Commentaar van art. 407, WIB 92 (bijwerking)
Bijwerking van 01.01.2010
TITEL VII: VESTIGING EN INVORDERING VAN DE BELASTINGEN
HOOFDSTUK VIII: Invordering van de belasting
Afdeling II: Hoofdelijke aansprakelijkheid voor de belastingschulden van een aannemer
Art. 407, WIB 92
407/0 | |
II. UITZONDERING OP DE BEPALINGEN VAN DE | 407/2-4 |
Art. 407, WIB 92
I. WETTEKST
Nummer 407/0
Art. 407 – De artikelen 402 en 403 zijn niet van toepassing op de opdrachtgever- natuurlijke persoon in de mate dat hij voor louter privé-doeleinden de in artikel 400, 1°, (1) vermelde werken laat uitvoeren.
(1) Vermits art. 400, 1°, b), WIB 92, nog niet het voorwerp is geweest van een koninklijk uitvoeringsbesluit, beoogt de huidige administratieve commentaar uitsluitend de uitzondering die geldt voor de opdrachtgever-natuurlijke persoon die voor louter privé-doeleinden de in art. 400, 1°, a), WIB 92, vermelde werken laat uitvoeren.
Nummer 407/1
Voor de huidige tekst van art. 407, WIB 92, wordt verwezen naar art. 11, KB 26.12.1998 houdende maatregelen met het oog op de aanpassing van de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling voor de sociale en fiscale schulden met toepassing van artikel 43 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioen-stelsels. (Belgisch Staatsblad 31.12.1998, 2de editie).
II. UITZONDERING OP DE BEPALINGEN VAN DE ART. 402 EN 403, WIB 92
1. Genieter van de uitzondering
Nummer 407/2
Uit de tekst van art. 407, WIB 92, blijkt duidelijk dat de genieter van de uitzondering:
- een opdrachtgever (bouwheer) is;
- een natuurlijke persoon is.
Daaruit vloeit voort dat die uitzondering:
- slechts van toepassing is in de relatie "aannemer – opdrachtgever" (en dus niet in de relatie "aannemer – onderaannemer"; zie ter zake het verslag aan de Koning bij het voormelde KB 26.12.1998);
- niet wordt toegestaan wanneer de opdrachtgever een rechtspersoon of een vereniging is.
2. Aard van de werken
Nummer 407/3
Het betreft hier alle werken die bedoeld zijn in art. 400, 1°, a), WIB 92, zijnde "de werk-zaamheden die zijn vermeld in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde" (zie commentaar op art. 400, WIB 92).
3. Draagwijdte van de uitzondering
Nummer 407/4
De werken waarop de in art. 407, WIB 92, bedoelde uitzondering betrekking heeft, zijn die welke de opdrachtgever- natuurlijke persoon laat uitvoeren "voor louter privé-doeleinden".
Uit het verslag aan de Koning bij het voormelde KB 26.12.1998, blijkt dat de uitzondering niet geldt voor gedeelten van een gebouw toebehorend aan meerdere eigenaars (bijvoorbeeld de gangen en trappen van een appartementsgebouw), noch voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die beroepsmatig worden aangewend. De uitzondering is daarentegen wel van toepassing op bijvoorbeeld werken die de opdrachtgever aan een privé-woning laat uitvoeren, ongeacht of hij die zelf bewoont of verhuurt.
Voor een woning die gedeeltelijk als privé-woning en gedeeltelijk beroepsmatig gebruikt wordt (bijvoorbeeld een woonhuis waarin een arts zijn praktijk heeft gevestigd), is de uitzondering van toepassing op werken uitgevoerd aan de specifieke privé-gedeelten van de woning. Zij is daarentegen niet van toepassing op de werken die zowel het beroepsmatige gedeelte (praktijk), als de gemeenschappelijke delen (bijvoorbeeld het dak) van de woning betreffen.
De uitzondering is niet van toepassing bij het verrichten van werken met het oog op het toe-voegen of het inlijven van een beroepsmatig gedeelte aan een gebouw.
De uitzondering, geldt daarentegen wel voor de werken die verricht worden met het oog op het hergebruik als privé-woning van een gebouw dat gedeeltelijk beroepsmatig gebruikt werd.