Artikel 289, WIB 92
Art. 289, tweede lid, is van toepassing op inkomsten van financiële instrumenten die het voorwerp zijn van zakelijke-zekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten die zijn afgesloten vanaf 01.02.2005 (art. 11 en 14, W 25.04.2006 - B.S. 28.04.2006; Numac: 2006003250)
Het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting wordt niet verrekend ter zake van inkomsten van schuldvorderingen en leningen die de schuldeiser in België gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid, wanneer de schuldeiser, niettegenstaande hij de verrichting in eigen naam heeft gedaan, in werkelijkheid is opgetreden voor rekening van derden die hem voor de financiering van de verrichting de nodige middelen hebben verschaft en geheel of gedeeltelijk de aan de verrichting verbonden risico's dragen. Voor de toepassing van deze bepaling wordt een in het buitenland gevestigde onderneming die over een Belgische inrichting beschikt die als schuldeiser optreedt, mede als derde aangemerkt.
Het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting wordt niet verrekend terzake van interesten opgebracht door financiële instrumenten, welke in België zijn ge bruikt voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger van de inkomsten wanneer hij deze financiële instrumenten bezit hetzij in zijn hoedanigheid van leningnemer in het kader van een lening met betrekking tot deze financiële instrumenten, hetzij in zijn hoedanigheid van cessionaris of pandnemer in uitvoering van een zakelijke-zekerheidsovereenkomst.