019 - B.S. 13.09.2019; Numac: 2019014460)

[Zolang het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling II van de wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, niet van toepassing is op een vennootschap, vereniging of stichting, moet elke verwijzing naar een bepaling van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen of van het koninklijk besluit van 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen die voorkomt in een van de besluiten genomen voor de uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, het Wetboek diverse rechten en taksen, het Wetboek van Successierechten, het Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, en de bijzondere wetgeving van toepassing op deze belastingen, worden gelezen, voor wat deze vennootschap, vereniging of stichting betreft, als een verwijzing naar de bepaling van het Wetboek van vennootschappen of andere bijzondere wetgeving die in zulke fiscale wetgeving voorkwam voor de inwerkingtreding van dit besluit (art. 38, KB 29.08.2019 - B.S. 13.09.2019; Numac: 2019014460]

§ 1. Tot staving van de aanvraag die de beheersvennootschap indient om voor de toepassing van artikel 145^16, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 een Belgisch beleggingsfonds als pensioenspaarfonds te erkennen, moet die vennootschap verstrekken:

1° een attest uitgereikt door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen volgens hetwelk dit fonds is ingeschreven op de lijst van de Belgische instellingen voor collectieve belegging waaraan een vergunning is verleend, overeenkomstig de artikelen 30 tot 33 van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen dan wel de artikelen 197 tot 200 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders;

2° de, eventueel gecoördineerde, tekst van de statuten van de beheersvennootschap;

3° de lijst van de aandeelhouders van de beheersvennootschap en van ieders deelneming in het kapitaal;

4° indien zij bestaan, de drie laatste jaarrekeningen van de beheersvennootschap;

5° de naam, voornamen, woonplaats en nationaliteit van de bestuurders, directeurs of andere personen die met het dagelijks bestuur van de beheersvennootschap zijn belast;

6° de verbintenis van de beheersvennootschap de activa van het fonds en de inkomsten van die activa, na aftrek van de lasten, te beleggen, wanneer het fonds is ingeschreven op de lijst bedoeld in artikel 33 van de voormelde wet van 3 augustus 2012, overeenkomstig deel 2 van diezelfde wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten, dan wel, wanneer het fonds is ingeschreven op de lijst bedoeld in artikel 200 van de voormelde wet van 19 april 2014, overeenkomstig deel II en deel III van diezelfde wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en met inachtneming van de verplichtingen van artikel 145^11 van hetzelfde Wetboek;

7° de naam, voornamen en woonplaats van een commissaris-revisor die volledige toegang heeft tot om het even welke bescheiden en geschriften van de beheersvennootschap zomede tot die van de bewaarder die betrekking hebben op de bewaargevingen van effecten en waarden van het fonds, waarbij de bewaarder zich akkoord verklaart met die vrije toegang;

8° een attest van de bewaarder van het fonds waarbij:

- hij zich ertoe verbindt aan alle verplichtingen overeenkomstig onderafdeling 4, van afdeling 2, van hoofdstuk 2, van titel 2, van boek 2, van deel 2 van voormelde wet van 3 augustus 2012 en overeenkomstig C, van Onderafdeling I van Afdeling II, van hoofdstuk 3, van Titel I, van Boek I, van deel II van voormelde wet van 19 april 2014 te voldoen;

- hij de eventuele waarborgen omschrijft die hij aanvaard heeft aan de deelnemers te geven;

- hij de met de beheersvennootschap afgesloten overeenkomsten omschrijft;

- hij de verbintenis aangaat aan de Minister van Financiën alle wijzigingen die ter zake zouden intreden mede te delen.

§ 2. Om het erkenningsdossier doorlopend te kunnen bijwerken, licht de beheersvennootschap de Minister van Financiën onverwijld in over de wijzigingen die moeten worden aangebracht in de tot staving van de aanvraag medegedeelde stukken en zendt hem de jaarrekening zodra die door de algemene vergadering is goedgekeurd.