Parlementaire vraag nr. 539 van de heer Wouter Vermeersch van 09.07.2021
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2020-2021, QRVA 55/062 d.d. 06.09.2021, blz. 294
Vrijstelling eigen garage in personenbelasting
VRAAG (van de heer Vermeersch)
Heel wat belastingplichtigen bezitten privé een garage of een garagebox waaraan een apart kadastraal inkomen (KI) werd toegekend. In de personenbelasting is het onroerend inkomen van de woning die men zelf betrekt (de eigen woning) vrijgesteld (artikel 12, § 3 WIB 1992). Onder welke voorwaarden kan een bij de eigen woning horende garage of een garagebox die eigendom is van een belastingplichtige en waaraan een apart kadastraal inkomen werd toegekend, vallen onder deze vrijstelling? Ter illustratie vier situaties.
Situatie 1: de garage grenst niet aan de woning die eigendom is van de belastingplichtige en waarin de belastingplichtige zelf woont, maar de garage behoort wel tot hetzelfde perceel en vormt een normale bijhorigheid bij die woning.
Situatie 2: de garage bevindt zich in de nabijheid van de woning van de belastingplichtige maar niet op hetzelfde perceel van de woning. Bijv. deze bevindt zich op einde van de straat van een rij woningen, die elk een eigen garage bezitten in die blok van garages.
Situatie 3: de garage maakt deel uit van hetzelfde complex waarin de belastingplichtige een flat of appartement heeft gekocht en zelf bewoont als eigen woning.
Situatie 4: de garage bevindt zich in de nabijheid, maar maakt geen deel uit van het appartementencomplex waarin de belastingplichtige een flat of appartement heeft gekocht en zelf bewoont als eigen woning.
Voor alle duidelijkheid de garage of garagebox wordt door de belastingplichtige voor eigen privé gebruik aangewend.
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
Het onroerend inkomen van een garage of een garagebox met een afzonderlijk kadastraal inkomen die de belastingplichtige zelf privé gebruikt kan voor de vrijstelling van de eigen woning in aanmerking komen wanneer die garage of garagebox door haar onmiddellijk nut als één geheel met de eigen woning kan worden beschouwd. Het moet gaan om een 'aanhorigheid' die volgens de aard, de ligging, de oppervlakte en de waarde ervan een normale bijhorigheid vormt bij de eigen woning. Het hoeft hierbij niet te gaan om een aan de woning grenzende garage of garagebox. De door u voorgelegde situaties kunnen hieraan voldoen, maar moeten steeds op basis van de feitelijke omstandigheden worden beoordeeld.