Parlementaire vraag nr. 95 van mevrouw Claes van 29.04.2008

Parlementaire vraag nr. 95 van mevrouw Claes dd. 29.04.2008


Vragen en Antwoorden, Kamer, 2007-2008, nr. 017, blz. 2915-2917

Bedrijfswagen - Voordeel van alle aard - Eigen bijdrage werknemer voor opties

VRAAG

Een werkgever stelt een leasewagen ter beschikking aan zijn werknemer. De werknemer heeft de mogelijkheid om op eigen kosten bijkomende opties, een ruimere uitvoering of een zwaarder type te kiezen. Het betreft hier dus een eigen bijdrage onafhankelijk van het aantal gereden privékilometers met de firmawagen. De firmawagen blijft na de leasingperiode eigendom van de leasingmaatschappij, die aan de werkgever (na de gebruiksperiode) voor de upgrade geen enkele vergoeding verschuldigd is.

Wanneer het voordeel niet kosteloos wordt toegestaan, is het in aanmerking te nemen voordeel datgene dat overeenkomstig § 3, punten 2 tot 9, is vastgesteld, verminderd met de bijdrage van de verkrijger van het voordeel (artikel 18, § 4, KB/WIB 1992).

1. Aangezien het voordeel alle aard forfaitair wordt bepaald in functie van het aantal fiscale pk van de wagen, bent u het met mij eens dat het voordeel alle aard van een wagen met of zonder opties alleen wordt bepaald in functie van de fiscale pk en dat alleen wanneer de werknemer kiest voor een wagen met een hogere fiscale pk het voordeel hoger wordt geraamd?

2. Bevestigt u dat het in aanmerking te nemen voordeel dient te worden verminderd met elke bijdrage van de werknemer ongeacht of die bijdrage betrekking heeft op de wagen in het algemeen dan wel op een bijkomende optie?

3. Bevestigt u dat de bijdrage van de werknemer voor de bedrijfswagen steeds in mindering van het in aanmerking te nemen voordeel dient te worden gebracht ongeacht het feit dat de bijdrage door de werkgever of door de leasingmaatschappij aan de werknemer wordt gefactureerd?

4. Wanneer de bijdrage van de werknemer betrekking heeft op bijkomende opties en die bijdrage eenmalig wordt gefactureerd en betaald door de werknemer, dient het in aanmerking te nemen voordeel eenmalig te worden verminderd in het jaar van de betaling of mag de werknemer het bedrag in gelijke delen in functie van de leasingtermijn in mindering brengen van het jaarlijkse voordeel?

ANTWOORD (vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen, 08.05.2008)

Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden op haar vragen te willen vinden.

1. Het antwoord luidt bevestigend.

2. Het antwoord luidt bevestigend.

3. Het antwoord luidt bevestigend.

Indien de bijdrage voor de bedrijfswagen door de leasingmaatschappij aan de werknemer wordt gefactureerd, mag de werknemer bij het invullen van zijn aangifte in de personenbelasting het belastbaar voordeel van alle aard met betrekking tot deze bedrijfswagen dat is vermeld op de fiche 281.10 opgesteld door de werkgever verminderen met de bijdrage die hij rechtstreeks aan de leasingmaatschappij heeft betaald mits hij het bewijs daarvan kan leveren.

Indien de betaalde bijdrage echter hoger is dan het overeenkomstig artikel 18, § 3, punt 9, KB/WIB 1992 vastgesteld voordeel met betrekking tot deze bedrijfswagen, moet de aftrek van de bijdrage worden beperkt tot het bedrag van het overeenkomstig artikel 18, § 3, punt 9, KB/WIB 1992 vastgesteld voordeel met betrekking tot deze bedrijfswagen. Een eventueel negatief saldo mag dus niet in mindering worden gebracht van de belastbare bezoldigingen en ook niet van eventueel andere belastbare voordelen van alle aard.

4. Gelet op het eenjarigheidsbeginsel mag de éénmalige bijdrage niet over meerdere jaren worden gespreid, maar moet de bijdrage in het jaar van betaling in mindering worden gebracht van het overeenkomstig artikel 18, § 3, punt 9, KB/WIB 1992 vastgesteld voordeel met betrekking tot deze bedrijfswagen binnen de beperkingen als vermeld in het antwoord op vraag 3.