Artikel 450bis, WIB 92
Art. 450bis, tweede lid en derde lid (ingevoegd), treedt in werking op dezelfde datum als de datum voorzien bij artikel 38 van de wet van 29.02.2024 (B.S. 08.04.2024; Numac: 2024002052) tot invoering van boek I van het Strafwetboek (09.04.2026) (Art. 5 en 24, W 16.05.2024 - B.S. 21.06.2024; Numac: 2024005238)
Ten einde te vermijden dat een veroordeelde aan een onredelijk zware straf zou worden onderworpen, houdt de rechter bij de straftoemeting rekening met de verschuldigde administratieve geldboeten en belastingverhogingen.
Artikel 53, § 2, 4°, van het Strafwetboek vindt geen toepassing op de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit de fiscale misdrijven zijn verkregen, op de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en op de inkomsten uit de belegde voordelen in geval de vordering van de fiscale administratie gegrond wordt verklaard en tot een effectieve betaling van deze volledige vordering heeft geleid.
In het geval van het ontbreken van de effectieve betaling als voorzien in het tweede lid, zullen personen die werden veroordeeld voor de in de artikelen 449, 450, 451 en 452 bedoelde misdrijven, hoofdelijk gehouden zijn tot betaling van de verbeurdverklaring.