Commentaar van art. 518, WIB 92

Art. 518, WIB 92

I. WETTEKST

518/0

II. ALGEMEEN

518/1-3

III. BEREKENING VAN DE INDEXERINGSCOEFFICIENT

518/4-9

A. Algemeen

518/4

B. Berekeningswijze

518/5

C. Afronding van de indexeringscoëfficiënt

518/6

D. Bedrag van de indexeringscoëfficiënt

518/7

E. Afronding van de geïndexeerde KI

518/8-9

IV. INDEXERING VAN DE KI

518/10-14

A. Bedoelde bepalingen

518/10-11

B. Niet-bedoelde bepalingen

518/12

C. Vermindering van de OV voor bescheiden woning

518/13

D. Vaststelling van de voordelen van alle aard

518/14

Bijlage 1: Indexeringscoëfficiënten voor de KI waarvan sprake in 518/4 tot 9

518/Bijlage/1

Bijlage 2: Geïndexeerde bedragen van de woningaftrek (basisbedrag en verhoging) waarvan sprake in 518/9

518/Bijlage/2

I. WETTEKST

Nummer 518/0

Art. 518 [De huidige tekst van art. 518, WIB 92, is van toepassing vanaf 1.1.1997.]. - Voor de toepassing van de artikelen 7 tot 11, 16, 221, 1° en 223, 2°, 234, 1°, 255 en 277 wordt onder kadastraal inkomen verstaan het kadastraal inkomen aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk.

De aanpassing gebeurt met behulp van de coëfficiënt die verkregen wordt door het gemiddelde van de indexcijfers van het jaar dat het jaar van de inkomsten voorafgaat te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van de jaren 1988 en 1989.

In afwijking van artikel 178, § 1, worden de in artikel 16, § 1, vermelde bedragen van 120.000 frank en 10.000 frank aangepast met behulp van de coëfficiënt vermeld in het vorige lid.

De coëfficiënt wordt berekend overeenkomstig artikel 178, § 2, tweede lid.

Na toepassing van de coëfficiënt worden de bedragen afgerond tot het hogere of lagere honderdtal naargelang het cijfer van de tientallen al of niet vijf bereikt.

II. ALGEMEEN

Nummer 518/1

Vanaf het inkomstenjaar 1991 en tot het in werking treden van de volgende algemene perequatie van de kadastrale inkomens (KI), wordt het door de Administratie van het Kadaster vastgestelde KI jaarlijks aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, zowel voor de toepassing van de OV als voor de toepassing van de PB. Dit leidt automatisch tot de overeenstemmende indexering van de in art. 16, § 1, WIB 92, vermelde bedragen van 120.000 F en 10.000 F (woningaftrek).

Nummer 518/2

Het aldus ingevoerde indexeringsmechanisme voor de KI en voor de woningaftrek verschilt echter van dat bepaald in art. 178, WIB 92, in die zin dat de vaststelling van de toe te passen indexeringscoëfficiënt (zie 518/5), alsmede de wijze van afronding, volgens eigen regels gebeuren (zie 518/6).

Nummer 518/3

Overigens zijn er bepaalde uitzonderingen op die indexering, ofwel omdat een jaarlijkse aanpassing reeds voortvloeit uit de toepassing van een andere wettelijke bepaling (zie 518/11), ofwel om te vermijden dat de betrokken belastingplichtigen bepaalde voordelen zouden verliezen (zie 518/12).

III. BEREKENING VAN DE INDEXERINGSCOEFFICIENT

A. ALGEMEEN

Nummer 518/4

De indexering van de KI gebeurt met behulp van een coëfficiënt die volgens andere regels wordt bepaald en afgerond dan die welke voor de algemene indexering gelden (zie commentaar op art. 178, WIB 92).

B. BEREKENINGSWIJZE

Nummer 518/5

De indexering van de KI gebeurt met behulp van een indexeringscoëfficiënt die wordt verkregen door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen van het Rijk van het jaar dat het jaar van de inkomsten voorafgaat te delen door het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen van het Rijk van de jaren 1988 en 1989.

Het jaargemiddelde wordt verkregen door de som van het indexcijfer van de 12 maanden van het jaar te delen door 12.

Zoals bij de berekening van de gewone indexering inzake PB (art. 178, WIB 92) wordt dus niet de levensduurte van het inkomstenjaar zelf in aanmerking genomen, maar wel die van het eraan voorafgaande jaar. Het verschil bestaat er evenwel in dat niet met de levensduurte van 1988, maar met de gemiddelde levensduurte van de jaren 1988 en 1989 wordt vergeleken.

C. AFRONDING VAN DE INDEXERINGSCOEFFICIENT

Nummer 518/6

Voor de berekening van de indexeringscoëfficiënt gebeurt de afronding op de in art. 178, § 2, tweede lid, WIB 92, bepaalde wijze, namelijk :

1° het gemiddelde van de indexcijfers wordt afgerond tot het hogere of lagere honderdste van een punt naargelang het cijfer van de duizendsten van een punt al of niet vijf bereikt;

2° de coëfficiënt wordt afgerond tot het hogere of lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al of niet vijf bereikt.

Voorbeeld

Om de indexeringscoëfficiënt inzake onroerende fiscaliteit te berekenen die op het stuk van OV van toepassing is voor aanslagjaar 1999 en op het stuk van de PB voor aanslagjaar 2000 (inkomsten van het jaar 1999) moet men :

1° het gemiddelde in aanmerking nemen van de indexcijfers van de comsumptieprijzen van het jaar 1998, afgerond zoals hierboven beschreven tot het hogere of lagere honderdste : 102,60;

2° hetzelfde doen met het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen van de jaren 1988 (81,48) en 1989 (84,01);

3° het rekenkundig gemiddelde van de twee sub 2° verkregen bedragen berekenen : (81,48 + 84,01) : 2 = 82,75;

4° het bedrag sub 1° delen door het bedrag sub 3° : 102,60 : 82,75 = 1,23987;

5° het resultaat tenslotte afronden tot op het tienduizendste : 1,2399.

Het getal 1,2399 is bijgevolg de indexeringscoëfficiënt die inzake onroerende fiscaliteit van toepassing is :

- voor het aanslagjaar 1999 wat de OV betreft;

- voor het aanslagjaar 2000 wat de PB betreft.

D. BEDRAG VAN DE INDEXERINGSCOEFFICIENT

Nummer 518/7

De Administratie der directe belastingen publiceert jaarlijks het bedrag van de indexeringscoëfficiënt voor de KI in het Belgisch Staatsblad.

De in aanmerking te nemen indexeringscoëfficiënten zijn opgenomen in 518/Bijlage/1.

E. AFRONDING VAN DE GEINDEXEERDE KI

Nummer 518/8

De na toepassing van de coëfficiënt geïndexeerde KI worden afgerond tot het hogere of lagere honderdtal naargelang het cijfer van de tientallen al of niet vijf bereikt.

Voorbeeld (PB aanslagjaar 2000)

1° 9.200 x 1,2399 = 11.407, afgerond tot 11.400;

2° 9.400 x 1,2399 = 11.655, afgerond tot 11.700.

Nummer 518/9

Dezelfde regel is van toepassing voor de indexering van de in art. 16, § 1, WIB 92, vermelde bedragen van 120.000 F en 10.000 F (woningaftrek).

De geïndexeerde bedragen van 120.000 F en 10.000 F zijn vermeld in 518/Bijlage/2.

IV. INDEXERING VAN DE KI

A. BEDOELDE BEPALINGEN

Nummer 518/10

Krachtens art. 518, eerste lid, WIB 92 moet het KI worden geïndexeerd voor de toepassing van de volgende artikelen van het WIB 92 :

art. 7, § 1, WIB 92 (algemene bepaling inzake PB van het netto-inkomen van in België gelegen onroerende goederen);

art. 8, WIB 92 (splitsing van het KI van een onroerend goed dat aan een natuurlijke persoon is verhuurd in een KI m.b.t. het gedeelte dat voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid wordt gebruikt en in een KI m.b.t. het gedeelte dat voor andere doeleinden wordt gebruikt : beide delen van het KI moeten afzonderlijk worden geïndexeerd);

art. 9, WIB 92 (vaststelling of wijziging van het KI of wijziging van de bestemming van een onroerend goed tijdens een belastbaar tijdperk) : in zulk geval moet eerst het deel van het niet-geïndexeerde KI worden vastgesteld dat op elk van de verschillende toestanden slaat, en vervolgens moeten die delen afzonderlijk worden geïndexeerd;

art. 11, WIB 92 (belastingplichtigen) : voor onroerende goederen in onverdeeldheid moet eerst het deel van het niet-geïndexeerde KI worden bepaald dat overeenstemt met het aandeel van elke deelhebber in het onverdeelde, en vervolgens moeten die delen afzonderlijk worden geïndexeerd;

art. 16, WIB 92 (woningaftrek) : niet alleen het KI van de eigen woning moet volgens de in 518/4 tot 9 vermelde methode geïndexeerd worden, maar eveneens de bedragen van 120.000 F en 10.000 F (basisbedrag en verhoging van de woningaftrek) (zie 518/9). Het bedrag van 950.000 F (grensbedrag van het netto-inkomen waarop de aanvullende woningaftrek volledig wordt toegestaan) blijft daarentegen geïndexeerd volgens de methode voorgeschreven in art. 178, WIB 92;

6° art. 221, 1° en art. 223, 2°, WIB 92 (bepaling inzake RPB van het netto-inkomen van in België gelegen onroerende goederen);

art. 234, 1°, WIB 92 (bepaling inzake BNI/rechtspers. van het netto-inkomen van in België gelegen onroerende goederen);

art. 255, WIB 92 (vaststelling van de OV op basis van het KI);

art. 277, WIB 92 (verrekening van de OV m.b.t. het KI van de woning die in aanmerking komt voor de woningaftrek).

Nummer 518/11

Hoewel zij niet uitdrukkelijk in art. 518, WIB 92, zijn vermeld, heeft de indexering van de KI ook een weerslag op de toepassing van andere artikelen van het WIB 92, omdat zij met de ene of de andere van de in 518/10 vermelde bepalingen verband houden, namelijk :

art. 15 en 257, 4°, WIB 92 : het deel van het KI dat eventueel overblijft na de vermindering wegens onproduktiviteit moet worden geïndexeerd;

art. 256, WIB 92 : aangezien in de aldaar bedoelde gevallen de OV berekend wordt op het niet-verminderde KI, moet dit worden geïndexeerd;

B. NIET-BEDOELDE BEPALINGEN

Nummer 518/12

Een aantal bepalingen van het WIB 92, worden niet door de indexering van de KI beïnvloed, namelijk :

art. 12, § 1, WIB 92 (vrijstelling in de PB van het KI van sommige onroerende goederen die bestemd zijn tot openbaar nut), art. 12, § 2, WIB 92 (vrijstelling in de PB van het KI van onroerende goederen onder een loopbaanpacht) en art. 253, WIB 92 (vrijstelling van OV voor sommige onroerende goederen) : aangezien in die gevallen geen belasting of voorheffing op het KI verschuldigd is, zou de indexering geen enkel praktisch gevolg hebben;

art. 13, WIB 92 (beperking van de van de brutohuur aftrekbare kosten op grond van het KI) : voor deze bepaling wordt de indexering reeds geregeld door art. 1, KB/WIB 92, dat jaarlijks een revalorisatiecoëfficiënt vaststelt;

art. 32, tweede lid, 3°, WIB 92 (herkwalificatie van de huur als bezoldigingen van bedrijfsleiders) : het gerevaloriseerde KI is het KI vermenigvuldigd met de in art. 13, WIB 92, en art. 1, KB/WIB 92, vermelde revalorisatiecoëfficiënt.

C. VERMINDERING VAN DE OV VOOR BESCHEIDEN WONING

Nummer 518/13

De in de art. 257 tot 260, WIB 92, bepaalde verminderingen worden noodzakelijkerwijze berekend op de OV die zelf vastgesteld wordt op basis van een geïndexeerd KI.

Om evenwel te vermijden dat de belastingplichtige als gevolg van de indexering van de KI het eventuele voordeel van de vermindering voor bescheiden woning zou verliezen, moet het KI van al de onroerende goederen die de belastingplichtige in België bezit, niet worden geïndexeerd om te beoordelen of de desbetreffende vermindering al dan niet kan worden toegestaan en moet het getoetst worden aan de grensbedragen van 30.000 F en 40.000 F die al evenmin geïndexeerd worden.

D. VASTSTELLING VAN DE VOORDELEN VAN ALLE AARD

Nummer 518/14

Het voordeel van alle aard wegens de kosteloze beschikking over een onroerend goed (art. 36, WIB 92, en art. 18, § 3, 2°, KB/WIB 92)wordt op grond van het geïndexeerde KI berekend.

INDEXERINGSCOEFFICIENTEN VOOR DE KI WAARVAN SPRAKE IN 518/4 TOT 9

Nummer 518/Bijlage/1

Inkomstenjaar

Aj. OV

Aj. PB

Indexerings-
coëfficiënt

Publicatie in
Belgisch
Staatsblad

1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999

1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999

1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000

1,0503
1,0829
1,1093
1,1398
1,1669
1,1840
1,2084
1,2281
1,2399

15.3.1991
18.3.1992
6.2.1993
12.3.1994
19.5.1995
9.2.1996
19.2.1997
4.3.1998
19.5.1999

GEINDEXEERDE BEDRAGEN VAN DE WONINGAFTREK (BASISBEDRAG EN VERHOGING) WAARVAN SPRAKE IN 518/9

Nummer 518/Bijlage/2

Aj. PB

Basisbedrag van
de woningaftrek

Verhoging

Publicatie in
Belgisch Staatsblad

Basisbedrag
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000

120.000 F
126.000 F
129.900 F
133.100 F
136.800 F
140.000 F
142.100 F
145.000 F
147.400 F
148.800 F
(3.688,66 EUR)

10.000 F
10.500 F
10.800 F
11.100 F
11.400 F
11.700 F
11.800 F
12.100 F
12.300 F
12.400 F
(307,39 EUR)

-
15.3.1991
18.3.1992
6.2.1994
12.3.1994
19.5.1995
9.2.1996
19.2.1997
4.3.1998
19.5.1999