Commentaar van art. 434, WIB 92

Art. 434, WIB 92

I. WETTEKST

434/0

II. BEGINSELEN

A. Belastingen die niet mogen worden opgenomen in de kennisgeving

434/1

B. Belastingen die niet gewaarborgd zijn door de wettelijke hypotheek

434/2

C. Geen automatische kennisgeving van de door de wettelijke hypotheek gewaarborgde belastingen

434/3-6

D. Initiatieven te nemen in geval de ter kennis gebrachte belastingen moeten worden verminderd

434/7

E. Drukwerk 249.4

434/8

F. Termijn binnen dewelke de kennisgeving 249.4 ter post moet worden neergelegd

434/9

III. UITVOERING

434/10-47

A. In de ontvangkantoren te nemen organisatiemaatregelen

434/10-13

B. Door de ontvangers te vervullen taken

434/14-22

C. Taken te vervullen door de leiders van de centrale taxatiekantoren (CTK)

434/23-25

D. Taken te vervullen door de hoofdcontroleurs - natuurlijke personen

434/26-33

E. Taken te vervullen door het BCIV/RP en door de Hfd.cr. Ven.B ingeval van dringende gegevensborderel op het BCIV/RP is

434/34-38

F. Taken te vervullen door de mechanografische dienst

434/39-41

G. Taken te vervullen door de gewestelijke directeurs

434/42

H. Kennisgeving van de belastingen door de ontv. aan de notaris

434/43-45

I. Hypothecaire inschrijving te nemen voor belastingplichtigen opgenomen in de kennisgeving 249.4

434/46-47

I. WETTEKST

Nummer 434/0

Art. 434. - Indien het belang van de Schatkist zulks vereist, wordt door de ontvangers aan de notaris, voor het verstrijken van de twaalfde werkdag volgend op de verzending van het in artikel 433 bedoelde bericht en bij een ter post aangetekende brief kennis gegeven van het bedrag van de belastingen en bijbehoren die aanleiding kunnen geven tot inschrijving van de wettelijke hypotheek van de Schatkist op de goederen welke het voorwerp van de akte zijn.

II. BEGINSELEN

A. BELASTINGEN DIE NIET MOGEN WORDEN OPGENOMEN IN DE KENNISGEVING

Nummer 434/1

Daar de kennisgeving bedoeld in art. 434, WIB 92, enkel mag worden gedaan voor de belastingen en bijbehoren gewaarborgd door de wettelijke hypotheek van de Schatkist, die verschuldigd zijn door de eigenaar of de vruchtgebruiker van de goederen waarop het bericht 249.3 DB - 560 BTW betrekking heeft, moet hieruit alles worden geweerd met betrekking tot de volgende belastingen, die derhalve door andere middelen moeten worden ingevorderd :

1° belastingen die nog niet in uitvoerbaar verklaarde kohieren zijn begrepen;

2° belastingen gevestigd voor 01.01.1949 voor de aj. 1948 en vorige waarvoor het wettelijk hypotheekrecht niet is gevrijwaard.

B. BELASTINGEN DIE NIET GEWAARBORGD ZIJN DOOR DE WETTELIJKE HYPOTHEEK

Nummer 434/2

Het kan voorkomen dat de eigenaar of de vruchtgebruiker met de akte aangekondigd door het bericht 249.3 DB - 560 BTW niets minder beoogt dan zijn goederen buiten het bereik van de fiscus te stellen voor de invordering van belastingen die niet door de wettelijke hypotheek zijn gewaarborgd (zie 434/1, 2°).

Indien zulks de overtuiging van de Ontv. is en indien de voorgenomen verrichting een vervreemding of een hypothecaire aanwending van onroerende goederen tot doel heeft, is het de taak van deze ambtenaar voor de belastingen in kwestie, dringend een aan het uitvoerend beslag op onroerend goed voorafgaand bevel te doen betekenen en overschrijven (art. 210, 3e lid, KB/WIB), ten einde de goederen onbeschikbaar te maken.

In dit verband mag het volgende niet uit het oog worden verloren :

1° volgens de uitdrukkelijke wens van de administratie moet dit uiterste middel een uitzonderingsprocedure blijven, die alleen wordt aangewend voor de gevallen van exceptioneel gewichtige aard. Bijgevolg moet er worden van afgezien wanneer :

- de belastingen niet definitief zijn (bestaan van een regelmatig bezwaarschrift dat niet definitief is afgehandeld);

- de rechten niet aanzienlijk zijn;

- de belastingen kunnen worden ingevorderd op andere goederen dan die welke het voorwerp van de bij het bericht 249.3 DB - 560 BTW aangekondigde akte zullen zijn;

- de geraamde venale waarde van de goederen waarop de aangekondigde akte betrekking heeft, niet merkelijk het samengevoegd bedrag te boven gaat van de belastingen gewaarborgd door de wettelijke hypotheek die regelmatig in een kennisgeving zullen worden opgenomen (daarin begrepen de belastingen waarvoor reeds hypothecaire inschrijving is genomen) en van de conventionele hypotheken op de goederen;

- de venale waarde van de goederen zelf niet aanzienlijk is;

2° de overschrijving van het eventuele bevel moet noodzakelijk het verlijden van de akte voorafgaan die met het bericht 249.3 DB - 560 BTW is aangekondigd;

3° bij het aanvragen van de ministeriële machtiging tot gedwongen onteigening na die overschrijving, moet de Ontv. alle bijzonderheden van de zaak in een omstandig verslag toelichten.

C. GEEN AUTOMATISCHE KENNISGEVING VAN DE DOOR DE WETTELIJKE HYPOTHEEK GEWAARBORGDE BELASTINGEN

Nummer 434/3

Luidens art. 434, WIB 92, wordt van de erin bedoelde belastingen aan de notaris kennis gegeven "indien het belang van de Schatkist zulks vereist".

De opname van de verschuldigde belastingen in een kennisgeving moet dus niet noodzakelijk in alle gevallen geschieden. Hieromtrent heeft de Minister van Financiën verklaard (Parlementaire Handelingen, Senaat, Zitting van 05.12.1950, blz. 117 en 118 - Vertaald) :

"De ontvangers zullen slechts tot de betekening overgaan wanneer de vervreemding of de hypothecaire aanwending van het onroerend goed volgens hun mening de invordering van de door de eigenaar verschuldigde belastingen in gevaar brengt. Er zal dus niet automatisch een kennisgeving aan de notaris worden toegezonden. De ontvanger mag en moet er zich van onthouden indien het evident is dat de akte niet de minste hinderpaal voor de invordering der belasting vormt".

Nummer 434/4

Uit 434/3 vloeit voort dat art. 434, WIB 92, niet als een gewoon invorderingsmiddel mag worden beschouwd. De economie van die wetsbepaling toont voldoende aan dat de wetgever enkel voorzorgen heeft willen invoeren ten einde te voorkomen dat de invordering van de door de verkoper of de ontlener op hypotheek verschuldigde belastingen in het gedrang zou komen.

Nummer 434/5

Zoals bij de toepassing van art. 427, WIB 92, (inschrijving van de wettelijke hypotheek van de Schatkist : zie commentaar op art. 427, WIB 92), is het de taak van de Ontv. te oordelen of het ontwerp van vervreemding of hypothecaire aanwending van die aard is, dat de rechten van de Schatkist er door in gevaar worden gebracht.

Hij moet in geweten zijn gedragslijn bepalen, rekening houdend met de op het spel staande belangen, met de belangrijkheid van de na het verlijden van de akte overblijvende waarborgen, de gewone gedragingen van de belastingschuldige en alle andere feitelijke omstandigheden. Zijn beslissing zal afhangen van de meest diverse omstandigheden en het is niet mogelijk dienaangaande vaste regels voorop te stellen.

Nummer 434/6

In beginsel mag de Ontv. niet optreden als hij overtuigd is dat de akte geen nadelige invloed op de invordering van de fiscale vordering heeft. Dit is het geval :

1° wanneer het algemeen bekend is dat de belastingschuldige goederen bezit waarvan de waarde, na aftrek van de lasten, gevoelig hoger ligt dan het bedrag van de verschuldigde belastingen of nog wanneer hij gewoonlijk zijn belastingen binnen een redelijke termijn betaalt;

2° wanneer de schuldenaar een onroerend goed aankoopt en het enkel hypothekeert om de koopprijs te betalen. Inderdaad, in dit geval :

- kan de Schatkist slechts haar eventuele rechten op het bedoelde goed doen gelden op het ogenblik dat het ingevolge de overschrijving in het patrimonium van de schuldenaar van de Staat treedt;

- zou de toestand niet verschillen indien het gedeelte van de niet betaalde prijs van het goed zou worden gewaarborgd door het door de hypotheekbewaarder van ambtswege ingeschreven (art. 35, 1°, Hyp.W 16.12.1851) voorrecht van de verkoper (art. 27, 1°, Hyp.W 16.12.1851) en wanneer nadien, om de hypothecaire geldschieter het voorrecht van de verkoper te laten genieten - voorrecht dat niet kan worden ontzenuwd door een vordering van de Schatkist met het oog op de invordering van op naam van de koper gevestigde belastingen -, de partijen zouden overgaan tot de bij art. 1250, BW, bedoelde indeplaatsstelling bij overeenkomst.

D. INITIATIEVEN TE NEMEN IN GEVAL DE TER KENNIS GEBRACHTE BELASTINGEN MOETEN WORDEN VERMINDERD

Nummer 434/7

Het gebeurt dat belastingen waarvan op basis van art. 434, WIB 92, kennis is gegeven moeten worden verminderd ingevolge ontheffingen "AZ", door de aanwending van sommen betaald door de belastingschuldige of nog ingevolge ontheffingen "AA".

Indien dit voorkomt binnen de termijn van drie maanden, bepaald in het tweede lid van het art. 433, WIB 92, en voor dat de geadresseerde gevolg heeft gegeven aan de kennisgeving 249.4, is het noodzakelijk voormelde geadresseerde hiervan in te lichten en te vermelden in welke mate de aanvankelijk ter kennis gegeven belastingen nog verschuldigd blijven na de bedoelde ontheffingen of aanwendingen.

Verder moet in al de mededelingen die naar aanleiding van de verzending van een bericht 249.3 DB - 560 BTW aan de afzender worden gericht, steeds worden verwezen naar de referten die de betrokkene op dit bericht heeft vermeld. Deze handelwijze is inzonderheid aan te bevelen bij de terugbetaling van de bij de uitvoering van een kennisgeving 249.4 te veel overgemaakte sommen. De referten moeten alsdan op de keerzijde van het betaaldocument worden vermeld.

E. DRUKWERK 249.4

Nummer 434/8

Kennisgevingen van belastingen die de Ontv. ter uitvoering van art. 434, WIB 92, aan de notarissen richt, moeten uitdrukkelijk naar dit artikel verwijzen. Ze geschieden door middel van de drukwerken 249.4 waarop een dergelijke vermelding voorkomt.

F. TERMIJN BINNEN DEWELKE DE KENNISGEVING 249.4 TER POST MOET WORDEN NEERGELEGD

Nummer 434/9

Krachtens art. 434, WIB 92, moet de kennisgeving 249.4 van de Ontv. bij ter post aangetekende brief worden verzonden uiterlijk de twaalfde werkdag volgend op de dag van de verzending door de notaris van het bericht 249.3 DB - 560 BTW.

De volgende regels moeten, voor de toepassing van die bepaling, worden nageleefd :

1° onder de bedoelde verzendingsdatum wordt de datum van neerlegging van de brief ter post verstaan.

Die regel is voor de kennisgeving 249.4 bevestigd in een vonnis van 25.2.1965 van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, inzake Maenaut. Dit vonnis besluit dat het woord "kennisgeving" betrekking heeft op de datum van de neerlegging ter post en niet op de datum van ontvangst door de notaris;

2° omwille van de eenvormigheid, mag de neerlegging ter post van de kennisgeving 249.4 nooit voor de laatste nuttige dag geschieden;

3° uit de omstandigheden dat de wetgever de termijn in "werkdagen" heeft gesteld en hij, bovendien, het rangtelwoord "twaalfde" heeft gebruikt, vloeit voort dat de termijn noodzakelijkerwijze per werkdag moet worden berekend en dat de laatste nuttige dag (de twaalfde werkdag) moet worden voorafgegaan door elf werkdagen. De Ontv. beschikt dus over twaalf werkdagen om de kennisgeving bedoeld in art. 434, WIB 92, te doen (Cass., 13.3.1969, Borgerhoff, Bull. 472, blz. 426);

4° onder werkdagen verstaat men de andere dagen dan de wettelijke feestdagen;

5° de wettelijke feestdagen zijn :

de zondagen;

1 januari;

Paasmaandag;

1 mei;

Hemelvaartsdag;

Pinkstermaandag;

21 juli;

Maria-Hemelvaart (15 augustus);

Allerheiligen (1 november);

11 november;

Kerstdag (25 december);

6° geen enkele wettelijke bepaling stelt de zaterdag met een wettelijke feestdag gelijk voor de berekening van de in art. 434, WIB 92, bedoelde termijn. Art. 53, Ger.W, dat de zaterdagen met een wettelijke feestdag gelijkstelt, is ter zake niet van toepassing. De betrokken ambtenaren moeten dus, gelet op de noodzakelijkheid de prestaties over de eerste vijf werkdagen van de week te verdelen, het werk op dergelijke wijze organiseren zodat alle voorgeschreven formaliteiten binnen de wettelijke termijnen kunnen worden vervuld.

III. UITVOERING

A. IN DE ONTVANGKANTOREN TE NEMEN ORGANISATIEMAATREGELEN

1. Gespecialiseerd personeel

Nummer 434/10

In alle ontvangkantoren en inzonderheid in die van de grote centra, moeten één of twee personeelsleden worden gespecialiseerd in de toepassing van de bepalingen van de art. 433 tot 441, WIB 92.

Er moeten in elk geval maatregelen worden getroffen opdat de daarop betrekking hebbende briefwisseling zelfs bij korte of langdurige afwezigheid van het diensthoofd of van het gespecialiseerde personeelslid wordt behandeld.

2. Gebruik van de telefoon

Nummer 434/11

Er wordt de Ontv. aanbevolen een ruim gebruik van de telefoon te maken om de inlichtingen in verband met de uitvoering van voormelde artikelen te bekomen of mede te delen, met dien verstande dat al deze mededelingen noodzakelijkerwijze binnen de kortst mogelijke tijd schriftelijk moeten worden bevestigd.

3. Nut van een kalender

Nummer 434/12

Aan de Ontv. wordt de raad gegeven zich bij het begin van elk jaar een kalender aan te schaffen, waarop hij al de wettelijke feestdagen goed zichtbaar schrapt. Door die voorzorgsmaatregel zal hij vergissingen vermijden bij het bepalen van de laatste nuttige dag voor het neerleggen ter post van de kennisgeving 249.4.

4. Bijzonder correspondentieregister

Nummer 434/13

In ieder ontvangkantoor wordt een bijzonder correspondentieregister aangelegd dat uitsluitend bestemd is voor de inschrijving van de stukken die betrekking hebben op de toepassing van de art. 433 tot 441, WIB 92.

Er wordt na elk nummer van bewust register voldoende ruimte gelaten opdat alle briefwisseling met betrekking tot dezelfde aangelegenheid onder dat zelfde nummer kan worden ingeschreven.

B. DOOR DE ONTVANGERS TE VERVULLEN TAKEN

1. Aanduiding van de Ontv. die belast is met de opmaak van de kennisgeving der verschuldigde belastingen

Nummer 434/14

In alle gevallen is de Ontv. in wiens ambtsgebied het onroerend goed is gelegen, bevoegd om de kennisgeving van de aan zijn kantoor verschuldigde belastingen op te stellen.

Anderzijds is voor de opmaak van de kennisgeving met betrekking tot de andere belastingen uitsluitend bevoegd :

1° de Ontv. die belast is met de inning van de PB indien het bericht 249.3 DB - 560 BTW betrekking heeft op een akte die wordt beoogd door een natuurlijk persoon die zijn woonplaats heeft in het Koninkrijk;

2° de Ontv. die belast is met de inning van de belastingen, uitgezonderd de OV en de VB, die verschuldigd zijn door de aan de Ven.B onderworpen belastingschuldigen of van de rechtspersonen, wanneer het bericht 249.3 DB - 560 BTW betrekking heeft op een akte die wordt beoogd door een rechtspersoon die zijn maatschappelijke zetel of zijn voornaamste administratieve inrichting in België heeft;

3° de Ontv. die belast is met de inning van de BNI/nat.pers. en de BNI/ven. indien het bericht 249.3 DB - 560 BTW betrekking heeft op een akte die wordt beoogd door een niet-rijksinwoner (natuurlijke- of rechtspersoon).

2. Praktische richtlijnen met betrekking tot de rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel of hun voornaamste administratieve inrichting in België hebben

Nummer 434/15

De plaatselijke Ontv. (in het gebied waarin de maatschappelijke zetel of de voornaamste inrichting is gelegen) die een bericht 249.3 DB - 560 BTW ontvangt verwittigt onmiddellijk telefonisch zijn collega van het gespecialiseerd kantoor van de inhoud en de aard van het bericht en zendt hem onder omslag 331 E "Dringend" het andere exemplaar van het bericht 249.3 DB - 560 BTW door.

De plaatselijke Ontv. voegt daarbij een bericht 249.7 waarop hij reeds de inlichtingen vermeldt die zijn collega van het gespecialiseerd kantoor in staat moeten stellen de op het plaatselijk kantoor verschuldigd blijvende belastingen in een kennisgeving op te nemen. De Ontv. van het gespecialiseerd kantoor vervult vervolgens de voorgeschreven verplichtingen (zie 434/22).

Indien het onroerend goed gelegen is in het ambtsgebied van de plaatselijke Ontv., geeft deze laatste evenwel aan de optredende notaris kennis van de op zijn kantoor verschuldigd blijvende aanslagen (zie 434/14, 1e lid) en verwittigt zijn collega van het gespecialiseerd kantoor hiervan.

Het is mogelijk dat de Ontv. van het gespecialiseerd kantoor en niet de plaatselijke Ontv. rechtstreeks een bericht 249.3 DB - 560 BTW ontvangt. In dit geval zendt hij een bericht 249.7 aan de plaatselijke Ontv. en vervult hij de voorgeschreven taken (zie 434/22).

3. Praktische richtlijnen met betrekking tot de niet-inwoners

Nummer 434/16

Iedere Ontv., met inbegrip van die van de ligging van het goed, die een bericht 249.3 DB - 560 BTW ontvangt, informeert onmiddellijk telefonisch bij het CTK Brussel "Buitenland" waar de belastingplichtige in het repertorium is opgenomen. Dit gegeven laat toe de gespecialiseerde Ontv. te identificeren die met de inning van de BNI/nat.pers. en de BNI/ven. is belast.

Hij handelt vervolgens bij analogie zoals voorgeschreven onder 434/15, 1e lid, en in voorkomend geval, in 434/15, 2e lid.

4. Vermelding aan te brengen op het bericht 249.3 DB - 560 BTW

Nummer 434/17

Bij ontvangst van een bericht 249.3 DB - 560 BTW, dat voor hem is bestemd en dat in duplo moet worden opgesteld, brengt de Ontv. op de twee exemplaren op duidelijk zichtbare wijze de volgende kanttekening aan :

"Kennisgeving 249.4 te verzenden de ...".

Voorbeeld : indien de Ontv. op woensdag 7.4.1993, een bericht 249.3 DB - 560 BTW ontvangt dat door de afzender ter post is afgegeven op 5 dito, moet hij onmiddellijk op de twee exemplaren van dit bericht de volgende kanttekening aanbrengen : "Kennisgeving 249.4 te verzenden op 20.4.1993"; de twaalf werkdagen van de termijn zijn in casu 6, 7, 8, 9, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 19 en 20.4.1993 (als de laatste nuttige dag een zaterdag is, moet de kennisgeving 249.4 worden verzonden op de werkdag die deze zaterdag voorafgaat).

5. Inschrijving van het bericht 249.3 DB - 560 BTW in het bijzonder correspondentieregister

Nummer 434/18

Na op het bericht 249.3 DB - 560 BTW de voormelde kanttekening te hebben aangebracht schrijft de Ontv. het in het bijzonder register bedoeld sub 434/13 in.

Het in dit register aan de inschrijving toegekende nummer wordt goed zichtbaar op elk van beide exemplaren van het bericht 249.3 DB - 560 BTW vermeld.

6. Samenstelling van het dossier

Nummer 434/19

De Ontv. legt vervolgens een map aan, waarop hij het aan het bericht 249.3 DB - 560 BTW gegeven volgnummer vermeldt, samen met alle andere nuttige verwijzingen.

Deze map is bestemd voor het aanleggen van een dossier waarin alle bescheiden zullen worden gerangschikt die betrekking hebben op het desbetreffende bericht 249.3 DB - 560 BTW. Op elk document uitgaande van de Ontv. die het bericht 249.3 DB - 560 BTW heeft ontvangen, wordt het nummer van het dossier aangebracht. De verzending van dit document wordt eveneens in het bijzonder correspondentieregister (zie 434/13) aangetekend onder het aan het bericht 249.3 DB - 560 BTW toegekende nummer.

In dit dossier worden eveneens de sub (zie commentaar op art. 427, WIB 92) bedoelde bescheiden gerangschikt, voor zover ze betrekking hebben op de onroerende goederen en op de belastingschuldige waarop het bericht 249.3 DB - 560 BTW slaat.

De aldus samengestelde dossiers moeten zorgvuldig worden gerangschikt.

7. Vergissingen bij het toezenden van de berichten 249.3 DB - 560 BTW

Nummer 434/20

Het kan voorkomen, inzonderheid in de grote centra, dat een Ontv. een bericht 249.3 DB - 560 BTW ontvangt dat niet voor hem is bestemd.

In dergelijk geval identificeert hij onverwijld de collega wie de zaak aanbelangt en verwittigt hij hem onmiddellijk per telefoon van de aard en de inhoud van het ontvangen bericht. De collega neemt nota van de inlichtingen zodat hij onmiddellijk de eerste gegevens kan verzamelen in verband met de belastingtoestand van de betrokken belastingschuldige. Het bericht 249.3 DB - 560 BTW wordt hem met de eerstvolgende postverzending onder een omslag 331 E "Dringend" toegezonden.

De Ontv. die het hem niet-aanbelangend bericht 249.3 DB - 560 BTW heeft ontvangen, neemt nota van de doorzending aan zijn collega in zijn bijzonder register. Hij moet evenwel geen dossier aanleggen.

8. Bericht 249.3 DB - 560 BTW waaraan geen gevolg moet worden gegeven

Nummer 434/21

Als de Ontv. die het bericht 249.3 DB - 560 BTW aanbelangt (zie 434/14), oordeelt dat er geen gevolg moet worden aan gegeven (zie 434/3 tot 6), volstaat het de redenen ervan bondig te vermelden in het bijzonder correspondentieregister, tegenover het nummer van inschrijving van het bericht 249.3 DB - 560 BTW.

9. Bericht 249.6 en vraag om inlichtingen 249.7

Nummer 434/22

Indien de Ontv. die het bericht 249.3 DB - 560 BTW aanbelangt (zie 434/14) van mening is dat het tot stand brengen van de ontworpen akte van die aard is dat het de rechten van de Schatkist kan schaden, zendt hij aan de Leider van het CTK of, bij ontstentenis van een CTK, aan de bevoegde Hfd.cr. een bericht 249.6 en, eventueel, aan de betrokken collega's een vraag om inlichtingen 249.7.

Voor het vervullen van die taak gelden de volgende regels :

1° het exemplaar van het bericht 249.3 DB - 560 BTW dat op de keerzijde de datumstempel van de post draagt, moet ten kantore worden bewaard en in het dossier worden gerangschikt;

2° de Ontv. bedoeld in 434/14, 2e lid, zendt onder omslag 331 E "Dringend" het andere exemplaar van het bericht 249.3 DB - 560 BTW aan de Leider van een CTK of aan de bevoegde Hfd.cr., samen met een bericht 249.6 waarop vooraf het nummer van het dossier der zaak en de datum waarop de kennisgeving 249.4 moet worden verzonden (zie 434/17 en 19, 2e lid), moeten worden vermeld. Die datum is ook de uiterste dag voor het uitvoerbaar verklaren van het kohier, waarin de nog niet gevestigde belastingen eventueel kunnen worden opgenomen om nog aan de notaris te kunnen worden genotificeerd;

3° voor de Ontv. in wiens ambtsgebied het onroerend goed is gelegen, is het tweede exemplaar van het bericht 249.3 DB - 560 BTW zonder voorwerp wanneer de woonplaats of de hoofdinrichting van de eigenaar of vruchtgebruiker van het goed in de omschrijving van een ander ontvangkantoor is gelegen;

4° als de belastingschuldige niet altijd zijn woonplaats of zijn hoofdinrichting in het ambtsgebied van het kantoor heeft gehad, moet de Ontv. van de huidige woonplaats of de plaats van de hoofdinrichting, onverminderd hetgeen onder 5° wordt gezegd, de vorige woonplaatsen of hoofdinrichtingen opzoeken (namelijk door raadpleging van de fiches 174.1 en eventueel het geautomatiseerd repertorium) en, onder omslag 331 E "Dringend", aan zijn collega(s) die kohieren zou(den) kunnen bezitten waarin aanslagen op naam van de belastingplichtige voorkomen, een vraag om inlichtingen 249.7 zenden.

De vraag om inlichtingen 249.7 moet, vóór verzending, worden aangevuld met de vermeldingen waarvan sprake in 2°, in fine.

Op de vraag om inlichtingen 249.7 moet altijd worden geantwoord, zelfs indien reeds eerder een fiche 174.1 is toegezonden. Het antwoord wordt op het drukwerk 249.7 zelf verstrekt en onder omslag 331 E "Dringend" verzonden;

5° indien een vorige woonplaats gelegen is in het ambtsgebied van het kantoor van de ligging van het goed, zendt de Ontv. van de huidige woonplaats of plaats van de hoofdinrichting geen vraag om inlichtingen 249.7 aan zijn collega van de ligging van het goed;

6° behoudens eventueel voor de belastingen waarvan kennis moet worden gegeven door de Ontv. van de ligging van het goed, is alleen de in 434/14, 2e lid bedoelde Ontv. bevoegd om een kennisgeving 249.4 aan de notaris te verzenden;

7° de Ontv. die een vraag om inlichtingen 249.7 ontvangt, onderzoekt de zaak voor alle ander werk en geeft er het passend gevolg aan, zonder de vraag 249.7 in het bijzonder register der briefwisseling in te schrijven en zonder een dossier aan te leggen.

Indien de mededeling niet voor hem is bestemd, handelt hij zoals bepaald sub 434/20, 2e lid, in verband met het bericht 249.3 DB - 560 BTW.

C. TAKEN TE VERVULLEN DOOR DE LEIDERS VAN DE CENTRALE TAXATIEKANTOREN (CTK)

Nummer 434/23

Bij ontvangst van een bericht 249.6, vergezeld van een bericht 249.3 DB - 560 BTW, zijn de leiders van een CTK er toe gehouden het aanslagdossier van de belastingschuldige op te zoeken, er de berichten 249.6 en 249.3 DB - 560 BTW aan toe te voegen, en het terstond aan de bevoegde Hfd.cr. te bezorgen.

Nummer 434/24

Zij hebben dezelfde verplichtingen wanneer de Hfd.cr. zulks vraagt, ingevolge berichten 249.6 en 249.3 DB - 560 BTW die deze laatste rechtstreeks heeft ontvangen.

Nummer 434/25

Wanneer het CTK en de controle zich in hetzelfde gebouw bevinden, wordt het dossier van hand tot hand doorgegeven.

Indien daarentegen, het dossier via de post moet worden verstuurd moet dit onder afzonderlijke omslag gebeuren. De aandacht van de Hfd.cr. wordt door middel van een goed zichtbare vermelding op het dringend karakter van de zaak gevestigd. In dergelijk geval moet het doorzenden van het dossier worden voorafgegaan door een telefonische mededeling om de Hfd.cr. te waarschuwen dat het dossier hem eerlang zal bereiken.

D. TAKEN TE VERVULLEN DOOR DE HOOFDCONTROLEURS - NATUURLIJKE PERSONEN

1. Onderzoek van het aanslagdossier van de belastingplichtige

Nummer 434/26

Na ontvangst van de berichten 249.6 en 249.3 DB - 560 BTW, die hem hetzij rechtstreeks door de Ontv., hetzij via het CTK worden toegezonden, onderzoekt de Hfd.cr. bij voorrang het aanslagdossier van de belastingplichtige.

2. Er bevindt zich een gegevensborderel 239 A of 239 B voor inkohiering op de mechanografische dienst

Nummer 434/27

In dergelijk geval en indien daartoe gegronde redenen voorhanden zijn, stuurt de Hfd.cr. onmiddellijk, onder omslag 331 E "Dringend", een behoorlijk ingevulde vraag 249.8 aan de bevoegde mechanografische dienst. Hij vermeldt op die vraag de uiterste datum waarop het kohier uitvoerbaar moet worden verklaard. Die datum moet overeenstemmen met die bepaald door de Ontv. voor het eventueel verzenden van de kennisgeving 249.4 (zie 434/17 en 22, 2°; de mechanografische dienst gaat nooit over tot dringende inkohieringen die voor het einde van de maand uitvoerbaar moeten worden verklaard wanneer de daartoe nodige documenten hen niet zijn toegestuurd uiterlijk de 5e werkdag die de 1e van de volgende maand voorafgaat).

Op te merken dat, wanneer de mechanografische dienst reeds in het bezit is van een borderel 239 A, de omslag 331 E "Dringend" eveneens een berekeningsnota 280 A moet bevatten, waarop voorafgaandelijk de "bruto-inkomsten" en de belastbare inkomsten zijn ingevuld zomede alle andere gegevens die nodig zijn voor de berekening en de inkohiering van de dringend te vestigen aanslag.

Nummer 434/28

De verzending van de vraag 249.8, die het artikel vermeldt waaronder de aanslag dringend moet worden ingekohierd, zal voorafgaandelijk telefonisch moeten worden aangekondigd. Daarbij moet de aandacht van de mechanografische dienst op de hoogdringendheid worden gevestigd.

Nummer 434/29

In bepaalde gevallen nochtans zal het de mechanografische dienst -omwille van de stand der werkzaamheden- niet meer mogelijk zijn de geautomatiseerde aanslag te verwijderen uit het in voorbereiding zijnde kohier, zodat die aanslag dubbel gebruik zal uitmaken met de dringend ingekohierde aanslag.

In dit geval zal voornoemde dienst de Hfd.cr. in het bijzonder moeten attent maken op die dubbele aanslag door middel van de volgende op de "Lijst taxatiedienst" aan te brengen vermelding :

- Identiteit van de belastingplichtige;

- Art. ... van het kohier dringend aangelegd op ...;

- Kohierartikel van de geautomatiseerde aanslag (= te ontheffen dubbele aanslag) : ...

Bij ontvangst van dit bericht moet de Hfd.cr. onmiddellijk, op de gebruikelijke manier, voorstellen tot ambtshalve ontheffing uitbrengen (zie commentaar op art. 376, WIB 92).

3. Er moeten belastingen worden ingekohierd, maar er is nog geen gegevensborderel 239 A of 239 B aan de mechanografische dienst toegezonden

Nummer 434/30

In dit geval handelt de Hfd.cr. overeenkomstig de voorschriften vervat in 434/27, 1e lid, en 434/28 en voegt bij de vraag 249.8 de nodige documenten voor de inkohiering van de dringende aanslag, hetzij :

- het begeleidingsblad 239;

- het gegevensborderel 239 B of een berekeningsnota 280 A ingevuld zoals voorgeschreven in 434/27, 2e lid.

Niettegenstaande de dringende aard van de zaak mag de Hfd.cr. in geen geval afwijken van de wettelijke regelen van de taxatieprocedure.

Dit betekent :

1° dat, hij er zich eventueel moet toe beperken de belastingen in verband met de aangegeven inkomsten in te kohieren;

2° dat, wanneer een wijzigingsprocedure (art. 346 tot 350, WIB 92) vóór de ontvangst van de berichten 249.6 en 249.3 DB - 560 BTW is aangevangen, de supplementaire rechten slechts kunnen worden ingekohierd en ter kennis gebracht indien de regelen van die procedure de Hfd.cr. niet verplichten de wijziging van de aangifte te verdagen;

3° dat, wanneer de bij art. 351, WIB 92 voorziene procedure gerechtvaardigd is, de Hfd.cr. ten spoedigste overgaat tot het vestigen van een aanslag van ambtswege in hoofde van de belastingplichtige.

Deze richtlijnen moeten nauwgezet worden nageleefd in al de gevallen waarin de verzending beoogd in 434/27 niet tijdig is kunnen geschieden.

Nummer 434/31

In geen geval zal de mechanografische dienst overgaan tot de inkohiering van een dringende aanslag indien deze niet minstens 10.000 F bedraagt.

Nummer 434/32

De werkzaamheden in verband met dringende inkohieringen ten laste van vennootschappen zijn integraal door de bevoegde Hfd.cr. uit te voeren.

4. Inlichtingen te verstrekken aan de Ontvanger

Nummer 434/33

Zodra hij in het bezit is van de nodige gegevens, stelt de Hfd.cr. zich telefonisch in verbinding met de Ontv. en bezorgt hem alle nuttige inlichtingen, met dien verstande dat die inlichtingen schriftelijk met de eerstvolgende post worden bevestigd (zie, naar analogie, 434/11).

De berichten 249.6 mogen nooit onbeantwoord blijven (antwoord te schrijven op het drukwerk zelf en onder omslag 331 E "Dringend" te verzenden).

Het aan de Hfd.cr. toegezonden exemplaar of afschrift van het bericht 249.3 DB - 560 BTW wordt in het aanslagdossier van de betrokken belastingplichtige gerangschikt.

E. TAKEN TE VERVULLEN DOOR HET BCIV/RP EN DOOR DE HFD.CR. VEN.B INGEVAL VAN DRINGENDE INKOHIERING VAN EEN AANSLAG WAARVOOR EEN GEGEVENSBORDEREL OP HET BCIV/RP IS

Nummer 434/34

Per gegevensborderel een verzoek 249.81 naar het BCIV/RP zenden in een omslag 331 E "Dringend".

Het aan het gegevensborderel te geven gevolg hangt af van de stand der werkzaamheden op het BCIV/RP.

1. Het gegevensborderel is nog niet geregistreerd met het oog op de computerverwerking

Nummer 434/35

Het BCIV/RP zendt het gegevensborderel terug naar de controle ven. met het verzoek 249.81.

De controle ven. kohiert de aanslag in en zorgt voor de tijdige uitvoerbaarverklaring van het kohier.

2. Het gegevensborderel is reeds geregistreerd met het oog op de computerverwerking

Nummer 434/36

Het BCIV/RP zendt het verzoek 249.81 terug naar de controle ven.

De controle ven. kohiert de aanslag in en zorgt voor de tijdige uitvoerbaarverklaring van het kohier.

Op het BCIV/RP wordt het gegevensborderel echter verder verwerkt. Naar gelang van het geval zal dus een aanslag worden ingekohierd of zal het gegevensborderel als foutief op de listing 289.11 worden vermeld.

a) Er is een aanslag ingekohierd

Nummer 434/37

Bij ontvangst van de listing 289.11 waaruit de inkohiering van de aanslag blijkt, ambtshalve de ontlasting voorstellen van de aanslag die op het BCIV/RP is ingekohierd.

b) Het gegevensborderel is als fout op de listing 289.11 vermeld (geen aanslag ingekohierd)

Nummer 434/38

Nagaan of de foutmeldingen niet toepasselijk zijn op de aanslag die op de controle ven. is ingekohierd. Eventueel die aanslag rechtzetten.

In geen geval het fout bevonden gegevensborderel opnieuw naar het BCIV/RP zenden.

F. TAKEN TE VERVULLEN DOOR DE MECHANOGRAFISCHE DIENST

Nummer 434/39

Onmiddellijk na de ontvangst van een vraag 249.8 onderzoekt de mechanografische dienst of er al dan niet tot de inkohiering van de dringende aanslag moet worden overgegaan.

Nummer 434/40

In bevestigend geval, of indien de aanslag in een kohier is opgenomen dat ten laatste op de uiterste datum voor verzending van de kennisgeving 249.4 uitvoerbaar zal worden verklaard, zendt de mechanografische dienst het bericht 249.8 aan de Hfd.cr. terug, na het met het kohierartikel, de datum van uitvoerbaarverklaring en het ingekohierde bedrag te hebben aangevuld.

In ontkennend geval, stuurt bedoelde dienst het bericht 249.8, samen met een nota 280 B waarop de aanslag is uitgerekend aan de Hfd.cr. terug met de vermelding dat het gegevensborderel verder door de computer zal worden behandeld, of met het verzoek om het terzelfdertijd teruggezonden gegevensborderel op te nemen in een volgende zending aan de mechanografische dienst.

Nummer 434/41

Indien zij het nodig achten, mogen de mechanografische diensten de inlichtingen telefonisch aan de Hfd.cr. mededelen. De inlichtingen moeten alsdan met de eerstvolgende post schriftelijk worden bevestigd (zie, naar analogie, 434/11).

G. TAKEN TE VERVULLEN DOOR DE GEWESTELIJKE DIRECTEURS

Nummer 434/42

De Gew.dir. zal, gelet op de bijzondere wijze waarop de te ontheffen dubbele aanslagen tot stand komen (zie 434/29), het onderzoek van de desbetreffende voorstellen tot ambtshalve ontheffing mogen beperken tot de cijfergegevens die de Hfd.crs tot staving van hun voorstellen hebben verstrekt. Dergelijke gevallen moeten steeds bij voorrang worden afgehandeld.

In afwijking (zie commentaar op art. 376, WIB 92) mag de beslissing tot ontheffing slechts aan de belastingschuldige worden verzonden in het geval dat het voorstel tot ontheffing van ambtswege uitdrukkelijk vermeldt dat het kohieruittreksel in verband met de ontlaste aanslag is verzonden.

H. KENNISGEVING VAN DE BELASTINGEN DOOR DE ONTV. AAN DE NOTARIS

1. Definitief karakter van de toestand vastgelegd in de kennisgeving 249.4

Nummer 434/43

Door aan de notaris een kennisgeving 249.4 te zenden legt de Ontv. definitief de belastingtoestand van de verkoper of de ontlener (eigenaar of vruchtgebruiker) ten opzichte van de verkrijger of van de hypothecaire schuldeiser vast. Dit impliceert dat de Staat geen andere belastingen meer zal mogen inroepen, zelfs niet indien ze het voorwerp zijn van een hypothecaire inschrijving na kennisgeving van de belastingen aan de notaris en vóór de overschrijving van de akte (zie 436/1, 2°).

Wanneer evenwel reeds vóór de ontvangst van het bericht 249.3 DB - 560 BTW van de notaris door de Ontv. hypothecaire inschrijvingen zijn genomen, bewaren deze laatste hun volle uitwerking, zelfs indien de belastingen die ze waarborgen niet zijn opgenomen in de kennisgeving 249.4 (alhoewel dit aan te bevelen is).

2. Verzending bij ter post aangetekende brief

Nummer 434/44

Onder de aantekening van de kennisgeving 249.4 verstaat men de dienstaantekening met kennisgeving van ontvangst. Dergelijke verzendingen vallen onder het systeem van de uitgestelde vergoedingen (UV).

De kennisgeving van ontvangst wordt uiteindelijk gerangschikt in het dossier dat in uitvoering van 434/19 is aangelegd.

De kennisgevingen van ontvangst kunnen in ieder postkantoor worden verkregen.

3. Geen bericht van beslag

Nummer 434/45

Er wordt opgemerkt dat, onverminderd hetgeen is gezegd onder 435/2, het verzenden van een kennisgeving 249.4 geen aanleiding geeft tot het opmaken van een bericht van beslag.

I. HYPOTHECAIRE INSCHRIJVING TE NEMEN VOOR BELASTINGEN OPGENOMEN IN DE KENNISGEVING 249.4

Nummer 434/46

In verscheidene arresten van 20.10.1955, heeft het Hof van Cassatie rechterlijke beslissingen bevestigd waarbij aan de Ontv. der directe belastingen de mogelijkheid wordt ontzegd om op de verkoopopbrengst van een onroerend goed het hypotheekrecht te doen gelden voor belastingen, opgenomen in een kennisgeving 249.4, maar waarvoor de wettelijke hypotheek van de Schatkist niet is ingeschreven.

Bij gebrek aan een dergelijke hypothecaire inschrijving is de Ontv. een chirografaire schuldeiser. Hij kan zich niet beroepen op art. 19, in fine, Hyp.W (Cass., 22.11.1990, Journal des Tribunaux, 1991, blz. 366).

De wettelijke hypotheek is het enige voorrecht waarop de Ontv. zich in kader van de verdeling van de verkoopopbrengst van een onroerend goed kan beroepen.

Bijgevolg als de Ontv. oordeelt dat een kennisgeving nodig is (art. 434, WIB 92) en hij de mededinging van andere schuldeisers bij de rangregeling vreest (zie commentaar op art. 427, WIB 92), moet hij vóór het verlijden van de ontworpen akte de wettelijke hypotheek inschrijven voor de belastingen waarop de kennisgeving 249.4 betrekking heeft (tenzij, wel te verstaan, de inschrijving reeds is genomen voor de ontvangst van het bericht 249.3 DB - 560 BTW of zij wegens geldige redenen niet kan worden genomen, zie commentaar op art. 427, WIB 92). Hij geeft aan de notaris kennis van de genomen voorzorgsmaatregel door middel van de kennisgeving 249.4.

Nummer 434/47

De Ontv. moet alleszins handelen op de wijze voorgeschreven in 434/46, 4e lid wanneer uit het bericht 249.3 DB - 560 BTW blijkt dat het onroerend goed wordt verkocht ingevolge een uitvoerend beslag op onroerend goed.

De hypothecaire inschrijving die de Ontv. in dit geval onmiddellijk moet nemen is tegenstelbaar aan de schuldeisers die hun rechten op het onroerend goed nog niet hebben doen gelden (zie commentaar op art. 427, WIB 92).