Commentaar van art. 320, WIB 92

Art. 320, WIB 92

I. WETTEKST

320/0

II. ALGEMEEN

320/1

A. Uitvoeringsbesluiten

320/2

B. Aangenomen drukkers

320/3-17

C. Levering van ontvangstbewijsboekjes, van formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp, van getuigschriften voor verstrekte hulp en van overeenstemmingsstroken - Levering van het dagboek

320/18-20

III. ONTVANGSTBEWIJSBOEKJES

320/21-25

A. Algemeen

320/21-23

B. Uitreiking van de ontvangstbewijzen

320/24-25

IV. DAGBOEKEN

320/26-36

V. BIJZONDERE GEVALLEN : LEDEN VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS-SENATOREN

320/37

VI. BEROEPSGEHEIM

320/38

VII. BIJLAGEN : DIVERSE MINISTERIELE BESLUITEN

320/b1-b9

I. Beoefenaars van vrije beroepen die geen belastingplichtigen inzake BTW zijn

320/b1

II. Beoefenaars van vrije beroepen die belastingplichtigen inzake BTW zijn

320/b2

III. Notarissen

320/b3

IV. Gerechtsdeurwaarders

320/b4

V. Advocaten

320/b5

VI. Geneesheren en klinisch biologen

320/b6

VII. Tandheelkundigen

320/b7

VIII. Vroedvrouwen, verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en kinesitherapeuten

320/b8

IX. Inrichtingen voor geneeskundige verzorging

320/b9

I. WETTEKST

Nummer 320/0

Art. 320. - § 1. Personen die een vrij beroep, een ambt of een post uitoefenen zijn gehouden voor elke in geld, per check of op andere wijze gedane inning van honoraria, commissielonen, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten of andere beroepsontvangsten, een gedagtekend en ondertekend ontvangstbewijs af te leveren dat gelijktijdig in origineel en duplo wordt opgesteld en dat wordt getrokken uit een boekje waarvan het model en de wijze waarop de bedoelde belastingplichtigen ervan worden voorzien, worden vastgesteld door de Minister van Financiën; deze kan :

1° onder door hem bepaalde voorwaarden, de verplichting opheffen, of wel voor bepaalde ontvangsten een ontvangstbewijs af te leveren, of wel op het ontvangstbewijs de naam van de schuldenaar van de geïnde sommen te vermelden;

2° voor zekere categorieën van de bedoelde personen de vermelding op het ontvangstbewijs van alle gegevens of de inlassing van alle formules voorschrijven die nuttig blijken om de ontvangsten en de uitgaven van die belastingplichtigen na te zien.

§ 2. De in § 1 vermelde personen houden daarenboven een dagboek dat dag voor dag het bedrag aanwijst, eensdeels van de uit hun ontvangstbewijsboekje overgebrachte ontvangsten en anderdeels van alle andere ontvangsten of voordelen waarvoor zij ervan ontslagen zijn een ontvangstbewijs af te leveren, zomede de uiteenzetting van hun behoorlijk verantwoorde beroepsuitgaven.

Het model van het dagboek wordt vastgesteld door de Minister van Financiën die de inschrijving van voor sommige gevallen nuttig geoordeelde aanvullende gegevens oplegt en die zekere categorieën van de hiervoor bedoelde personen van de dagelijkse inschrijving in het dagboek van hun ontvangsten en uitgaven kan ontslaan en die inschrijving op een ander tijdstip kan bepalen.

Het dagboek wordt, vóór het wordt gebruikt, genummerd en geparafeerd door de controleur der belastingen van het gebied.

II. ALGEMEEN

Nummer 320/1

Art. 320, WIB 92 legt aan de personen die een vrij beroep, een ambt of een post uitoefenen het bijhouden van een speciale boekhouding op.

Die boekhouding omvat ontvangstbewijsboekjes en een dagboek van ontvangsten en van uitgaven.

De algemene bijzonderheden dienomtrent zijn opgenomen in 320/18 tot 36. De specifieke bepalingen worden per besluit besproken (zie de verwijzing tussen haakjes na elk besluit in 320/2).

Opgemerkt wordt dat de art. 342, § 1,2e lid, WIB 92 (forfaitaire grondslagen van aanslag vastgesteld in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen) en 343, WIB 92 (individueel driejarig akkoord) niet van toepassing zijn voor de belastingplichtigen onderworpen aan de verplichting bedoeld in art. 320, § 2, WIB 92 (houden van een dagboek en uitreiken van ontvangstbewijzen).

A. UITVOERINGSBESLUITEN

Nummer 320/2

Verschillende MB leggen het model van de ontvangstbewijsboekjes en van het dagboek vast :

- het MB 12.3.1976 (V 1415), dat het algemeen stelsel behelst, beoogt de bescheiden bij te houden door de beoefenaars van een vrij beroep, enz. die niet onderworpen zijn aan de BTW (zie 320/Bijl.I/0 tot 4);

- het MB 28.9.1992 (V 2206) beoogt de bescheiden bij te houden door de personen die een vrij beroep uitoefenen en die, wegens dat beroep, belastingplichtigen inzake BTW zijn (zie 320/Bijl.II/0 tot 7);

- het MB 12.3.1976 (V 1414) beoogt de door de notarissen bij te houden bescheiden (zie 320/Bijl.III/0 tot 6);

- het MB 27.8.1976 (V 1434) beoogt de door de gerechtsdeurwaarders bij te houden bescheiden (zie 320/Bijl.IV/0 tot 18);

- het MB 6.11.1976 (V 1438) beoogt de door de advocaten bij te houden bescheiden (zie 320/Bijl.V/0 tot 21);

- het MB 15.3.1985 (V 1768) legt het model en het gebruik vast van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering (zie 320/Bijl.VI/0 tot 16);

- het MB 15.3.1985 (V 1770) legt het model en het gebruik vast van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de tandheelkundigen (zie 320/Bijl.VI- I/0 tot 16);

- het MB 15.3.1985 (V 1771) legt het model en het gebruik vast van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de vroedvrouwen, de verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en de kinesitherapeuten (zie 320/Bijl.VIII/0 tot 15);

- het MB 15.3.1985 (V 1769), gewijzigd bij MB 3.7.1985 (V 1801) en MB 30.6.1986 (V 1848) legt het model en het gebruik vast van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook die moeten worden gebruikt door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging (zie 320/Bijl.IX/0 tot 16).

B. AANGENOMEN DRUKKERS

1. Erkenning

Nummer 320/3

De drukkers die ontvangstbewijsboekjes drukken, moeten vooraf door de Administratie der directe belastingen aangenomen zijn.

Te dien einde moeten zij een aanvraag richten aan het Hoofdbestuur der directe belastingen, Directie III/4, Rijksadministratief Centrum, Financietoren, Kruidtuinlaan 50, Bus 32, te 1010 Brussel.

De volgende documenten moeten bij de aanvraag worden gevoegd :

- een getuigschrift van goed zedelijk gedrag bestemd voor een openbaar bestuur op naam van de betrokkene indien het gaat om een natuurlijke persoon, of op naam van de personen die bevoegd zijn de rechtspersoon te verbinden, indien het om een vennootschap gaat;

- een attest van de Hfd.cr. der directe belastingen van het gebied waarbij wordt bevestigd dat de belastingplichtige in regel is met zijn belastingzaken en dat hij het nodige drukkersmaterieel bezit;

- in voorkomend geval een exemplaar van de statuten van de vennootschap;

- een verklaring waarbij de drukker:

1° zich verbindt binnen 15 dagen een borgtocht van 50.000 F [vanaf 01.01.2002 : 1.250,00 euro] in overheidsfondsen neer te leggen of in specie te storten, om het herstel van de eventueel door de Schatkist geleden schade te waarborgen, in geval van bedrog begaan door zijn bemiddeling

OF

een bankinstelling aanwijst die aanvaardt zich borg te stellen voor een gelijkwaardig bedrag;

2° zich verbindt de voorschriften, bepaald door de Administratie der directe belastingen inzake de levering van de drukwerken, na te leven.

Nummer 320/4

Het onderzoek van de aanvraag tot erkenning, het opstellen en de betekening van de beslissing, alsook het overhandigen aan de drukker van het administratief zegel bestemd voor het drukken van ontvangstbewijsboekjes, zijn toevertrouwd aan de Gew. dir. van de directe belastingen.

2. Borgtochten en bankwaarborg

a) Borgtochten in specie of in overheidsfondsen

Nummer 320/5

De borgtochten in specie of in overheidsfondsen worden in alle opzichten gelijkgesteld met de deposito's en de consignaties.

Borgtochten in specie moeten op de postrekening 000-2004099-79 van de Deposito- en de Consignatiekas worden gestort.

De aanneembare effecten (zie MB 15.12.1965, V 1129) worden gedeponeerd in handen van de Staatskassier bij de Nationale Bank van België of bij een van haar agentschappen buiten de hoofdstad; de inschrijvingen op naam worden, zowel in het Grootboek als op het bewijs, aangetekend met een vermelding waarbij wordt vastgesteld dat zij niet zonder geschreven toestemming van de Gew.dir. der belastingen mogen worden vervreemd.

Behoudens een speciale beslissing van de Minister van Financiën mogen andere overheidsfondsen niet worden aanvaard.

De effecten worden aangenomen tegen de bedragen vermeld in de door de Administratie van de BTW, registratie en domeinen bekend gemaakte prijscouranten; de lijst van die prijscouranten verschijnt de 20e van elke maand in de bijlagen van het BS.

De terugbetaalbare effecten moeten, zonder verwijl, door aanvaardbare waarden van een ten minste gelijk bedrag worden vervangen.

Nummer 320/6

De drukkers moeten aan de Gew.dir. der directe belastingen het stortingsbewijs of de deposito-erkenning overhandigen, welke hun door de Nationale Bank wordt verstrekt. Die documenten dienen te vermelden dat de gestorte sommen of het deposito worden aangewend als borgtochtpand.

De Gew.dir. dient het debetbericht, het stortingsbewijs of de deposito-erkenning aan de Administratie der Thesaurie - Deposito - en Consignatiekas - toe te zenden met de volgende inlichtingen en bescheiden :

1° de reden waarom de borgtocht werd gesteld;

2° het bedrag van de te storten borgtocht;

3° het dossier betreffende de borgtocht.

Nummer 320/7

De teruggave van borgtochten in geld wordt toegestaan door de Gew.dir. der directe belastingen. Zij is voorgeschreven in de art. 5 tot 7 van het MB 3.4.1963 (V 1040).

De teruggave van borgtochten in overheidsfondsen is voorgeschreven in de art. 14 tot 19 van voornoemd MB.

b) Bankwaarborg

Algemeen

Nummer 320/8

Borgtochten in specie of in overheidsfondsen mogen worden vervangen door een bankwaarborg.

Deze vorm van borgtocht vereist geen tussenkomst van de Deposito- en Consignatiekas.

De akte van borgtocht (zie model in 320/9) moet in twee exemplaren worden overhandigd aan de Gew.dir. der directe belastingen.

Indien de door de drukker ingediende aanvraag tot erkenning wordt aanvaard, wordt een exemplaar van de akte aan de bankinstelling toegezonden, voorzien van het akkoord van de Gew.dir.

Model van de akte

Nummer 320/9

Ondergetekende ...............(benaming van de financiële instelling) met maatschappelijke zetel te ...................... ten deze vertegenwoordigd door ..................(naam, voornaam, hoedanigheid en woonplaats), optredend krachtens de volmachten hem verleend bij .....................(artikel van de statuten of de akte van machtsoverdracht) bekendgemaakt in de Bijlagen van het Belgische Staatsblad, dd .........................., onder nr. ... verklaart zich borg te stellen, ten belope van de som van vijftigduizend (50.000) frank [vanaf 01.01.2002 : 1.250,00 euro], tegenover de Belgische Staat, Ministerie van Financiën, Administratie der directe belastingen, tot zekerheid van de invordering van de sommen welke zouden kunnen worden geëist als herstel van de eventueel door de Schatkist (Administratie der directe belastingen) geleden schade ingeval van enigerlei

tekortkoming begaan door ................. (naam en voornaam of firmanaam en adres van de drukker) of van zijn aangestelde, in zijn hoedanigheid van aangenomen drukker van ontvangstbewijsboekjes ten behoeve van beoefenaars van vrije beroepen, ambten of posten. In haar hoedanigheid van borg en onder afstand van het voorrecht van uitwinning en, eventueel van het voorrecht van splitsing en van alles wat deze akte zou kunnen nietig maken, inzonderheid van het voorrecht bepaald bij artikel 2037 van het Burgerlijk Wetboek waarvan de bank verklaart volledig kennis te hebben, verplicht ....................... (benaming van de financiële instelling)

zich tot betaling van de sommen die, voor de uitwerking van de herroeping van de borgstelling, door de Administratie der directe belastingen als vergoeding van de voormelde schade zou worden geëist, en zulks op het eerste verzoek dat door de voormelde Administratie tot haar zou worden gericht, zonder dat het nodig is zijn toevlucht te nemen tot enigerlei voorafgaande formaliteit. Deze persoonlijke borgstelling gaat heden in. De herroeping van de borgstelling zal slechts kunnen geschieden bij een ter post aangetekende brief en zal slechts uitwerking hebben zes maanden na de kennisgeving ervan aan het Hoofdbestuur van de Administratie der directe belastingen, waarvan de kantoren thans gevestigd zijn, Rijksadministratief Centrum, Financietoren, Kruidtuinlaan 50, Bus

32 te 1010 Brussel. (handtekening(en) voorafgegaan door de geschreven vermelding "Goed voor borgtocht ten bedrage van vijftigduizend frank [vanaf 01.01.2002 : 1.250,00 euro]")

3. Verplichtingen van de aangenomen drukkers

a) Gebruik van het administratief zegel

Nummer 320/10

Samen met de toelating ontvangt de drukker, tegen ontvangstbewijs, een administratief zegel. Hij mag enkel gebruik maken van dit zegel of van gegalvaniseerde reprodukties van dit zegel die op elk punt overeenstemmen met het oorspronkelijk gegalvaniseerd cliché.

Van belang is dat de ontvangstbewijsboekjes, bekleed zijn met het administratief zegel dat absoluut eensluidend is met het origineel, niet alleen wat de aanduidingen betreft die het bevat, maar ook inzake afmetingen.

De aandacht van de aangenomen drukkers moet hierop worden gevestigd en ze dienen te worden verwittigd dat elke vastgestelde overtreding op dat gebied van die aard kan zijn, dat de vergunning onmiddellijk wordt ingetrokken en dat er tevens vervolgingen kunnen worden ingesteld, die tot gevangenis kunnen leiden en tot een verbod, bij toepassing van art. 184 van het strafwetboek.

b) Door de aangenomen drukkers te verstrekken inlichtingen betreffende de levering van ontvangstbewijsboekjes

Algemeen

Nummer 320/11

De inlichtingen moeten jaarlijks worden verstrekt op documenten, leveringsberichten genoemd, die worden opgesteld aan de hand van individuele steekkaarten die naar mate van de leveringen worden aangelegd. De leveringsberichten moeten worden gestaafd door een samenvattende opgave.

Individuele steekkaarten

Nummer 320/12

Elk jaar moeten de aangenomen drukkers voor elke klant aan wie zij ontvangstbewijsboekjes leveren, een individuele steekkaart openen waarop wordt vermeld :

- de naam, het adres en het beroep van de klant aan wie boekjes werden geleverd;

- de datum van de verschillende leveringen van de boekjes;

- het aantal en de nummers van de geleverde boekjes;

- het nummer en de datum van de facturen met betrekking tot de leveringen.

De individuele steekkaarten dienen, zonder verplaatsing, ter beschikking te worden gehouden van de ambtenaren van de Administratie der directe belastingen.

Leveringsberichten

Nummer 320/13

De leveringsberichten zijn bestemd voor de taxatiediensten. Zij kunnen bestaan uit een afschrift of een fotocopie van de individuele steekkaarten.

De vermeldingen met betrekking tot de identiteit van de klant moeten in de lengterichting en op het bovendeel van de berichten worden aangebracht. Zij vermelden eveneens de woorden : "Leveringsbericht - Opgave van de ontvangstbewijsboekjes die in 19.. aan de hierna vermelde klant werden geleverd".

De leveringsberichten met betrekking tot een volledig jaar moeten naar het Hoofdbestuur der directe belastingen, directie III/4, Rijksadministratief Centrum, Financietoren, Kruidtuinlaan 50, Bus 32 te 1010 Brussel, worden gezonden in de loop van de eerste twee maanden van het jaar dat volgt op de levering.

Samenvattende opgave

Nummer 320/14

De aangenomen drukkers moeten bij de leveringsberichten een in tweevoud opgestelde samenvattende opgave voegen waarop is vermeld :

- de naam en het adres van de drukker;

- het leveringsjaar van de ontvangstbewijsboekjes;

- de naam, het adres en het beroep van elke klant aan wie de ontvangstbewijsboekjes werden geleverd;

- het aantal aan elke klant geleverde ontvangstbewijsboekjes.

De beide exemplaren van de samenvattende opgave moeten door de aangenomen drukker worden ondertekend.

Bijzonder geval : Uitbesteding van het drukken van ontvangstbewijsboekjes aan een andere aangenomen drukker

Nummer 320/15

Elke aangenomen drukker mag beroep doen op een andere aangenomen drukker om, voor zijn rekening, ontvangstbewijsboekjes te drukken.

In dergelijk geval moet :

1° de aangenomen drukker die de uitbesteding doet, de leveringsberichten opstellen met betrekking tot die boekjes alsook de daarbij horende samenvattende opgave;

2° de aangenomen drukker die de boekjes drukt, in afzonderlijke rubriek van de samenvattende opgave, die jaarlijks aan de Administratie der directe belastingen moet worden voorgelegd, melding maken van :

- identiteit van de beoefenaar;

- het aantal voor elke beoefenaar gedrukte boekjes;

- de identiteit van de drukker voor wiens rekening de boekjes werden gedrukt.

4. Lijst van de aangenomen drukkers

Nummer 320/16

- Dirk BALLET Manestraat 33, 3540 Herk de Stad

- Drukkerij DE PAUW Onze-Lieve-Vrouwstraat 27, 3580 Beringen

- Drukkerij CAILLIAU BVBA Torhoutsesteenweg 678, 8400 Oostende

- Drukkerij DE CANCK NV Korte Massemsesteenweg 1, 9230 Wetteren

- Drukkerij C. DE LEENHEER BVBA Kerkstraat 202, 9473 Denderleeuw (Welle)

- Drukkerij DE PEUTER NV Industriezone Wolfstee, 2200 Herentals

- Drukkerij DE SMET BVBA Torhoutsesteenweg 416, 8400 Oostende

- Drukkerij DEVRIENDT NV Veldstraat 20, 8680 Koekelare

- Uitgeverij DIE KEURE NV Oude Gentweg 108, 8000 Brugge

- Drukkerij GOVA BVBA Gilainstraat 118, 3300 Tienen

- BVBA GRAFISCH CENTRUM Heiveld 117/19, 1745 Opwijk

- Drukkerij HOEBRECKX BVBA Baaistraat 74, 3470 Kortenaken

- Drukkerij Jan HONINCKX BVBA Galerij Ten Poel 17-7, 3300 Tienen

- Drukkerij Romain KESTELOOT BVBA Pastoor De Meerleerstraat 125-127-129, 9100 Sint-Niklaas

- Drukkerij DE NOLF NV Ten Akkerdreef 8, 8500 Kortrijk

- Drukkerij PAUWELS NV Kerkstraat 93, 9900 Eeklo

- Drukkerij PERKA NV Industrielaan 12, 9900 Maldegem

- PRINTOR NV Hoogstraat 65, 9620 Zottegem

- Drukkerij REINAART P. Gilainstraat 111, 3300 Tienen

- Drukkerij STROBBE BVBA Kasteelstraat 1, 8870 Izegem

- Drukkerij Daniël THIBAUT NV Sint-Jozefstraat 42-44, 2140 Antwerpen (Borgerhout)

- Drukkerij TROOSTERS Hortelstraat 41, 3530 Houthalen

- TYPOLITH BVBA Oude Brusselstraat 19, 2800 Mechelen

- Drukkerij VAN DEN HENDE Co. NV Zuidstationstraat 11, 9000 Gent

- Drukkerij VANDEVELDE BVBA A. De Keyserestraat 6, 9700 Oudenaarde

- BVBA Firmin VANPARIJS Zandbergstraat 26, 8750 Wingene

- Roland VAN RIJSELBERGHE Nieuwe Wandeling 94, 9000 Gent

- Drukkerij VAN WASSENHOVE BVBA Sint-Lucasstraat 6, 9700 Oudenaarde

- Drukkerij F.J. WILLEKENS NV Londenstraat 17-19, 2000 Antwerpen

- Beschutzende Werkstätte "DIE ZUKUNFT" 4770 Meyrode 73

- SA Imprimerie BON TON Boulevard de Froidmont 47, 4030 Liège

- SPRL Imprimerie BOUILLET Rue des Pierres 2, 6010 Charleroi (Couillet)

- SA Imprimerie BORDEAUX-CAPELLE Rue L. et V. Barré 32, 5500 Dinant

- SA Imprimerie GEROME Rue de l'Hôtel Communal 85, 4460 Grâce-Hollogne

- SA Imprimerie E. GUYOT Rue Ransfort 25, 1080 Bruxelles

- SA Imprimerie PAPETERIE LIBRAIRIE Rue Saint-Remy 11-11b, 4000 Liège

- SA LA LORGNETTE - Imprimerie SCHMITZ Chaussée de Liège 13 A, 6600 Bastogne

- SA Imprimerie G. LEENS Rue du Collège 94, 4800 Verviers

- SA Imprimerie LIELENS Rue de la Princesse 18, 1070 Brussel

- SPRL MARTINO Rue Ferrer 156 à 160, 4100 Seraing

- SA Imprimerie Benoît MEYER Rue de la Halle 4, 6600 Bastogne

- SPRL Nouvelle Imprimerie MOSTINCKX" Rue des Ropieurs 13, 7000 Mons

- Imprimerie G. PARMENTIER Rue Léopold 19, 7700 Mouscron

- Imprimerie Eric PIRSON Rue de l'Enclos 1, 5537 Bioul

- Imprimerie Marc RENIER Sous le Château 34B, 4300 Waremme

- Imprimerie André ROBERT Rue Louis de Broukère 62, 4420 Liège (Saint-Nicolas)

- SA Imprimerie SIMONIS Rue Saint-Lèonard 408, 4000 Liège

- SA Imprimerie WAGELMANS Rue Saint-Hadelin, 4600 Visé

- SPRL "Y.C.L. IMPRIMERIE" Rue Vanspreybroeck 25, 6790 Aubange

5. Stopzetting van de werkzaamheid i.v.m. het drukken van ontvangstbewijsboekjes

Nummer 320/17

De erkende drukker die zijn werkzaamheid i.v.m. het drukken van ontvangstbewijsboekjes stopzet, is gehouden zonder uitstel het administratief zegel terug te bezorgen aan de bevoegde Gew.dir.

De Gew.dir. gaat dan over tot het vrijmaken van de door de drukker gevormde borgtocht en betekent hem de intrekking van zijn erkenning.

C. LEVERING VAN ONTVANGSTBEWIJSBOEKJES, VAN FORMULIEREN VAN ONTVANGSTBEWIJZEN-GETUIGSCHRIFTEN VOOR VERSTREKTE HULP, VAN GETUIGSCHRIFTEN VOOR VERSTREKTE HULP EN VAN OVEREENSTEMMINGSSTROKEN - LEVERING VAN HET DAGBOEK

Nummer 320/18

De ontvangstbewijsboekjes worden enkel geleverd door een door de Administratie der directe belastingen aangenomen drukker (zie 320/3 tot 17; lijst van de drukkers : zie 320/16) met uitzondering van de medische en de paramedische beroepen (zie wat dat betreft 320/20).

Opgemerkt wordt dat, wat de notarissen betreft, de Kamers der notarissen zorgen voor de verdeling van de ontvangstbewijsboekjes.

Nummer 320/19

Het dagboek wordt te koop gesteld door sommige drukkers van de privé-sector en door de aangenomen drukkers waarvan de lijst voorkomt in 320/16.

Nummer 320/20

Wat de medische en paramedische beroepen betreft worden de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp, getuigschriften voor verstrekte hulp en overeenstemmingsstroken tegen betaling geleverd door het :

Algemeen Secretariaat van Financiën

Economaat

Dienst getuigschriften voor verstrekte hulp

Akenkaai 55

1210 Brussel

Tel. 02/224.96.11

Minimumbestelling :

- boekjes : 10 boekjes van 50 formulieren;

- kettingformulieren :

= banden van 3 formulieren naast elkaar :

1 reeks van 3.000 formulieren, horizontaal of verticaal genummerd;

= banden van 1 formulier :

1 reeks van 2.000 formulieren of 1 reeks van 1.000 formulieren (model D);

- overeenstemmingsstroken : 1 reeks van 1.000.

III. Ontvangstbewijsboekjes

A. Algemeen

1. Vrije beroepen andere dan medische en paramedische

Nummer 320/21

De ontvangstbewijsboekjes worden genummerd per leveringsjaar en per beoefenaar en, wat de notarissen betreft, eveneens per Kamer van notarissen. Zij blijven onbeperkt geldig en dus ook na het leveringsjaar; ze moeten in de volgorde van hun nummering worden gebruikt, te beginnen met het boekje met het laagste nummer van het oudste jaar.

Voor het ontvangstbewijsboekje wordt begonnen, controleert de houder van het boekje het aantal bladen. Indien er geen overeenstemming is tussen het aantal bladen en de nummering van het boekje, signaleert de houder zulks aan de drukker en vraagt hij de vervanging van het onregelmatige boekje.

De naam, voornamen, adres en beroep van de beoefenaar van het vrij beroep, het ambt of de post, moeten op elk ontvangstbewijs van het boekje worden gedrukt.

De ontvangstbewijsboekjes die worden gebruikt door verenigingen - zonder rechtspersoonlijkheid - van beoefenaars van vrije beroepen, moeten verplicht de benaming van de vereniging en het adres van de zetel vermelden. Wanneer de benaming niet de naam van de leden bevat, moet er de naam van een verantwoordelijk lid op voorkomen.

De boekjes moeten gedurende 6 jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin het laatste ontvangstbewijs werd uitgereikt, worden bewaard (zie art. 315, 3e lid, WIB 92).

De betrokken belastingplichtigen zijn ertoe gehouden, op elk verzoek, aan de aanslagambtenaren hun voorraad niet gebruikte boekjes te tonen.

Nummer 320/22

Niets verzet zich ertegen dat een beoefenaar van een vrij beroep tegelijkertijd twee boekjes gebruikt, het ene voor de inningen te zijnen huize, het andere voor de inningen tijdens verplaatsingen, op voorwaarde dat het totaal van de ontvangsten elke dag als volgt in het dagboek wordt geschreven :

"Datum : ............... 1e boekje: ............... F 2e boekje: ............... F".

2. Medische en paramedische beroepen

Nummer 320/23

Het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp moet worden gebruikt telkens als de honoraria, de terugbetaling van kosten, enz., in verband met de verstrekking, voor rekening van de beoefenaar worden of zullen worden geïnd, ongeacht of die verstrekking ten huize van de zieke, in de spreekkamer van de beoefenaar of in een inrichting van geneeskundige verzorging wordt verricht.

Het formulier moet dus niet worden gebruikt voor de verstrekkingen waarvan de honoraria worden geïnd voor rekening van een derde - natuurlijke of rechtspersoon - die een inrichting voor geneeskundige verzorging beheert en dit ongeacht de juridische band tussen de verstrekker en de beheerder van de inrichting.

De formulieren, die bestaan uit een origineel en een duplicaat, worden geleverd in boekjes- of kettingvorm. De duplicaten van de formulieren moeten worden bewaard tot staving van de rekeningen van de beoefenaar.

De formulieren bevatten benevens de vaste vermeldingen, de volgende individuele vermeldingen :

- het identificatienummer bij het RIZIV; het nummer van het formulier;

- de naam en de voornaam;

- de geneeskundige specialisatie of de hoedanigheid;

- het adres van de woonplaats of van de spreekkamer.

De twee delen van het formulier, eensdeels het getuigschrift voor verstrekte hulp, anderdeels het ontvangstbewijs, worden gelijktijdig of afzonderlijk gebruikt, volgens het geval. De tabel in 320/25 geeft een overzicht van de wijze waarop het formulier in de verschillende gevallen moet worden gebruikt.

Wanneer het getuigschrift voor verstrekte hulp zonder het ontvangstbewijs wordt gebruikt (b.v. bij een verstrekking waarvoor het honorarium niet contant wordt betaald) of wanneer het ontvangstbewijs wordt gebruikt zonder het getuigschrift voor verstrekte hulp (b.v. bij betaling in speciën als het honorarium niet bij de verstrekking werd betaald), moet het niet gebruikte deel van het formulier worden doorstreept en bij het boekje of de duplicaten worden gevoegd.

De formulieren in boekjes- en kettingvorm zijn per beoefenaar en per leveringsjaar genummerd.

De formulieren moeten volgens hun nummering worden gebruikt tenzij een geldige reden bestaat voor het gelijktijdig gebruik van verscheidene boekjes of reeksen kettingformulieren. Zelfs in dat geval behoort het eerst de oudste boekjes of reeksen te bezigen met de kleinste nummers.

De formulieren van de ongebruikte boekjes en van de ongebruikte reeksen van kettingformulieren blijven geldig na het verstrijken van het jaar van de levering.

De geheel of gedeeltelijk gebruikte boekjes en reeksen van 50 kettingformulieren moeten worden bewaard gedurende 6 jaar, vanaf 1 januari van het jaar van hun gebruik. Gedurende die periode is de beoefenaar verplicht ze mede te delen aan de ambtenaren van de directe belastingen die erom verzoeken.

De niet gebruikte boekjes en reeksen van 50 kettingformulieren moeten worden bewaard en worden voorgelegd aan de ambtenaren van de directe belastingen die erom verzoeken.

B. UITREIKING VAN DE ONTVANGSTBEWIJZEN

1. Vrije beroepen andere dan medische en paramedische

Nummer 320/24

Alle ontvangsten, met inbegrip van de voorschotten, honoraria, commissielonen, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten en andere beroepsontvangsten, moeten aanleiding geven tot de uitreiking van een uit het boekje genomen ontvangstbewijs, ongeacht of de inning in geld, in checks of op een andere wijze werd gedaan.

De uitvoeringsbesluiten ontheffen de personen die een vrij beroep uitoefenen nochtans van de verplichting een ontvangstbewijs uit te reiken voor de betalingen op een post- of bankrekening die op hun naam of - in voorkomend geval - op die van hun kantoor is geopend. Deze bepaling impliceert dat de bedoelde personen ertoe gehouden zijn, de strookjes van de stortings- of overschrijvingsbulletins aan de administratie over te leggen wanneer deze erom verzoekt, daar die bescheiden de ontvangstbewijzen vervangen (Cass., 17.5.1966, Delvoye, Bull. 444, blz. 1569).

Die personen kunnen daarenboven bij toepassing van art. 315, WIB 92, worden verzocht, de rekeninguittreksels van de Postgirodienst en van de banken aan de administratie voor te leggen, ten einde haar in de gelegenheid te stellen na te gaan of de ontvangsten die over die instellingen werden gedaan, naar het dagboek werden overgebracht.

De mededeling aan de administratie van de uittreksels is niet van aard het briefgeheim of het beroepsgeheim te schenden (Cass., 17.5.1966, Delvoye, Bull. 444, blz. 1569).

Wanneer de belastingplichtige zich op het beroepsgeheim beroept, dient men eventueel te handelen overeenkomstig art. 334, WIB 92.

Voor wat betreft de ontheffing van de verplichting tot het uitreiken van een ontvangstbewijs, verleend aan de BTW- belastingplichtigen-beoefenaars van vrije beroepen voor de betalingen waarvoor een BTW-kwitantie is uitgereikt, wordt verwezen naar 320/Bijl. II/3.

2. Medische en paramedische beroepen

Nummer 320/25

GEBRUIKSAANWIJZING VOOR HET ONTVANGSTBEWIJS-GETUIGSCHRIFT VOOR VERSTREKTE HULP

Gevallen

Getuigschrift voor verstrekte hulp

Ontvangstbewijs

I. Door de ziekte- en invaliditeitsverzekering gedekte verstrekkingen

A. De honoraria (inbegrepen de terugbetaling van kosten) zijn contant betaald :

invullen en aan de patiënt uitreiken

invullen en aan de schuldenaar uitreiken

B. De honoraria (inbegrepen de terugbetaling van kosten) zijn niet contant betaald :

1. bij de verstrekking :

invullen en aan de patiënt uitreiken

doorstrepen en bewaren

2. bij de betaling :

a) als zij gebeurt op de postrekening of de bankrekening van de begunstigde :

Het formulier niet gebruiken maar het ontvangen bedrag rechtstreeks inschrijven in het dagboek

b) als de betaling op een andere manier gebeurt

doorstrepen en bewaren

invullen en aan de schuldenaar uitreiken

C. De beoefenaar past het stelsel toe van de betalende derde :

1. het remgeld is niet verschuldigd:

a) bij de verstrekking :

invullen en aan de verzekeringsinstelling uitreiken

doorstrepen en bewaren

b) bij de betaling door de verzekeringsinstelling :

zie nr. I, B, 2, hierboven

2. het remgeld is contant betaald

a) bij de verstrekking :

invullen en aan de verzekeringsinstelling uitreiken

invullen voor het bedrag van het remgeld en aan de schuldenaar uitreiken

b) bij de betaling door de verzekeringsinstelling :

zie nr. I, B, 2, hierboven

3. het remgeld is niet contant betaald :

a) bij de verstrekking :

invullen en aan de verzekeringsinstelling uitreiken

doorstrepen en bewaren

b) bij de betaling van het remgeld :

zie nr. I, B, 2, hierboven

c) bij de betaling door de verzekeringsinstelling :

zie nr. I, B, 2, hierboven

II. Niet door de ziekte- en invaliditeitsverzekering gedekte verstrekkingen

Bij de betaling :

Zie nr. I, B, 2, hierboven

IV. DAGBOEKEN

Nummer 320/26

Het dagboek moet voor het wordt begonnen, aan de Hfd.cr. der directe belastingen van het ambtsgebied worden voorgelegd, om te worden genummerd en geparafeerd. Die ambtenaar vult het op de eerste bladzijde voorkomende attest als volgt aan :

"Dit dagboek dat door de Hr. ........... ( naam, voornaam, beroep en adres) zal worden gebruikt, werd heden .............. 19.., door de ondergetekende hoofdcontroleur der directe belastingen, genummerd en geparafeerd." (Handtekening en stempel van de dienst)

Nummer 320/27

In het dagboek moeten worden ingeschreven het bedrag van de ontvangsten opgenomen in de ontvangstbewijsboekjes, het bedrag van de ontvangsten door middel van een post- of bankrekening en het bedrag van de ontvangsten waarvoor een BTW-kwitantie (zie 320/Bijl.II/3) werd uitgereikt.

Nummer 320/28

Het bedrag van de ontvangsten wordt aan het einde van elke dag, per inning, naar het dagboek overgebracht.

Nummer 320/29

Aan de verplichting, door art. 320, WIB 92, opgelegd aan de personen die een vrij beroep uitoefenen, om een dagboek te houden waarin dag aan dag het totale bedrag van hun ontvangsten alsmede de uiteenzetting van hun beroepskosten worden opgetekend, is slechts voldaan in zover de inschrijvingen in het register dat aldus is voorgeschreven, daaraan werkelijk het karakter van een dagboek gegeven, d.w.z. een register waarin de desbetreffende verrichtingen op hun datum worden vastgesteld door inschrijvingen die daarin dagelijks worden gedaan (Cass., 19.5.1964, Cumps, Bull. 420, blz. 1244).

Nummer 320/30

Er wordt evenwel van het in 320/28 vermelde beginsel afgeweken wanneer de betrokkenen meer dan één ontvangstbewijsboekje per maand gebruiken. In dat geval mag het totale bedrag van de in elk boekje ingeschreven ontvangsten, op de afsluitingsdatum van het boekje, in zijn geheel naar het dagboek worden overgebracht, zonder overheveling van het ene jaar naar het volgende (zie commentaar op art. 27, WIB 92), op voorwaarde dat de opgave van de bedoelde ontvangsten bij ieder boekje is gevoegd.

Nummer 320/31

De honoraria, commissielonen, enz., ontvangen na stopzetting van de beroepswerkzaamheid moeten aanleiding geven tot de uitreiking van een ontvangstbewijs en tot een inschrijving in het dagboek (PV nr. 168, Peeters, Bull.VA nr. 32, Kamer, zitting 1977-1978, blz. 2425, Bull. 565, Blz. 1511).

Nummer 320/32

De beroepskosten moeten post per post in het dagboek worden ingeschreven :

- hetzij bij het ontvangen van de factuur of van het bewijsstuk;

- hetzij op de datum van betaling wanneer voor de uitgave geen factuur of bewijsstuk is opgesteld.

In het eerste geval kunnen als beroepskosten worden aangenomen, de kosten die gedurende het belastbare tijdperk het karakter van zekere en vaststaande schulden of verliezen hebben verworven en die als zodanig werden geboekt (zie 320/Bijl.II/7).

Verder wordt de beoefenaar door het bijhouden van het dagboek niet ontheven van de verplichting om de werkelijkheid en het bedrag van de beroepskosten aan te tonen die hij in dat dagboek heeft ingeschreven en die hij van zijn belastbare bruto-inkomsten wil aftrekken (Cass., 23.10.1962, Delvoye, Bull. 394, blz. 553).

Nummer 320/33

Het dagboek wordt afgesloten aan het einde van elk jaar. Het moet dus niet ieder jaar worden vervangen.

Daaruit volgt dat de belastingplichtigen die zich in normale omstandigheden bevinden, niet tegelijkertijd in het bezit van verscheidene geparafeerde dagboeken mogen worden gesteld (PV nr. 106, Defraigne, Bull.VA nr. 24, Kamer, zitting 1970-1971, Blz. 1150, Bull. 486, blz. 1274).

Nummer 320/34

Men neemt aan dat beoefenaars van een vrij beroep, ambt of post die hun werkzaamheid in groepsverband of in een burgerlijke vennootschap uitoefenen, met betrekking tot die werkzaamheid slechts één gemeenschappelijke boekhouding bijhouden die moet bestaan, eensdeels, uit ontvangstbewijsboekjes ten name van de groep of van de burgerlijke vennootschap en, anderdeels, uit een dagboek waarin alle ontvangsten en kosten van die groep of van die burgerlijke vennootschap worden opgetekend en waarin aan het einde van het boekjaar de verdeling van de aan elk van de vennoten of leden toegekende nettobaten worden ingeschreven.

De delen van de vennoten worden geacht uiterlijk op 31 december van het jaar te zijn verkregen, ook wanneer de financiële verrichtingen in werkelijkheid slechts na die datum plaatshebben.

De vennoten die geen werkzaamheid buiten de groep of de burgerlijke vennootschap uitoefenen, moeten geen persoonlijk dagboek houden.

De vennoten die hun werkzaamheid ook buiten de groep of de burgerlijke vennootschap uitoefenen, moeten een afzonderlijk dagboek houden voor de buiten de groep of de burgerlijke vennootschap behandelde zaken. Zij moeten naar dat dagboek het bedrag van hun deel in het resultaat van de groep of van de burgerlijke vennootschap overbrengen (naargelang van de toekenningen en, voor het deel van het jaarresultaat dat nog niet werkelijk werd overgebracht, op 31 december).

Nummer 320/35

Beoefenaars van een vrij beroep die een boekhouding voeren volgens de gebruikelijke regelen van het dubbel boekhouden, moeten bij het opstellen van hun aangifte voor de PB, de niet-geïnde schuldvorderingen bij het begin en aan einde van het belastbare tijdperk weglaten.

Nummer 320/36

Rekening houdend met de evolutie van de boekhoudingsmethodes en het steeds vaker aanwenden van informaticaprocédés, verzet de administratie er zich niet tegen dat de beoefenaars van een vrij beroep de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samengevat maandelijks bedrag, dat voorkomt op een computerlisting, mits de volgende voorwaarden zijn vervuld :

1° de computerlisting moet conform zijn aan het officiële model van dagboek gevoegd bij de in 320/2 bedoelde MB, in die zin dat de kolommenindeling van voormeld model tot uiting moet komen op de listing;

2° de inschrijvingen op de computerlisting moeten geschieden overeenkomstig de bepalingen van de voormelde MB;

3° de saldi van de listing moeten op geregelde tijdstippen, en ten minste eens per maand, worden overgeboekt naar een dagboek van het officiële model; dit laatste moet, voor elk gebruik, door de Hfd.dr. van de directe belastingen van het gebied worden genummerd en geparafeerd.

V. BIJZONDERE GEVALLEN: LEDEN VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS - SENATOREN

Nummer 320/37

De leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senatoren zijn, wat de hun wegens hun mandaat toegekende vergoeding betreft, ontheven van de verplichting het bij art. 320, WIB 92 voorgeschreven ontvangstbewijs uit te reiken en het dagboek, waarvan in hetzelfde artikel sprake is, bij te houden.

VI. BEROEPSGEHEIM

Nummer 320/38

Ter zake wordt verwezen naar de commentaar op art. 334, WIB 92.

VII. BIJLAGEN : DIVERSE MINISTERIELE BESLUITEN

Art. 320, WIB 92 - BIJLAGE I

Nummer 320/B1

Ministerieel besluit van 12 maart 1976 tot vastlegging van het model van het dagboek en van het ontvangstbewijsboekje te gebruiken door personen die een vrij beroep, een ambt of een post uitoefenen, die geen belastingplichtigen inzake belasting over de toegevoegde waarde zijn en voor wie geen specifieke besluiten werden getroffen ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92) .

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Art. 1. - Aan deze bepalingen zijn onderworpen, de personen die een vrij beroep, een ambt of een post uitoefenen, die geen belastingplichtigen inzake belasting over de toegevoegde waarde zijn, en voor wie geen specifieke besluiten werden getroffen ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92).

Het dagboek en het ontvangstbewijsboekje die zij moeten gebruiken, moeten overeenkomen met de bijgaande modellen.

Dagboek

Art. 2. - Vóór elk gebruik wordt het dagboek voorgelegd, om te worden genummerd en geparafeerd, aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van het gebied, die het op de eerste bladzijde voorkomende attest aanvult.

Art. 3. - Het in de ontvangstbewijsboekjes ingeschreven bedrag van de ontvangsten en dat van de ontvangsten gedaan over een post- of bankrekening van de begunstigde worden aan het einde van elke dag, per inning, overgebracht naar het dagboek.

Art. 4. - De personen die meer dan één ontvangstbewijsboekje per maand gebruiken, mogen het totale bedrag van de in elk boekje vermelde ontvangsten, op de afsluitingsdatum van het boekje, zonder overbrenging, van het ene jaar naar het volgende, in zijn geheel naar het dagboek overbrengen, op voorwaarde dat zij de opgave van de bedoelde ontvangsten bij het boekje voegen.

Art. 5. - De beroepsuitgaven worden in het dagboek ingeschreven, post per post, hetzij bij het ontvangen van de factuur of van het bewijsstuk, hetzij op de datum van betaling wanneer voor de uitgave geen factuur of bewijsstuk werd opgesteld.

Art. 6. - Het dagboek wordt afgesloten aan het einde van elk jaar.

Ontvangstbewijsboekje

Art. 7. - De in artikel 1 bedoelde personen schaffen zich op hun kosten ontvangstbewijsboekjes aan bij een door de Administratie van de directe belastingen aangenomen drukker.

Zij zijn ertoe gehouden, op elk verzoek, aan de ambtenaren van dezelfde administratie hun niet gebruikte boekjes te tonen.

Art. 8. - Elk boekje bevat 50 uitscheurbare bladen (originelen) en 50 vastgehechte bladen (duplicaten) die door de drukker van 1 tot 50 worden genummerd.

De inschrijvingen op de uitscheurbare bladen die als ontvangstbewijs aan de cliënten worden overhandigd, worden op de vastgehechte bladen doorgeschreven door middel van carbonpapier of van een doorschrijflaagje.

Art. 9. - De drukker nummert de boekjes per leveringsjaar. Het nummer van het boekje wordt op de omslag van het boekje en op elk ontvangstbewijs gedrukt.

Art. 10. - De boekjes moeten worden gebruikt in de volgorde van hun nummering, te beginnen met het boekje dat het laagste nummer draagt van het oudste jaar.

Art. 11. - Al de in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92) beoogde beroepsontvangsten, de provisies en voorschotten inbegrepen, moeten aanleiding geven tot uitreiking van het ontvangstbewijs.

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen en het uitreiken van het ontvangstbewijs wordt nochtans toegestaan voor de betalingen die op een post- of bankrekening van de begunstigde worden gedaan.

Overgangs-, ontheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art. 12. - Deze bepalingen zijn, in afwijking van artikel 1, niet toepasselijk op advocaten en op gerechtsdeurwaarders.

Art. 13. - De dagboeken en de ontvangstbewijsboekjes van het vroegere model die de in artikel 1 bedoelde personen op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in hun bezit zullen hebben, mogen na die datum verder worden gebezigd tot ze opgebruikt zijn.

Art. 14. - Het ministerieel besluit van 24 december 1962 tot vastlegging van het model van het boekje en van het dagboek bij te houden door de personen die vrije beroepen, ambten of posten uitoefenen, wordt opgeheven wat de personen betreft die aan onderhavig besluit zijn onderworpen.

Art. 15. - Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1976.

Koninkrijk België

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie van de directe belastingen DAGBOEK te houden ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (model vastgelegd bij ministerieel besluit van 12 maart 1976). Dit dagboek dat door de Hr.

...................................... ......................................................................

(1) zal worden gebruikt, werd heden .................................... 19.., door de ondergetekende

hoofdcontroleur der directe belastingen, genummerd en geparafeerd.

(Handtekening en stempel van de dienst)

(1) Naam, voornaam, beroep en adres.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van

12 maart 1976.

De Minister van Financiën, W. De Clercq.

O N T V A N G S T E N

HONORARIA

Datum

Schuldenaar

(1)

Enigerlei bezoldiging

Postrekening

Bank Nr.

Boekjes

Bedrag

1

2

3

4

5

6

7

Overgebracht

Over te brengen :

(1) Naam of andere vermelding die de identicifatie van de schuldenaar mogelijk maakt (uitgezonderd voor de boekjes).

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 maart 1976.

De Minister van Financiën, W. De Clercq

U I T G A V E N

Beroepskosten

Aan confraters betaalde honoraria

Nr

Datum

Aard (1)

Bedrag

Begunstigde

Bedrag

8

9

10

11

12

13

14

Overgebracht

Over te brengen :

(1) Indien mogelijk de door de Administratie van de directe belastingen vastgestelde code gebruiken. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 maart 1976.

De Minister van Financiën, W. De Clercq

Model van het boekje (omslag)

Koninkrijk België Boekje nr .................

Ministerie van Financiën

Administratie van de directe belastingen

Ontvangstbewijsboekje met 50 uitscheurbare bladen (originelen) en 50 vastgehechte bladen

(duplicaten), genummerd van 1 tot 50, die moeten worden gebruikt, ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, door de personen die een vrij beroep, een ambt of een post uitoefenen die geen belastingplichtigen inzake de belasting over de toegevoegde waarde zijn en voor wie geen specifieke besluiten werden getroffen ter uitvoering van voormeld artikel

N.B. - Dit boekje moe gedurende zes jaar worden bewaard te rekenen vanaf 1 januari van het jaar van gebruik van het laatste ontvangstbewijs

Zegel van de Administratie van de directe belastingen

Model van het ontvangstbewijs en van het duplicaat

Boekje nr ..........................

Naam, voornaam, adres en beroep van de titularis.

Ontvangstbewijs nr .................

Ontvangen van

........................................................

......................................................................

......................................................................

de som van

..........................................................

F. als provisie, honoraria, bezoldiging, terugbetaling van kosten

...................................................................(1)

..........., ..........

(Handtekening)

Zegel van de Administratie van de directe belastingen

(1) Doorhalen wat niet past en eventueel aanvullen.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12

maart 1976.

De Minister van Financiën, W. De Clercq

II. ALGEMEEN

Het MB 12.3.1976 is o.m. van toepassing op :

- logopedisten;

- commissarissen-revisoren;

- psychomotorische opvoeders;

- dyslexie-therapeuten, enz.

III. ONTVANGSTBEWIJSBOEKJES

Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/18, 21, 22 en 24.

Op de ontvangstbewijzen moet worden vermeld :

- de naam van de persoon die de op het ontvangstbewijs vermelde som betaalt;

- het betaalde bedrag (in cijfers);

- de datum van betaling;

- de reden van de inning (honoraria, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten, enz., met, bij voorkomend geval en in de mate van het mogelijke, de uitsplitsing van de totale som);

- de handtekening van de beoefenaar.

Het volgende mag er eveneens worden op aangetekend :

- het voluit geschreven bedrag van de betaalde som;

- een referte of enigerlei verantwoording.

IV. DAGBOEK

Zie in 320/19 en 26 tot 36.

Art. 320, WIB 92 - BIJLAGE II

Nummer 320/B2

Ministerieel besluit van 28 september 1992 tot vastlegging van het model van het ontvangstbewijsboekje en van het dagboek te gebruiken door personen die een vrije beroep uitoefenen, en die, wegens dat beroep, belastingplichtigen inzake belasting over de toegevoegde waarde zijn.

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Art. 1. - De modellen van het ontvangstbewijsboekje en van het dagboek als bedoeld in artikel 320 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en die moeten worden gebruikt door de personen die een vrij beroep uitoefenen en die, wegens dat beroep, belastingplichtigen inzake belasting over de toegevoegde waarde zijn, worden vastgelegd in de bijlagen 1 en 2 van dit besluit.

Ontvangstbewijsboekje

Art. 2. - De hiervoren bedoelde personen schaffen zich op hun kosten ontvangstbewijsboekjes aan bij de drukkers die door de Administratie der directe belastingen zijn aangenomen.

Zij zijn ertoe gehouden, op elk verzoek, aan de ambtenaren van dezelfde Administratie hun niet gebruikte boekjes te tonen.

Art. 3. - Elk boekje bevat 50 uitscheurbare bladen (originelen) en 50 vastgehechte bladen (duplicaten) die door de drukker van 1 tot 50 worden genummerd.

De inschrijvingen op de uitscheurbare bladen die als ontvangstbewijs aan de cliënten worden overhandigd, worden op de vastgehechte bladen overgebracht door middel van carbonpapier of van een laag carbon of ander produkt.

Art. 4. - De nummering van de boekjes geschiedt per jaar. Het nummer van het boekje moet op de omslag van het boekje en op elk ontvangstbewijs worden vermeld.

Art. 5. - Al de in artikel 320 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 beoogde bedrijfsontvangsten, de provisies en voorschotten inbegrepen, moeten aanleiding geven tot uitreiking van het ontvangstbewijs.

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen van het uitreiken van het ontvangstbewijs wordt nochtans toegestaan voor de betalingen die op de postrekening of op een bankrekening van de begunstigde worden gedaan.

Eenzelfde ontheffing wordt toegestaan voor de betalingen waarvoor op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde een kwitantie wordt uitgereikt overeenkomstig artikel 2, laatste lid van het koninklijk besluit nr. 1, van 23 juli 1969 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 6. - Wanneer de belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd is, moeten de maatstaf van heffing, het tarief en het bedrag van die belasting afzonderlijk op het ontvangstbewijs voorkomen.

Dagboek

Art. 7. - Vóór elk gebruik wordt het in artikel 1 beoogde dagboek, om te worden genummerd en geparafeerd, voorgelegd aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van het gebied, die het op de eerste bladzijde voorkomende attest invult.

Art. 8. - Op het einde van elke dag wordt het in de ontvangstbewijsboekjes ingeschreven bedrag van de ontvangsten, het bedrag van de ontvangsten, gedaan door bemiddeling van de postrekening of van een bankrekening van de begunstigde en de ontvangsten waarvoor de in artikel 5, laatste lid, bedoelde kwitantie is uitgereikt, overgebracht naar het dagboek, per inning, belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen.

De personen die meer dan één ontvangstbewijsboekje per maand gebruiken, mogen het totale bedrag van de in elk boekje vermelde ontvangsten, op de afsluitingsdatum van het boekje, in zijn geheel naar het dagboek overbrengen, op voorwaarde dat zij de opgave van de genoemde ontvangsten bij het boekje voegen.

Het dagboek wordt afgesloten op het einde van elk jaar.

Art. 9. - De uitgaven worden in het dagboek ingeschreven, post per post, hetzij bij het ontvangen van de factuur of van het bewijsstuk, hetzij op de datum van de betaling wanneer voor de overeenkomstige uitgave geen factuur of bewijsstuk werd afgeleverd.

Het gedeelte "Uitgaven" van het dagboek is derwijze opgevat dat het tegelijkertijd dienstig is als boek voor inkomende facturen inzake belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 10. - In afwijking van de artikelen 8 en 9 mogen de in artikel 1 bedoelde personen die hun boekhouding voeren met behulp van een computer, de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samenvattende boeking per maand die blijkt uit een computerlisting conform het model van het dagboek.

Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art. 11. - Het ministerieel besluit van 4 februari 1971 tot vastlegging van het model van het ontvangstbewijsboekje en van het dagboek te gebruiken door personen die een vrij beroep uitoefenen en die, wegens dat beroep, belastingplichtigen inzake belasting over de toegevoegde waarde zijn, wordt opgeheven.

Art. 12. - Het dagboek en de ontvangstbewijsboekjes waarvan het model werd vastgelegd bij het ministerieel besluit van 4 februari 1971 zoals dat bestond alvorens te zijn opgeheven door artikel 11 van dit besluit, mogen verder worden gebruikt tot uitputting van de voorraad.

Art. 13. - Dit besluit treedt in werking op 1 september 1992.

Model van het boekje (omslag)

Koninkrijk België

Boekje nr .................

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie van de directe belastingen

Ontvangstbewijsboekje bevattende 50 uit te scheuren bladen en 50 vastgehechte bladen (duplicata), genummerd van 1 tot 50, te gebruiken, ter uitvoering van artikel 320 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, door de personen die een vrij beroep uitoefenen en die, wegens dat beroep, belastingplichtigen inzake belasting over de toegevoegde waarde zijn.

N.B. - Ditboekje moe gedurende zes jaar worden bewaard te rekenen vanaf 1 januari van het jaar van gebruik van het laatste ontvangstbewijs

Zegel van de Administratie van de directe belastingen

Boekje nr ..............

Naam, voornaam, adres en beroep van de titularis

Ontvangstbewijs nr .................

Nr BTW : ................

Ontvangen van

................................................................................................................................

.......................................................................

Nr BTW :

..............................................................

als : provisie, honorarium, bezoldiging, terugbetaling van kosten .................... (1) ....................F BTW :

................ % op ................F (2) ....................F ¦

................ % op ................F (2) ....................F

Totaal ....................F

Zegel van de Administratie der directe belastingen

..................., .................19..

(Handtekening)

(1) Doorhalen wat niet past en eventueel aanvullen.

(2) De BTW is onder de in artikel 45 van het BTW-wetboek gestelde voorwaarden slechts aftrekbaar indien het ontvangstbewijs geldt als factuur.

Koninkrijk België

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie der directe belastingen

DAGBOEK te houden ter uitvoering van art. 320 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 door personen die een vrij beroep uitoefenen en die, wegens dat beroep, belastingplichtigen inzake belasting over de toegevoegde waarde zijn (model vastgesteld bij ministerieel besluit van

..........................).

Datum waarop dit dagboek in gebruik wordt genomen : ............ 19..

Dit dagboek dat door de heer .............................................................................. (naam, voornaam, beroep en adres) zal worden gebruikt, werd heden ................... 19.., door de ondergetekende hoofdcontroleur der directe belastingen, genummerd en geparafeerd. (Handtekening - stempel van de controle)

Registratienummer BTW :

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 18 september 1992.

De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT

ONTVANGSTEN

Volg-nummer

1

Datum

2

Schulde- naar

3

Ontvangsten met ontvangst –bewijs (exclusief BTW)

Ontvangsten met vrijstelling van het ontvangstbewijs (exclusief BTW)

Registratie-nummer in het boek voor uitgaande facturen B.T.W. facturen

Nr van het boekje en van het ontvangstbewijs

Bedrag

Wijze van betaling (1)

Bedrag

(1) PCR, Bank of contante betaling.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 28 september 1992.

De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT

UITGAVEN - BOEK VOOR INKOMENDE FACTUREN

Volgnummer

Datum

Leverancier

Totaal bedrag van de factuur (inclusief BTW) of van de uitgave

(kol. 4 = kol 6 + kol. 7 + kol 8) (1)

Aard (2)

Bedrag van de factuur (exclusief BTW) of van de uitgave

Beroeps- kosten

Investeringen (3)

1

2

3

4

5

6

7

Over te brengen :

(1) Over te brengen naar vak 51 van de BTW-aangifte : kol. 4 - kol. 8.

(2) Zoveel mogelijk afkortingen gebruiken.

(3) Over te brengen naar van 52 van de BTW-aangifte.

BTW (kol. 9 + kol. 10 + kol. 11 = kol. 8)

Totaal

Inzake BTW aftrekbaar gedeelte (4)

Privé- gedeelte saldo

Inzake inkomstenbelastingen aftrekbaar

8

9

10

11

12

(4) Over te brengen naar vak 21 van de BTW-aangifte.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 28 september 1992.

De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT

II. ALGEMEEN

De hoedanigheid van belastingplichtige inzake BTW wordt natuurlijk, voor elk geval, vastgesteld door de wettelijke bepalingen welke inzake die belasting van toepassing zijn. Het gaat hier inzonderheid om :

- architecten;

- landmeters - schatters;

- accountants;

- belastingconsulenten;

- ingenieurs en scheikundigen;

- octrooienraadgevers;

- adviesbureaus;

- raadgevers inzake organisatie;

- raadgevers in public-relations of reclame;

- podologen (behalve de houders van het wettelijk diploma van dokter in de genees-, heel- of verloskunde, die, in het raam van hun dagelijkse werkzaamheden verstrekkingen van podologie verrichten);

- artiesten-uitvinders die gewoonlijk hun werken verkopen;

- vertalers en tolken;

- psychologen en psychotherapeuten (met uitzondering van de houders van het wettelijk diploma van dokter in de genees-, heel- of verloskunde, die, in het raam van hun dagelijkse werkzaamheid psychologische of psychotherapeutische verstrekkingen verrichten, en met uitzondering van de personen die dergelijke verstrekkingen verrichten als onderwijzer, voordrachthouder of in het raam van een onderwijs- of familiale voorlichting);

- zelfstandige bedrijfsrevisoren;

- dierenartsen.

Wat de beoefenaars van een vrij beroep betreft die wegens dat beroep belastingplichtigen inzake BTW zijn, zijn de modellen van het dagboek en van het ontvangstbewijsboekje zodanig opgevat dat die documenten zoveel mogelijk aan de eisen van de twee wetgevingen (IB en BTW) voldoen, zonder daarom de verplichtingen inzake boekhouding van de betrokken belastingplichtigen buitensporig te bezwaren.

III. ONTVANGSTBEWIJSBOEKJES

Voor de algemene regels wordt verwezen naar 320/18, 21, 22 en 24.

Wanneer vooraf geen ereloonnota werd uitgereikt, dient het ontvangstbewijs als basisdocument voor de inning (voor degene die de honoraria ontvangt) en voor de eventuele aftrek (voor de schuldenaar van de honoraria) van de BTW voor zover wordt voldaan aan de voorwaarde in verwijzing (2) op het model van het ontvangstbewijs, d.w.z. dat het ontvangstbewijs alle vermeldingen bevat die vereist zijn voor een factuur.

Zoals vermeld in 320/24 wordt ontheffing van de verplichting tot het opmaken en het uitreiken van het ontvangstbewijs verleend voor de betalingen die op de post- of bankrekening van de begunstigde worden gedaan.

Eenzelfde ontheffing wordt verleend voor de betalingen waarvoor op het stuk van de BTW reeds een kwitantie wordt uitgereikt overeenkomstig art. 2, laatste lid van het KB nr. 1, van 23.7.1969 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde (= art. 6, § 3 van het KB nr. 1, van 29.12.1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde).

IV. DAGBOEK

Voor de algemene regels wordt verwezen naar 320/19 en 26 tot 36.

A. ONTVANGSTEN

Het is niet mogelijk, zonder het gebruik van het dagboek veel ingewikkelder te maken, de inlichtingen die vereist zijn inzake BTW en inzake IB, in het gedeelte "ontvangsten" te groeperen, omdat :

- het tot de belasting aanleiding gevend feit verschillend is (BTW : in de regel, de voltooiing van de prestatie - IB : de inning van de honoraria);

- de belastbare grondslag verschilt (BTW : de honoraria en gelijkaardige ontvangsten met uitsluiting van de voor rekening van de cliënt voorgeschoten sommen - IB : alle ontvangsten, inclusief, b.v. de terugbetalingen van kosten).

Het dagboek houdt, bijgevolg, in het gedeelte "ontvangsten", geen rekening met de eisen van de BTW-wetgeving.

De belastingplichtige zal voor die belasting een afzonderlijk boek voor uitgaande facturen moeten houden, dat natuurlijk door de taxatiediensten van de directe belastingen ter gelegenheid van het onderzoek van de aangifte inzake IB zal mogen worden ingezien. In het dagboek komt een kolom voor waarin een verwijzing naar het boek voor uitgaande facturen moet worden ingeschreven, hetgeen het mogelijk maakt gemakkelijk van het ene naar het andere boek over te gaan.

Op te merken evenwel dat een afwijkende regeling bestaat voor architecten, landmeters en ingenieurs die de BTW slechts verschuldigd zijn naar mate van de inning van de honoraria, zodat die belastingplichtigen geen afzonderlijk boek voor uitgaande facturen moeten houden voor de toepassing van de BTW. Hieruit volgt dat de kolom in het dagboek bestemd voor de aantekening van het "registratienummer in het boek voor uitgaande facturen BTW" mag worden vervangen door de inschrijving van het als BTW verschuldigde bedrag.

B. UITGAVEN

Het dagboek verenigt in zijn gedeelte "uitgaven" de inzake IB (beroepskosten) en inzake BTW (boek voor inkomende facturen) vereiste inlichtingen.

Te noteren :

- dat kosten die het karakter van zekere en vaststaande schulden of verliezen hebben verworven en die als zodanig zijn geboekt, aan te nemen zijn als gedurende dat tijdperk gedaan of gedragen (zie art. 49, WIB 92);

- dat zo nodig de afschrijving van het gedeelte van de beleggingswaarde dat overeenstemt met de inzake IB aftrekbare BTW, wordt toegestaan in de loop van het jaar van de belegging (zie commentaar op art. 49, WIB 92).

Art. 320, WIB 92 - BIJLAGE III

Nummer 320/B3

Ministerieel besluit van 12 maart 1976 tot vastlegging van de door de notarissen bij te houden boekhouddocumenten.

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Dagboek en notariële boekhouding

Art. 1. - De notarissen zijn verplicht een boekhouding te voeren die bestemd is om de ontvangsten en de uitgaven van elke aard vast te stellen die zij doen, hetzij ter gelegenheid van een akte of bij de uitoefening van hun ambt, hetzij voor rekening van cliënten of van lastgevers.

Die boekhouding, die door de wettelijke en reglementaire teksten ter zake is vastgelegd en die, zoals al de boeken en documenten die het mogelijk maken de belastbare inkomsten vast te stellen, ter beschikking van de administratie moet worden bewaard onder de voorwaarden en binnen de termijnen bepaald bij artikel 221 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 315, WIB 92), maakt het bij artikel 226 van hetzelfde Wetboek (lees art. 320, WIB 92)voorgeschreven dagboek uit.

Ontvangstbewijsboekje

Art. 2. - Het ontvangstbewijsboekje waarvan sprake is in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92) en dat door de notarissen moet worden gebruikt, moet overeenkomen met het bijgaande model.

Art. 3. - De Kamers der notarissen zorgen voor het doen drukken van de ontvangstbewijsboekjes door een door de Administratie van de Directe Belastingen aangenomen drukker en voor de verdeling van die boekjes onder de notarissen.

Art. 4. - De notarissen schaffen zich op hun kosten ontvangstbewijsboekjes aan bij de Kamer der notarissen waarvan zij afhangen.

Zij zijn ertoe gehouden, op elk verzoek, aan de ambtenaren van de Administratie van de Directe Belastingen hun niet gebruikte boekjes te tonen.

Art. 5. - Elk boekje bevat 50 uitscheurbare bladen (originelen) en 50 vastgehechte bladen (duplicaten) die door de drukker van 1 tot 50 worden genummerd.

De uitscheurbare bladen vormen de ontvangstbewijzen die als kwijting worden overhandigd van de in het raam van de beroepswerkzaamheid geïnde sommen. De vastgehechte bladen vormen het boekingsbewijs van dezelfde verrichtingen.

De inschrijvingen op de uitscheurbare bladen worden op de vastgehechte bladen doorgeschreven door middel van carbonpapier of van een doorschrijflaagje.

Art. 6. - De drukker nummert de boekjes per leveringsjaar, per Kamer en per notaris. Het nummer van het boekje wordt op de omslag van het boekje en op elk ontvangstbewijs gedrukt.

Art. 7. - De Kamers der notarissen delen elk jaar, vóór 1 april, aan de Administratie van de Directe Belastingen de leveringsdatum, het aantal boekjes en de nummers van de boekjes mede, die in de loop van het voorgaande jaar aan elke notaris van hun gebied werden geleverd.

Art. 8. - De Kamers der notarissen mogen op de keerzijde van de ontvangstbewijzen een samenvatting doen drukken van de wettelijke bepalingen en reglementeringen die de notarissen zijn opgelegd ter bescherming van het publiek.

De Kamers der notarissen dragen alleen de verantwoordelijkheid voor de aldus gedrukte teksten.

Art. 9. - De ontvangstbewijsboekjes moeten worden gebruikt in de volgorde van hun nummering, te beginnen met het boekje dat het laagste nummer draagt van het oudste jaar. De notarissen mogen evenwel verschillende ontvangstbewijsboekjes gelijktijdig gebruiken wanneer dit de organisatie van hun werk vergemakkelijkt, op voorwaarde dat niet meer dan nodig is van de volgorde van de nummering wordt afgeweken.

Art. 10. - Al de beroepsontvangsten waarvan sprake is in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92) en die in artikel 1 hiervoor worden omschreven, moeten aanleiding geven tot de uitreiking van het ontvangstbewijs.

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen en het uitreiken van het ontvangstbewijs wordt nochtans toegestaan :

1° voor de betalingen die op een in de boekhouding van het kantoor opgenomen post- of bankrekening worden gedaan;

2° voor de betalingen die door bankcheques op naam of aan toonder zijn gedekt, op voorwaarde dat de notaris een register bijhoudt waarin hij per dag de identificatie optekent van de cheques die hem zijn overhandigd en de bestemming die hij eraan heeft gegeven.

Opheffings- en uitvoeringsbesluiten

Art. 11. - Het ministerieel besluit van 24 december 1962 tot vastlegging van het model van het boekje en van het dagboek bij te houden door de personen die vrije beroepen, ambten of posten uitoefenen, wordt opgeheven wat de notarissen betreft.

Art. 12. - Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1976.

Model van het boekje (omslag)

Koninkrijk België

Boekje nr

MINISTERIE VAN FINANCIEN KAMER DER NOTARISSEN van het arrondissement

Administratie van de directe belastingen

Ontvangstbewijsboekje bevattende 50 uitscheurbare bladen (originelen) en 50 vastgehechte bladen (duplicaten), genummerd van 1 tot 50, die moeten gebruikt worden door de NOTARISSEN, ter uitvoering, van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelasting.

Zegel van de Administratie van de directe belastingen

Model van het ontvangstbewijs en van het duplicaat

Boekje nr ..........................

Naam, voornaam, adres en beroep van de titularis.

Ontvangstbewijs nr

Ontvangen van

.............................................................................................................................

......................................................................

de som van

..........................................................F.

......................................................................

..........., ...........

Zegel van de Administratie van de directe belastingen

(handtekening)

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 maart 1976.

De Minister van Financiën, W. De Clercq

II. ALGEMEEN

Dit besluit is van toepassing op de notarissen.

III. ONTVANGSTBEWIJSBOEKJES

Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/18, 21, 22 en 24.

De niet gebruikte ontvangstbewijsboekjes van een ontslagnemend notaris mogen door zijn opvolger worden overgenomen, op voorwaarde dat :

- deze laatste de opdruk verandert (hetzij met de hand, hetzij door middel van een stempel);

- de ontslagnemende notaris de niet gebruikte ontvangstbewijzen van de begonnen boekjes doorstreept en die boekjes ter beschikking houdt van de bevoegde hoofdcontroleur van de belastingen;

- de Kamer der notarissen het Hoofdbestuur der directe belastingen inlicht over elke overdracht van boekjes, en daarbij inzonderheid opgeeft :

- de namen, voornamen en adressen van de betrokken notarissen;

- de datum van de overdracht;

- de nummers van de boekjes die de ontslagnemende notaris heeft overgedragen.

IV. DAGBOEK EN NOTARIELE BOEKHOUDING

Aangezien de notarissen een specifieke boekhouding moeten voeren (zie 5 en 6), zijn de algemeenheden besproken in 320/19 en 26 tot 36 op hen niet van toepassing.

Art. 33 van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, zoals het vervangen werd door art. 2, KB 13.12.1935, bepaalt ondermeer : "Ieder notaris moet boekhouden van al hetgeen hij ontvangen en uitgegeven heeft naar aanleiding van een akte of een verrichting van zijn ambt dan wel voor rekening van cliënten of lastgevers. Uit die boekhouding moet te allen tijde de toestand van het kantoor onmiddellijk kunnen worden gekend".

Al werd de boekhouding van de notarissen niet opgelegd om te dienen in belastingzaken, toch is zij van groot belang voor de controle van de jaarlijkse inkomsten, juist zoals de boekhouding van de handelaars. Uit voormeld art. 33 blijkt immers dat de boekhouding die de notarissen moeten houden, de ontvangsten en de uitgaven van elke aard (dus zonder onderscheid tussen de honoraria en de sommen door de notaris ontvangen of terugbetaald voor rekening van derden) moet doen uitkomen.

Bijgevolg dienen in de aan de notarissen opgelegde boekhouding niet alleen de kapitalen te worden opgenomen die het voorwerp van een akte of van een verrichting van hun ambt zijn, maar moeten eveneens de al dan niet getarifieerde honoraria met de bijhorende kosten in die boekhouding worden vermeld.

De notariële boekhouding die is vastgelegd door de wettelijke bepalingen met betrekking tot de controle van het ambt vervangt het fiscaal dagboek; die boekhouding mag door de aanslagambtenaren worden gecontroleerd (wat het beroepsgeheim van de notarissen betreft, zie 334/3).

Art. 320, WIB 92 - BIJLAGE IV

Nummer 320/B4

Ministerieel besluit van 27 augustus 1976 tot vastlegging van het model van de door de gerechtsdeurwaarders bij te houden boekhouddocumenten.

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Art. 1. - De gerechtsdeurwaarders zijn gehouden een dagboek, ontvangstbewijsboekjes en boekhoudsteekkaarten te gebruiken die overeenkomen met de bijgaande modellen.

Dagboek

Art. 2. - Vóór elk gebruik wordt het dagboek voorgelegd, om te worden genummerd en geparafeerd, aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van het gebied die het op de eerste bladzijde voorkomende attest invult.

Art. 3. - Onmiddellijk na het afsluiten van een zaak of van een groep van zaken of wat de zaken betreft die nog niet afgesloten zijn, aan het einde van het jaar, brengen de gerechtsdeurwaarders naar het dagboek, in de daartoe bestemde kolommen, het totaal over van de belastbare brutobedragen zoals de boekhoudsteekkaarten ze doen uitkomen.

Art. 4. - De andere beroepsuitgaven dan die waarvan sprake is in artikel 13 worden post per post ingeschreven in het dagboek, volgens een doorlopende jaarlijkse nummering die overeenkomt met de chronologische nummering van de bewijsstukken.

Art. 5. - Het dagboek wordt afgesloten aan het einde van elk jaar.

Ontvangstbewijsboekjes

Art. 6. - De gerechtsdeurwaarders schaffen zich op hun kosten ontvangstbewijsboekjes aan bij een door de Administratie van de directe belastingen aangenomen drukker.

Ze zijn ertoe gehouden, op elk verzoek, aan de ambtenaren van dezelfde administratie hun niet gebruikte boekjes te tonen.

Art. 7. - Elk boekje bevat 50 uitscheurbare bladen (originelen) en 50 vaste bladen (duplicaten) die door de drukker van 1 tot 50 worden genummerd.

De uitscheurbare bladen vormen de ontvangstbewijzen die als kwijting worden overhandigd van de in het raam van de beroepswerkzaamheid geïnde sommen. De vaste bladen staven de boeking van die verrichtingen.

De inschrijvingen op de uitscheurbare bladen worden op de vaste bladen doorgeschreven door middel van carbonpapier of van een doorschrijflaagje.

Art. 8. - De drukker nummert de boekjes per leveringsjaar. Het nummer van het boekje wordt door de drukker op de omslag van het boekje en op elk ontvangstbewijs vermeld.

Art. 9. - Al de in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92) beoogde beroepsontvangsten moeten aanleiding geven tot het uitreiken van het ontvangstbewijs.

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen en het uitreiken van het ontvangstbewijs wordt nochtans toegestaan voor de betalingen die op een post- of bankrekening van de gerechtsdeurwaarder of van zijn kantoor worden gedaan.

Art. 10. - De ontvangstbewijsboekjes moeten worden gebruikt in de volgorde van hun nummering, te beginnen met het boekje dat het laagste nummer draagt van het oudste jaar. De gerechtsdeurwaarders mogen evenwel verschillende ontvangstbewijsboekjes gelijktijdig gebruiken wanneer dit de organisatie van hun werk vergemakkelijkt, op voorwaarde dat niet meer dan nodig is van de volgorde van de nummering wordt afgeweken.

Boekhoudsteekkaarten

Art. 11. - De gerechtsdeurwaarders leggen, per zaak of per cliënt, een boekhoudsteekkaart aan van een van de bij dit besluit gevoegde modellen.

Art. 12. - Het bedrag van de in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92) beoogde beroepsontvangsten wordt, per inning, overgebracht naar de boekhoudsteekkaarten.

Art. 13. - De kosten en de uitschotten met betrekking tot de handelingen die door de gerechtsdeurwaarders worden verricht in de uitoefening van hun functies zoals zij door wettelijke bepalingen in handels-, burgerlijke en strafzaken worden geregeld, worden post per post ingeschreven op de boekhoudsteekkaarten.

Art. 14. - De boekhoudsteekkaarten worden systematisch gerangschikt, alfabetisch of volgens nummering.

Wanneer het om een nummerrangschikking gaat, wordt het rangnummer ingeschreven op de steekkaart en overgebracht naar de duplicaten van de ontvangstbewijzen die de ontvangsten staven alsook naar het dagboek.

Art. 15. - De boekhoudsteekkaarten worden afgesloten aan het einde van elk jaar of onmiddellijk na het afsluiten van een zaak of van een groep van zaken.

Afwijkingsmaatregelen

Art. 16. - De gerechtsdeurwaarders die hun boekhouding voeren met behulp van een computer mogen de boekhoudsteekkaarten vervangen door beter aan de gebruikte boekhoudmethode aangepaste documenten.

De in het eerste lid beoogde documenten moeten klaar, bevattelijk en ondubbelzinnig zijn en tenminste al de gegevens bevatten die op de boekhoudsteekkaarten ter uitvoering van dit besluit moeten worden ingeschreven.

Art. 17. - De gerechtsdeurwaarders die hun werkzaamheid in associatie uitoefenen worden gemachtigd, voor die werkzaamheid, slechts een gemeenschappelijke boekhouding te voeren, bestaande uit een op naam van de associatie geopend dagboek, ontvangstbewijsboekjes waarop de naam van alle vennoten en het adres van het kantoor voorkomen alsook boekhoudsteekkaarten waarop alle verrichtingen van de associatie worden samengebracht.

Aan het einde van elk jaar wordt de verdeling van de netto-baten die aan elk van de vennoten worden toegekend, ingeschreven in het op naam van de associatie geopende dagboek.

Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art. 18. - Het ministerieel besluit van 24 december 1962 tot vastlegging van het model van het boekje en van het dagboek bij te houden door de personen die vrije beroepen, ambten of posten uitoefenen, wordt opgeheven wat de gerechtsdeurwaarders betreft.

Art. 19. - Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1977.

Evenwel :

1° mogen de documenten waarvan sprake is in artikel 1 worden gebruikt vanaf de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad;

2° mogen de ontvangstbewijsboekjes van het vroegere model die de gerechtsdeurwaarders op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in hun bezit zullen hebben, na die datum verder worden gebezigd tot ze opgebruikt zijn.

Koninkrijk België

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie der directe belastingen

DAGBOEK

te houden ter uitvoering van art. 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen door de GERECHTSDEURWAARDERS (model vastgelegd bij ministerieel besluit van 28.8.1976)

Datum waarop dit dagboek in gebruik wordt genomen : ............

19..

Dit dagboek dat door de Hr.

............................................................................................ (naam en voornamen)

Te ..................................................................................................................................

(adres) zal worden gebruikt, werd heden......................... 19.., door de ondergetekende

hoofdcontroleur der directe belastingen, genummerd en geparafeerd. (stempel van de controle)

OVERBRENGING VAN DE STEEKKAARTEN

Identificatie van de steekkaarten

Belastbaar brutobedrag

Opmerkingen

Steekkaart A

Steekkaart B

a

b

c

d

BEROEPSUITGAVEN

andere dan die opgenomen op de boekhoudsteekkaarten

Nr

Datum

Aard (1)

Bedrag

Opmerkingen

(1) De door de Administratie der directe belastingen eerder opgestelde codes van beroepsuitgaven, worden niet meer gebruikt.

Model van het boekje (omslag)

Koninkrijk België Boekje nr .................

Ministerie van Financiën

Administratie van de directe belastingen

Dit ontvangstbewijsboekje bevat 50 uitscheurbare bladen (originelen) en 50 vastgehechte bladen (duplicaten), genummerd van 1 tot 50, die moeten worden gebruikt door de GERECHTSDEURWAARDERS, ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

N.B. - Dit boekje moet gedurende zes jaar worden bewaard te rekenen vanaf 1 januari van het jaar van gebruik van het laatste ontvangstbewijs

Zegel van de Administratie van de directe belastingen

Model van het ontvangstbewijs en van het duplicaat

Boekje nr .......................... Naam, voornaam, adres en beroep van de beoefenaar

Ontvangstbewijs nr .................

Ontvangen van

........................................................

......................................................................

......................................................................

de som van..........................................................F.

......................................................................

......................................................................

................, ....................

Zegel van de Administratie (Handtekening)

A ..........................................................

..........................................................

AKTEN

Ontvangen sommen

Datum

Naam van de partijen

Aard van de akte

Totale prijs 5=6+7

Uitschotten

Rechten van betaling (1)

Wijze

Bedrag

1

2

3

4

5

6

7

8

9

(1) PR : "P"; Bank : "B"; Contant : "C"; enz.

B advocaat :................................................

..........................................................

eiser : ..................................................

.........................................................

verweerder : ............................................

.........................................................

AKTEN

Ontvangen sommen

Datum

Aard van de akte

Totale prijs 5= 6+7

Uitschot ten

Rechten van

betaling (1)

Wijze

Voorschot

advocaat

eiser

Verweer der

Uitgaven

1

4

5

6

7

8

10

11

12

(1) PR : "P"; Bank : "B"; Contant : "C"; enz.

II. ALGEMEEN

1 Dit besluit is van toepassing op de gerechtsdeurwaarders.

2 De door de gerechtsdeurwaarders bij te houden boekhouding omvat :

- een dagboek;

- ontvangstbewijsboekjes;

- boekhoudsteekkaarten.

III. ONTVANGSTBEWIJSBOEKJES

3 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/18, 21, 22 en 24.

4 Op de ontvangstbewijzen moeten worden vermeld :

- de naam van de persoon die de op het ontvangstbewijs vermelde som betaalt;

- het betaalde bedrag (in cijfers);

- de datum van betaling;

- de handtekening van de gerechtsdeurwaarder of van een gevolmachtigde van zijn kantoor.

Het volgende mag er eveneens worden op aangetekend :

- het voluit geschreven bedrag van de betaalde som;

- een referte of enigerlei verantwoording.

Indien de boekhoudsteekkaarten volgens nummer worden gerangschikt (zie 16), moet het nummer van de boekhoudsteekkaart waarop het bedrag van het ontvangstbewijs is of zal worden ingeschreven, op het duplicaat van het ontvangstbewijs worden vermeld.

IV. DAGBOEK

5 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/19 en 26 tot 36.

A. OVERBRENGING VAN DE GEGEVENS VAN DE BOEKHOUDSTEEKKAARTEN

6 In het dagboek worden de resultaten van elke zaak of groep van zaken gecentraliseerd.

Eens per jaar moet het belastbaar brutobedrag zoals dat blijkt uit de boekhoudsteekkaarten, worden overgedragen naar het dagboek (zie 18).

Het overbrengen naar het dagboek moet plaatshebben :

- bij het afsluiten van de steekkaarten, wat de zaken of groepen van zaken betreft die tijdens het jaar werden afgesloten;

- aan het einde van het jaar, wat betreft de boekhoudsteekkaarten m.b.t. zaken of groepen van zaken die aan het einde van het jaar nog niet zijn afgesloten.

De overbrengingen naar het dagboek, moeten gebeuren in dezelfde volgorde als de rangschikking van de boekhoudsteekkaarten.

B. BEROEPSKOSTEN VAN HET KANTOOR

7 De beroepskosten van het kantoor mogen in rekening worden gebracht, hetzij op de datum van de betaling, hetzij op het ogenblik dat ze het karakter van zekere en vaststaande schulden hebben verkregen (b.v. in geval van het opmaken van een factuur).

De in het dagboek in te schrijven bedragen omvatten de door de leverancier aangerekende BTW.

V. BOEKHOUDSTEEKKAARTEN

A. ALGEMEEN

8 Het MB 27.8.1976 verplicht het gebruik van boekhoudsteekkaarten die per zaak of kliënt worden aangelegd. Daarin worden alle inschrijvingen van ontvangsten en kosten opgenomen m.b.t. de handelingen van de gerechtsdeurwaarders.

Het MB 27.8.1976 biedt de gerechtsdeurwaarders die hun boekhouding voeren met behulp van een computer, de mogelijkheid de boekhoudsteekkaarten te vervangen door beter aan de gebruikte boekhoudmethode aangepaste documenten.

Die documenten moeten klaar, bevattelijk en ondubbelzinnig zijn en ten minste al de gegevens bevatten die op de boekhoudsteekkaarten moeten worden ingeschreven.

B. AANSCHAFFING

9 De boekhoudsteekkaarten mogen door om het even welke drukker (aangenomen of niet) van de private sector worden geleverd.

C. FORMAAT

10 Er wordt geen bepaald formaat opgelegd voor de boekhoudsteekkaarten.

D. KWALITEIT

11 Gewoon papier is vanzelfsprekend voor dit gebruik niet geschikt. Er wordt aangeraden voor de boekhoudsteekkaarten licht karton te gebruiken.

E. KOLOMMEN

12 De modellen gevoegd bij het MB bevatten een minimum aantal kolommen waarvan de wettelijk vastgelegde volgorde niet mag worden gewijzigd.

Indien echter de goede werking van het kantoor zulks vereist, staat het de gerechtsdeurwaarders vrij er kolommen aan toe te voegen.

Men mag evenwel in geen geval :

- het opschrift wijzigen van de kolommen die voorkomen op de modellen gevoegd bij het MB;

- een inschrijving in een van de kolommen van de modellen gevoegd bij het MB vervangen door een of meer inschrijvingen in aanvullende kolommen.

F. MODELLEN

13 Er zijn twee modellen van boekhoudsteekkaarten ("steekkaart A" en "steekkaart B"). De steekkaarten B zijn vooral bestemd voor zaken m.b.t. de uitvoering van vonnissen. De steekkaarten A dienen voor de andere zaken. Nochtans mogen de gerechtsdeurwaarders de steekkaarten B voor al hun zaken gebruiken.

G. INSCHRIJVINGEN OP STEEKKAARTEN A

14 Opschrift :

- naam van de cliënt (advocaat, vennootschap, enz.);

- nummer van de steekkaart (zie 16).

Kolommen :

kol. 1 : datum van de akte (dagvaarding, exploot, enz.);

kol. 2 en 3 : naam en voornamen (of benaming) van de partijen;

kol. 4 : aard van de akte, afgekort (aanz.; bet.; enz.);

kol. 5 : kosten of totaal bedrag van de : - akten; - andere kosten; - terugbetalingen van te veel gestorte bedragen;

kol. 6 : - door de deurwaarder betaalde kosten (inschrijving op de rol, enz.);

- terugbetalingen van te veel gestorte bedragen;

kol. 7 : deel van de kosten of het totaal bedrag dat aan de gerechtsdeurwaarder toekomt ("honoraria");

N.B.: in alle gevallen : 5 = 6 + 7.

kol. 8 : wijze van betaling, in code; kol. 9 : bedrag van de ontvangen sommen.

H. INSCHRIJVINGEN OP STEEKKAARTEN B

15 Opschrift :

- naam :

- van de advocaat

- van de eiser

- van de verweerder.

- nummer van de steekkaart (zie 16).

Kolommen :

kol. 1 : datum van de akte (dagvaarding, exploot, enz.);

kol. 4 : - aard van de akte, afgekort (aanz.; bet.; enz.);

- aard van de andere kosten (bekendmaking, vervoer, enz.);

kol. 5 : kosten of totaal bedrag van de : - akten; - andere kosten;

kol. 6 : door de deurwaarder betaalde kosten;

kol. 7 : deel van de kosten of het totaal bedrag dat aan de gerechtsdeurwaarder toekomt

("honoraria"); N.B. : in al de gevallen : 5 = 6 + 7.

kol. 8 : wijze van betaling, in code;

kol. 10 : voor de advocaat of door de eiser gestorte sommen (in beginsel als voorschot);

kol. 11 : door de verweerder gestorte sommen (daarin begrepen de sommen die aan de eiser toekomen);

kol. 12 : - aan de eiser of aan zijn advocaat gestorte sommen; - eventueel, aan de verweerder terugbetaalde sommen (teveel ontvangen bij een verkoop).

I. RANGSCHIKKING VAN DE BOEKHOUDSTEEKKAARTEN

16 De gerechtsdeurwaarders beslissen vrij over de rangschikking van de boekhoudsteekkaarten. Zij mogen dus de rangschikking kiezen die het best is aangepast aan de organisatie van hun kantoor, alfabetisch of volgens nummering.

Wanneer het om een nummerrangschikking gaat, moet het rangnummer worden ingeschreven :

- op de boekhoudsteekkaart, bij het openen van de steekkaart;

- op de duplicaten van de ontvangstbewijzen, naarmate de ontvangsten op de boekhoudsteekkaarten worden aangetekend;

- in het dagboek, bij de overbrenging.

De boekhoudsteekkaarten vormen twee kaartstelsels : dat van de afgehandelde zaken en dat van de lopende zaken. In ieder kaartstelsel worden de boekhoudsteekkaarten gerangschikt volgens de gekozen rangschikkingsmethode.

De boekhoudsteekkaarten mogen in de dossiers zelf worden bewaard, op voorwaarde dat de dossiers gerangschikt zijn en gemakkelijk kunnen worden geraadpleegd.

J. VERANTWOORDING VAN DE KOSTEN

17 Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de beroepskosten die betrekking hebben op de verrichtingen van de gerechtsdeurwaarders en de werkingskosten van het kantoor.

Alleen de eerste worden post per post op de boekhoudsteekkaarten ingeschreven. De werkingskosten van het kantoor worden, post per post, ingeschreven in het dagboek, volgens een doorlopende jaarlijkse nummering die overeenkomt met de chronologische nummering van de bewijsstukken (zie 7).

De beroepskosten die betrekking hebben op de verrichtingen van de gerechtsdeurwaarders moeten als volgt worden verantwoord :

a) gerechtskosten en gelijkgestelde kosten (rolrecht, registratie, enz.) :

- kosten waarvoor geen individueel bewijsstuk werd uitgereikt : voor het geheel te verantwoorden;

- kosten waarvoor een individueel bewijsstuk werd uitgereikt : individueel te verantwoorden aan de hand van dat bewijsstuk.

Op te merken dat de voorschotten die de gerechtsdeurwaarders storten om die kosten te dekken, geen aftrekbare beroepskosten zijn;

b) andere kosten (eventuele terugbetalingen aan cliënten, reclamekosten, vervoer, enz.) : die kosten moeten worden verantwoord aan de hand van de betaaldocumenten en, bij voorkomend geval, van facturen.

K. AFSLUITING VAN DE BOEKHOUDSTEEKKAARTEN EN OVERBRENGING NAAR HET DAGBOEK

18 Met het oog op het overbrengen van het belastbare brutobedrag dat blijkt uit de boekhoudsteekkaarten, naar het dagboek worden die boekhoudsteekkaarten afgesloten aan het einde van elk jaar of onmiddellijk na het afsluiten van een zaak of een groep van zaken.

Bij het afsluiten van de boekhoudsteekkaarten worden de ontvangen sommen als volgt aangerekend :

1° op de "uitschotten" (kolom 6);

2° op de "rechten" (d.w.z. in feite de honoraria - kolom 7);

3° op de gelden van derden.

In beginsel is het fiscaal resultaat van een in een bepaald jaar behandelde zaak gelijk aan het verschil tussen de werkelijke ontvangsten en de werkelijke kosten van dat jaar.

De toepassing van die regel is soms onbillijk t.o.v. de gerechtsdeurwaarders die in bepaalde gevallen, wegens de aard van de behandelde zaken, verplicht zijn grote bedragen te bewaren om latere betalingen te doen.

Daarom laat de administratie de gerechtsdeurwaarders toe, het bedrag van de werkelijk geïnde "rechten" als fiscaal resultaat van een zaak te beschouwen en de ontvangen sommen waaraan tijdens dat jaar nog geen bestemming kon worden gegeven, niet in het resultaat op te nemen.

De navolgende voorbeelden illustreren de toestanden die zich kunnen voordoen bij het afsluiten van de boekhoudsteekkaarten.

1. Steekkaarten A

Voorbeeld 1

Totale prijs

Uitschotten

Rechten

Ontvangen sommen

5

6

7

9

Totalen per 31.12.1990

3.950

1.650

2.300

0

Afsluiting

- 0

- 0

- 0

- 0

Opening per 1.1.1991

3.950

1.650

2.300

0

Belastingtoestand :

- resultaat (over te brengen naar het dagboek) : 0 F (geen "rechten" geïnd in 1990);

- de werkelijk betaalde uitschotten (1.650 F) zijn niet gedekt en zij worden niet aangemerkt als beroepskosten in 1990. Op uitdrukkelijk verzoek van de gerechtsdeurwaarder mogen de uitschotten evenwel worden aangemerkt als beroepskosten voor het jaar waarin zij worden betaald. Het spreekt vanzelf dat in dit geval de gerechtsdeurwaarder de nodige maatregelen moet treffen opdat op de boekhoudsteekkaarten die verrichtingen duidelijk tot uiting komen.

Voorbeeld 2

5

6

7

9

Totalen per 31.12.1990

1.800

1.400

400

2.000

Afsluiting

1.800

- 1.400

- 400

- 1.800

Opening per 1.1.1991

0

0

0

200

Belastingtoestand :

- resultaat (over te brengen naar het dagboek) : 400 F (bedrag van de in 1990 ontvangen "rechten");

- het te veel geïnde (200 F) wordt - zonder voor 1991 te worden belast - overgedragen naar het volgende jaar.

Voorbeeld 3

5

6

7

9

Totalen per 31.12.1990

3.370

1.730

1.640

3.000

Afsluiting

- 3.000

- 1.730

- 1.270

- 3.000

Opening per 1.1.1991

370

0

370

0

Belastingtoestand :

- de ontvangen bedragen (3.000 F) werden in de eerste plaats aangerekend op de uitschotten (1.730 F); alleen het saldo (1.270 F) betreft de "rechten"; het is dit laatste bedrag dat het fiscaal resultaat is van 1990 en dat naar het dagboek moet worden overgedragen.

2. Steekkaarten B

Voorbeeld 4

Totale prijs

Uitschotten

Rechten

Ontvangen sommen verweerder

Uitgaven

5

6

7

11

12

Totalen per 31.12.1990

3.140

1.295

- 1.845

10.050

0

Afsluiting

- 3.140

- 1.295

- 1.845

- 3.140

0

Opening per 1.1.1991

0

0

0

6.910

0

Belastingtoestand :

- resultaat (over te brengen naar het dagboek : 1.845 F;

- het saldo van de ontvangen sommen kan niet worden aangewend (6.910 F) en wordt - zonder voor 1990 te worden belast - naar het volgende jaar overgebracht.

Voorbeeld 5

5

6

7

11

12

Totalen bij het afsluiten van de zaak

4.130

2.590

1.540

33.630

29.500

Afsluiting

- 4.130

- 2.590

- 1.540

- 4.130

- 29.500

-29.500

0

0

0

0

0

Belastingtoestand :

- resultaat (over te brengen naar het dagboek) : 1.540 F;

- men stelt vast dat de steekkaart volledig gesaldeerd is (afgesloten zaak).

Art. 320, WIB 92 - BIJLAGE V

Nummer 320/B5

Ministerieel besluit van 6 november 1976 tot vastlegging van de door de advocaten bij te houden boekhouddocumenten.

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Art. 1. - De advocaten moeten een dagboek en ontvangstbewijsboekjes gebruiken die overeenkomen met de bijgaande modellen; bovendien moeten zij per cliënt of per zaak een individuele rekening houden.

Dagboek

Art. 2. - Vóór elk gebruik wordt het dagboek voorgelegd, om te worden genummerd en geparafeerd, aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van het gebied, die het op de eerste bladzijde voorkomende attest invult.

Art. 3. - In het dagboek wordt, post per post en per aard, volgens het opschrift van de kolommen, het detail ingeschreven van de beroepsontvangsten die uit het ontvangstbewijsboekje zijn overgebracht of waarvoor ontheffing tot het uitreiken van het ontvangstbewijs wordt toegestaan door het artikel 10, 2de lid.

De advocaten vermelden daarin bovendien, in de vorm van tegenboekingen, de overdrachten waartoe de wijzigingen in de aanwending van de ontvangen sommen nopen. Die overdrachten moeten worden geboekt zodra alle voorwaarden die ze bepalen vervuld zijn.

Art. 4. - In het dagboek wordt eveneens het detail ingeschreven van de beroepsuitgaven.

Art. 5. - Indien de organisatie van hun kantoor het verantwoordt, mogen de advocaten gelijktijdig één of meer hulpdagboeken gebruiken en één centraal dagboek, op voorwaarde dat het geheel alle voorgeschreven inschrijvingen bevat en dat de hulpdagboeken, zoals het centraal dagboek, worden onderworpen aan de formaliteit beschreven in artikel 2.

Art. 6. - Het dagboek wordt afgesloten aan het einde van elk jaar.

Ontvangstbewijsboekjes

Art. 7. - De advocaten schaffen zich op hun kosten ontvangstbewijsboekjes aan bij een door de Administratie van de directe belastingen aangenomen drukker.

Zij zijn ertoe gehouden, op elk verzoek, aan de ambtenaren van dezelfde administratie hun niet gebruikte boekjes te tonen.

Art. 8. - Elk boekje bevat 50 uitscheurbare bladen (originelen) en 50 vaste bladen (duplicaten) die door de drukker van 1 tot 50 worden genummerd.

De uitscheurbare bladen vormen de ontvangstbewijzen die als kwijting worden overhandigd van de geïnde sommen. De vaste bladen staven de boeking van die verrichtingen.

De inschrijvingen op de uitscheurbare bladen worden op de vaste bladen doorgeschreven door middel van carbonpapier of van een doorschrijflaagje.

Art. 9. - De drukker nummert de boekjes per leveringsjaar. Het nummer van het boekje wordt door de drukker op de omslag van het boekje en op elk ontvangstbewijs vermeld.

Art. 10. - Voor al de beroepsontvangsten waarvan sprake is in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92) moet een ontvangstbewijs worden uitgereikt.

Ontheffing van de verplichting tot het opstellen en het uitreiken van het ontvangstbewijs wordt nochtans toegestaan voor de betalingen die op een post- of bankrekening van de advocaat of van zijn kantoor worden gedaan.

Art. 11. - De ontvangstbewijsboekjes moeten worden gebruikt in de volgorde van hun nummering, te beginnen met het boekje dat het laagste nummer draagt van het oudste jaar.

Individuele rekeningen

Art. 12. - De advocaten leggen, per zaak of per cliënt, een individuele rekening aan waarop alle verrichtingen betreffende de zaak of de cliënt zijn samengebracht.

Art. 13. - Op de individuele rekeningen moeten tenminste de datum, de aard en het bedrag van elke verrichting of overdracht voorkomen.

Het bedrag van de verrichting mag nochtans worden vervangen door een verwijzing die het mogelijk maakt de overeenstemmende inschrijving in het dagboek terug te vinden.

Art. 14. - De individuele rekeningen worden systematisch gerangschikt, alfabetisch of volgens nummering.

Wanneer het om een nummerrangschikking gaat, wordt het rangnummer ingeschreven op de individuele rekening en overgebracht naar de duplicaten van de ontvangstbewijzen die de ontvangsten staven alsook naar het dagboek.

De individuele rekeningen mogen in de dossiers van de zaken worden ingevoegd op voorwaarde dat die dossiers op een logische wijze en gemakkelijk bereikbaar zijn gerangschikt.

Art. 15. - Wanneer zij daartoe worden aangezocht door de Administratie der directe belastingen, zijn de advocaten verplicht haar, met het oog op het nazien van hun belastingtoestand zonder verplaatsing, inzage te geven van de door haar speciaal aangewezen individuele rekeningen.

De inlichtingen betreffende de door de advocaten behandelde zaken die vermeld zijn op de individuele rekeningen, mogen enkel worden ingewonnen en gebruikt met het oog op de taxatie van de advocaten zelf of de taxatie van hen die in de zaken beroepshalve zijn opgetreden (confraters, gerechtsdeurwaarders, deskundigen, enz.).

Wanneer de krachtens het eerste lid aangezochte advocaten zich op het beroepsgeheim beroepen om inzage te weigeren van een individuele rekening, wordt het geschil geregeld overeenkomstig artikel 241 van voormeld Wetboek (lees art. 334, WIB 92).

Afwijkingsmaatregelen

Art. 16. - De advocaten die hun boekhouding voeren met behulp van mechanische middelen mogen de individuele rekeningen vervangen door beter aan de gebruikte boekhoudmethode aangepaste documenten.

De in het eerste lid beoogde documenten moeten klaar, bevattelijk en ondubbelzinnig zijn en tenminste al de gegevens bevatten die op de individuele rekeningen moeten worden ingeschreven.

Art. 17. - De advocaten die hun werkzaamheid in groepsverband uitoefenen worden gemachtigd, voor die werkzaamheid, slechts een gemeenschappelijke boekhouding te voeren, bestaande uit een op naam van de groep geopend dagboek, ontvangstbewijsboekjes waarop de naam van alle vennoten en het adres van het kantoor voorkomen alsook individuele rekeningen waarop alle verrichtingen van de groep worden samengebracht.

Aan het einde van elk jaar wordt de verdeling van de nettobaten die aan elk van de vennoten worden toegekend, ingeschreven in het dagboek van de associatie.

Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art. 18. - De ontvangstbewijsboekjes van het vroegere model die de advocaten op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in hun bezit hebben, mogen na die datum verder worden gebezigd tot ze opgebruikt zijn.

Art. 19. - Het ministerieel besluit van 24 december 1962 tot vastlegging van het model van het boekje en van het dagboek bij te houden door de personen die vrije beroepen, ambten of posten uitoefenen, wordt opgeheven wat de advocaten betreft.

Art. 20. - Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1977.

Koninkrijk België

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie der directe belastingen

D A G B O E K

te houden ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen door de

ADVOCATEN (model vastgelegd bij ministerieel besluit van 6 november 1976)

Datum waarop dit dagboek in gebruik wordt genomen :

............ 19..

Dit dagboek dat door de Hr.

...................... .........................................

(naam en voornamen)

te

..........................................................

................................................... (adres) zal

worden gebruikt, werd heden, ....................... 19.. door de ondergetekende hoofdcontroleur der directe belastingen genummerd en geparafeerd.

(stempel van de controle)

(handtekening van de hoofdcontroleur)

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 6 november 1976.

De Minister van Financiën, W. DE CLERCQ

Datum

Identificatie van de verrichtingen (1)

Honoraria en teruggave van uitgaven

Voorschotten

Binnengekomen

Uitgegaan

1

2

3

4

5

Overgebracht :

Over te brengen :

(1) Of verwijzing die de identificatie mogelijk maakt; voor de "andere uitgaven" (kol. 10), hier eveneens, indien mogelijk, de door de Administratie van de directe belastingen opgestelde code gebruiken.

(2) Deze sommen moeten worden vermeld op een naamlijst die bij de jaarlijkse aangifte in de

inkomstenbelastingen wordt gevoegd.

(3) Indien de verantwoordingsstukken voor de "andere uitgaven" een verwijzingsnummer dragen (wat niet verplicht is), dit nummer in kol. 11 vermelden.

Rekening van derden

Gerechts- en deurwaarderskosten

Sommen gestort aan confraters, medewerkers, deskundigen, enz. (2)

Andere uitgaven (3)

(3)

Binnen-gekomen

Uitgegaan

6

7

8

9

10

11

Opmerking met betrekking tot verwijzing (1) : de door de Administratie der directe belastingen eerder opgestelde codes van beroepsuitgaven, worden niet meer gebruikt.

Opmerking met betrekking tot verwijzing (2) : zie nr. 7, rubriek :

Kolom 9 "Sommen gestort aan confraters, medewerkers, deskundigen, enz..." Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 6 november 1976.

De Minister van Financiën, W. DE CLERCQ

Model van het boekje (omslag)

Koninkrijk België Boekje nr ...............

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie van de directe belastingen

Dit ontvangstbewijsboekje bevat 50 uitscheurbare bladen van 50 vaste bladen (duplicaten), genummerd van 1 tot 50, die moeten worden gebruikt door de ADVOCATEN, ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

N.B. – Dit boekje moet gedurende zes jaar worden bewaard te rekenen vanaf 1 januari van het jaar vanvan het laatste ontvangstbewijs.

Zegel van de Administratie

Model van het ontvangstbewijs en van het duplicaat

Boekje nr .............

Naam, voornaam, adres en beroep van de beoefenaar

Ontvangstbewijs nr ............

Ontvangen van ...............................................

..................................................................

..................................................................

de som van ....................................................F.

..................................................................

..................................................................

................., .......................

Zegel van de Administratie

(Handtekening)

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 6 november 1976.

De Minister van Financiën, W. DE CLERCQ

II. ALGEMEEN

1 Dit besluit is van toepassing op de advocaten.

III. ONTVANGSTBEWIJSBOEKJES

2 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/18, 21, 22 en 24.

A. INSCHRIJVINGEN OP DE ONTVANGSTBEWIJZEN

3 Op de ontvangstbewijzen moeten worden vermeld :

- de naam van de persoon die de op het ontvangstbewijs vermelde som betaalt;

- het betaalde bedrag (in cijfers);

- de datum van betaling;

- de handtekening van de advocaat of van een gevolmachtigde van zijn kantoor.

Het volgende mag er eveneens worden op aangetekend :

- het voluit geschreven bedrag van de betaalde som;

- een referte of enigerlei verantwoording.

Indien de individuele rekeningen volgens nummer worden gerangschikt (zie 16), moet het nummer van de individuele rekening waarop het bedrag van het ontvangstbewijs is of zal worden ingeschreven, op het duplicaat van het ontvangstbewijs worden vermeld.

B. OVERBRENGING NAAR HET DAGBOEK EN NAAR DE INDIVIDUELE REKENINGEN

4 In beginsel moeten de advocaten aan het einde van iedere dag het bedrag van de ontvangsten overbrengen naar het dagboek en de individuele rekeningen.

Daarvan mag worden afgeweken (enkele dagen) op voorwaarde dat daaruit geen misbruiken voortvloeien en dat die werkwijze op belastinggebied geen gevolgen heeft.

IV. DAGBOEK

5 Voor de algemene regels wordt verwezen naar 320/19 en 26 tot 36.

A. VOORAFGAANDE OPMERKING MET BETREKKING TOT HET BELASTINGSTELSEL VAN DE VOORSCHOTTEN EN VAN DE DERDENGELDEN

6 Het belastbaar inkomen van een jaar zou normaal gelijk moeten zijn aan het verschil tussen het totaal van de ontvangsten tijdens het jaar (met uitsluiting evenwel van de door de advocaten voor rekening van derden - cliënten of anderen - ontvangen sommen) en het totaal van de kosten van het jaar.

De advocaten mogen evenwel de als provisie ontvangen sommen die hun aanwending in een bepaald jaar niet hebben gekregen, uit hun ontvangsten sluiten en ze slechts voor het jaar van hun aanzuivering in aanmerking nemen (zie commentaar op art. 27, WIB 92).

De advocaten moeten, onder de controle van de administratie, het bedrag dat zij wensen over te brengen berekenen en verantwoorden.

De advocaat moet desgevraagd de aard en de aanwending van voor rekening van derden (cliënten of anderen) geïnde sommen kunnen aantonen.

B. INSCHRIJVINGEN IN DE VERSCHILLENDE KOLOMMEN

7 In kolom 3 "Honoraria en teruggave van uitgaven" worden ingeschreven :

- ontvangsten :

- het bedrag van de eigenlijke, definitief aan de advocaat vervallen en als zodanig door de cliënten gestorte honoraria;

- het bedrag van de terugbetalingen van kosten die door de advocaten voor rekening van cliënten werden betaald;

- overdrachten :

- het bedrag van de van vroeger ontvangen voorschotten afgenomen sommen, tot dekking van honoraria of van voor rekening van cliënten betaalde kosten (zie kolom 5);

- het bedrag van de van vroeger voor rekening van cliënten of van derden geïnde gelden afgenomen sommen, tot dekking van honoraria of van voor rekening van cliënten betaalde kosten (zie kolom 7).

In kolom 4 "Voorschotten - Binnengekomen" worden ingeschreven :

- ontvangsten :

- het bedrag van de door de cliënten als voorschot gestorte sommen;

- overdrachten :

- het bedrag van de van vroeger voor rekening van cliënten of van derden geïnde gelden afgenomen sommen, tot vorming of verhoging van een voorschot (zie kolom 7).

In kolom 5 "Voorschotten - Uitgegaan" worden ingeschreven :

- betalingen :

- het bedrag van de als voorschot ontvangen en aan de cliënten teruggestorte sommen;

- overdrachten :

- het bedrag van de van vroeger ontvangen voorschotten afgenomen sommen, tot dekking van honoraria of van voor rekening van cliënten betaalde kosten (zie kolom 3);

- het bedrag van de als voorschot geïnde sommen die aan een derde moeten worden gestort (zie kolom 6).

In kolom 6 "Rekening van derden - Binnengekomen" worden ingeschreven :

- ontvangsten :

- het bedrag van de voor rekening van cliënten of van derden geïnde sommen;

- overdrachten :

- het bedrag van de als voorschot geïnde sommen die aan een derde moeten worden gestort (zie kolom 5).

In kolom 7 "Rekening van derden - Uitgegaan" worden ingeschreven :

- betalingen :

-het bedrag van de voor rekening van cliënten of van derden geïnde sommen die aan de cliënten of aan derden worden gestort;

- overdrachten :

- het bedrag van de van vroeger voor rekening van cliënten of van derden geïnde gelden afgenomen sommen, tot dekking van honoraria of van voor rekening van cliënten betaalde kosten (zie kolom 3);

- het bedrag van de van vroeger voor rekening van cliënten of van derden geïnde gelden afgenomen sommen, tot vorming of verhoging van een voorschot (zie kolom 4).

Kolom 8 "Gerechts- en deurwaarderskosten" :

- het bedrag van de betalingen van gerechtskosten en van voorschotten aan gerechtsdeurwaarders, ongeacht of die betalingen door een voorschot zijn gedekt.

Kolom 9 "Sommen gestort aan confraters, medewerkers, deskundigen, enz..." :

- het bedrag van de betaalde honoraria; de identificatie van de verkrijgers (of een verwijzing die hun identificatie mogelijk maakt) geschiedt in kolom 2.

Kolom 10 "Andere uitgaven" :

- het bedrag van de andere dan de in de kolommen 8 en 9 vermelde kosten.

Die kosten mogen in het dagboek worden ingeschreven en in rekening worden gebracht, hetzij op de datum van de betaling, hetzij op het ogenblik dat ze het karakter van zekere en vaststaande schulden hebben verkregen (bv. in geval van het opmaken van een factuur).

De in het dagboek in te schrijven bedragen omvatten de door de leverancier toegepaste BTW.

Kolom 11 :

- hier kunnen, pro memorie, de stortingen van de voorschotten aan de verschillende griffies worden ingeschreven. De voorschotten mogen slechts in kolom 8 worden ingeschreven in de mate dat ze voor een bepaalde uitgave worden aangewend (PV nr. 44, van 11.1.1977, van Goffart, Bull.VA nr. 17, Senaat, zitting 1976-1977, blz. 555, Bull. 550, blz. 835).

C. ONTVANGSTEN

8 Elke ontvangst wordt ingeschreven in het dagboek in de desbetreffende kolom (kolommen 3, 4 en 6).

D. UITGAVEN

9 De kosten worden uitsluitend ingeschreven in de kolommen 8 tot 10 van het dagboek; zij mogen in geen geval worden ingeschreven in kolom 5, zelfs wanneer ze zijn gedekt door een voorschot, noch, vanzelfsprekend in kolom 7.

E. OVERDRACHTEN

1. Beginsel

10 De overdrachten hebben tot doel een definitieve bestemming te geven aan de ontvangsten waaraan, op het ogenblik van de inning, een voorlopige bestemming (sommen ingeschreven in de kolom 4 "Voorschotten - Binnengekomen") of een verkeerde bestemming werd gegeven.

De overdrachten gebeuren in het dagboek in de vorm van tegenboekingen (het aantekenen van eenzelfde bedrag in twee kolommen).

De overdrachten mogen niet in hun geheel worden gedaan, maar moeten zaak per zaak geschieden.

2. Tijdstip waarop de overdrachten moeten worden geboekt

De overdrachten worden geboekt :

- zodra ze nodig zijn;

- bij de definitieve afsluiting van de individuele rekeningen;

- bij de verzending van een voorlopige honorariumnota.

De niet-overdracht heeft over het algemeen de overbrenging van het voorschot en het uitstel van taxatie tot gevolg.

Het spreekt vanzelf dat de advocaten de sommen die hun reeds definitief zijn vervallen, naar het volgende jaar niet mogen overbrengen, door de verzending van de voorlopige honorariumnota op niet gerechtvaardigde wijze uit te stellen.

Derhalve moet aan het einde van elk jaar worden onderzocht of geen overdrachten moeten worden geboekt, zelfs bij gebreke van honorariumnota's.

3. Bedrag van de overdrachten

Het uit de rekening "Voorschotten" over te dragen bedrag is gelijk aan het bedrag van de sommen waarop de advocaat recht heeft als honoraria of als verhaal van kosten, rekening houdend met de stand van het dossier op het tijdstip waarop de overdracht wordt geboekt.

F. AFSLUITEN VAN HET DAGBOEK

11 Aan het einde van elk jaar, nadat de nodige over drachten (zie 10) zijn geboekt, moet onder de laatste inschrijving een horizontale streep worden getrokken en moeten de bedragen van iedere kolom worden samengeteld ten einde, eensdeels, het belastbaar bruto-inkomen van het jaar (bedrag van de "honoraria en teruggave van uitgaven" - kolom 3) en het bedrag van de beroepskosten (kolom 8 tot 10) en, anderdeels, het totaal over te brengen bedrag van de voorschotten (kolom 4 - kolom 5) en de derdengelden (kolom 6 - kolom 7) te bepalen. Die laatste bedragen moeten natuurlijk overeenstemmen met het totaal van dezelfde overbrengingen die op de individuele rekeningen tot uiting komen.

Bij het begin van het volgende jaar vormen de overbrengingen van de voorschotten en van de derdengelden de eerste inschrijving in de kolommen 4 of 6.

G. SCHEMA VAN DE VERSCHILLENDE INSCHRIJVINGEN IN HET DAGBOEK

12

datum

Identificatie van de verrichtingen (1)

Honoraria en teruggave van uitgaven

Voorschotten

Binnengekomen

Uitgegaan

1

2

3

4

5

Overgebracht

Ontvangsten

Als zodanig ontvangen sommen

Als zodanig ontvangen sommen

Betalingen

Teruggestorte sommen

Overdracht

Sommen afgenomen

van ontvangen

voorschotten :

====>

:Sommen afgenomen

tot dekking van de

honoraria en de

betaalde kosten

Overdracht

Sommen afgenomen :

voor rekening van:

derden ontvangen :

sommen :

========

Overdracht

Sommen afgenomen:

van voor :

rekening van :

derden ontvangen:

sommen :

========

Overdracht

Als voorschot geïnde sommen die aan derden moeten worden gestort

Over te brengen :

(1) Of een referte die de identificatie mogelijk maakt; voor de "andere uitgaven" (kol. 10), hier eveneens indien mogelijk, de door de Administratie van de directe belastingen opgestelde code gebruiken.

(2) Deze sommen moeten worden vermeld op een naamlijst die bij de jaarlijkse aangifte in de personenbelasting wordt gevoegd.

(3) Indien de verantwoordingsstukken voor de "andere uitgaven" een refertenummer dragen (wat niet verplicht is), dit nummer in kol. 11 vermelden.

Rekeningen van derden

Gerechts- en deurwaarderskosten

(2)

Sommen gestort aan confraters, medewerkers, enz. (3)

Andere uitgaven (3)

Binnen gekomen

Uitgegaan

6

7

8

9

10

11

Sommen ontvangen voor rekening van cliënten of van derden

Sommen gestort aan cliënten of aan derden

Werkelijke uitgaven (al dan niet gedekt door een voorschot)

=====

: Sommen afgenomen tot dekking van de honoraria en de betaalde kosten

====== >

Sommen afgenomen tot vorming van een voorschot

Als voorschot geïnde sommen die aan derden moeten worden gestort

Opmerkingen :

- verwijzing (1) : de door de Administratie der directe belastingen eerder opgestelde codes van beroepsuitgaven worden niet meer gebruikt.

- verwijzing (2) : zie nr. 7, rubriek : Kolom 9 "Sommen gestort aan confraters, medewerkers, deskundigen, enz...".

H. HULPDAGBOEKEN

13 De advocaten mogen hulpdagboeken aanleggen die het officiële dagboek geheel of gedeeltelijk uitbreiden.

Dat zal inzonderheid het geval zijn :

- voor de advocaten die hun beroepskosten stelselmatig wensen te verdelen in verschillende categorieën om, eensdeels, de evolutie van die kosten beter te kunnen controleren, en, anderdeels, hun jaarlijkse belastingaangifte gemakkelijker te kunnen invullen (boek met verschillende kolommen);

- voor de advocaten die de rekening van hun honoraria en voorschotten zelf wensen te houden, terwijl de rekening van de kosten en die van de deposito's ("rekeningen van derden") door hun personeel worden gehouden, onder hun controle en hun verantwoordelijkheid.

Hulpdagboeken mogen onder de volgende voorwaarden worden gebruikt :

1° de organisatie van het kantoor moet het gebruik van hulpdagboeken rechtvaardigen;

2° het centraal dagboek moet van het officiële model zijn;

3° de hulpdagboeken moeten door de hoofdcontroleur der directe belastingen worden genummerd en geparafeerd;

4° al de vermeldingen die door het MB worden voorgeschreven moeten voorkomen in de hulpdagboeken of in het centraal dagboek, zonder dat voor dubbeltellingen of voor verwarring moet worden gevreesd;

5° de saldi van de hulpdagboeken moeten op geregelde tijdstippen naar het centraal dagboek worden overgebracht.

V. INDIVIDUELE REKENINGEN

A. MODEL

14 Het MB legt geen model vast. De advocaten mogen derhalve het best aan de organisatie van hun kantoor aangepaste model gebruiken.

De individuele rekeningen mogen worden gehouden op steekkaarten of in een register; ze mogen ook deel uitmaken van de dossiers zelf.

B. INHOUD

15 Op de individuele rekeningen moeten al de verrichtingen (ontvangsten-uitgaven-overdrachten) betreffende een zaak of een cliënt worden ingeschreven. Ze geven doorlopend de toestand weer over een cliënt of over een zaak.

De individuele rekeningen moeten ten minste de volgende vermeldingen bevatten :

- de naam van de cliënt of een referte die de identificatie mogelijk maakt;

-de datum, de aard en het bedrag van iedere verrichting of overdracht.

Het bedrag van sommige alleenstaande verrichtingen kan, wanneer het beroepsgeheim het vereist, niet op de individuele rekening voorkomen maar dan moet een referte het mogelijk maken, de overeenstemmende boeking in het dagboek gemakkelijk terug te vinden.

De inschrijvingen op de individuele rekeningen moeten het bedrag doen uitkomen van :

- de in het dagboek te boeken overdrachten;

- de eventuele overbrengingen van voorschotten en voor rekening van derden geïnde sommen.

C. RANGSCHIKKING

16 De advocaten beslissen vrij over de rangschikking van de individuele rekeningen. Zij mogen dus de rangschikking kiezen die het best is aangepast aan de organisatie van hun kantoor : volgens nummering of alfabetisch.

Wanneer het om een nummerrangschikking gaat, wordt het rangnummer ingeschreven :

- op de individuele rekening, bij het openen ervan;

- op de duplicaten van de ontvangstbewijzen, naargelang de ontvangsten op de individuele rekeningen worden aangetekend;

- in het dagboek, bij het inschrijven van elke verrichting betreffende de cliënt op wiens naam de rekening is geopend.

Indien de individuele rekeningen op steekkaarten worden gehouden moeten zij twee kaartstelsels vormen : dat van de afgehandelde zaken en dat van de lopende zaken. In ieder kaartstelsel worden de individuele rekeningen gerangschikt volgens de gekozen rangschikkingsmethode.

De individuele rekeningen mogen in de dossiers zelf worden bewaard, op voorwaarde dat de dossiers gerangschikt zijn en gemakkelijk kunnen worden geraadpleegd.

VI. BIJZONDERE GEVALLEN

A. ADVOCATEN AANGEWEZEN VOOR HET BEHEER VAN EEN BETWISTE ERFENIS

17 Twee mogelijkheden moeten in acht worden genomen :

- de voor rekening van de erfenis verkregen sommen worden gestort op de financiële rekening(en) van de advocaat : in dat geval is de advocaat verplicht alle verkregen sommen in te schrijven in kolom 6 van zijn dagboek;

- de voor rekening van de erfenis verkregen sommen worden gestort op één (of meer) onderscheiden rekening(en) geopend op naam van de erfenis : in dit geval is de advocaat niet verplicht de voor rekening van de erfenis verkregen sommen in zijn dagboek in te schrijven, maar wel de voorschotten en de terugbetalingen van kosten die worden geboekt in de rekeningen die hij in een dergelijk geval moet houden, om de geldtransferten en verdelingen tegenover de Rechtbank te rechtvaardigen.

B. ADVOCATEN AANGEWEZEN ALS CURATOREN VAN FAILLISSEMENTEN

18 Aangezien deze verplicht zijn een speciale boekhouding aan te leggen, die inzonderheid een onderscheiden financiële rekening voor het faillissement inhoudt, zijn de onder 17, 2e streepje vermelde beschouwingen in hun opzicht van overeenkomstige toepassing.

VII. VOORBEELDEN

19 Het volgende voorbeeld illustreert de inschrijvingen in het dagboek en op de individuele rekeningen bij overdrachten en overbrengingen van voorschotten.

DAGBOEK (de kolommen 9, 10 en 11 die niet worden gebruikt, werden weggelaten)

Datum

Identificatie van de verrichtingen

Honoraria en terug- gave van uitgaven

Voorschotten

Rekening derden

Gerechts- en deurwaarders kosten

Binnen-gekomen

uitgegaan

Binnen-gekomen

Uitgegaan

1

2

3

4

5

6

7

8

Overgebracht :

1988

20.12

voorschot gestort door C

15.000

30.12

verzending zaak B

260

Afsluiting 1988

0

15.000

0

0

0

260

1989

-

15.000

-

0

-

-

05.01

voorschot gestort door B

10.000

15.01

voorschot aan deurwaarder J (zaak C)

6.000

16.01

verzending zaak C

360

20.01

voorschot aan deurwaarder J (zaak B)

4.000

30.09

voorschot gestort door C

5.000

02.11

storting deurwaarder J (zaak B)

99.260

04.12

storting aan B (afsluiting van de zaak)

90.000

04.12

overdrachten zaak B

19.260

10.000

9.260

31.12

overdracht zaak C

15.000

15.000

Afsluiting 1989

34.260

30.000

25.000

99.260

99.260

10.360

1990

5.000

-

0

-

-

05.01

voorschot gestort door A

25.000

20.01

voorschot aan deurwaarder J (zaak A)

10.000

30.06

storting deurwaarder

(zaak A)

110.000

20.08

storting aan A (afsluiting van de zaak)

100.000

20.08

overdrachten zaak A

35.000

25.000

10.000

02.12

storting deurwaarder (zaak C)

103.635

05.12

registratiekosten zaak C

2.275

31.12

overdrachten zaak C

13.635

5.000

8.635

Afsluiting 1990

48.635

30.000

30.000

213.635

118.635

12.275

1991

0

95.000

-

-

03.01

storting aan C (afsluiting van de zaak)

95.000

03.01

overdrachten zaak C

0

0

0

Afsluiting 1991

0

0

0

95.000

95.000

0

Individuele rekening van cliënt A

(zaak begonnen en afgesloten in de loop van eenzelfde jaar)

Cliënt A

.........................

Datum

Identificatie

van de verrichtingen

Honoraria en terug- gave van

uitgaven

Voorschotten

Rekening derden

Gerechts- en deurwaarders kosten

Binnen- gekomen

uitgegaan

Binnen-gekomen

uitgegaan

1990

05.01

ontvangen voorschot

25.000

20.01

voorschot aan deurwaarder J

10.000

30.06

storting deurwaarder J

110.000

20.08

storting aan A

100.000

20.08

overdrachten

35.000

25.000

10.000

Afsluiting

35.000

25.000

25.000

110.000

110.000

10.000

Individuele rekening van cliënt B

(zaak gespreid over twee jaren, zonder overbrenging van voorschotten of van rekeningen van derden)

Cliënt B

.........................

Datum

Identificatie

van de verrichtingen

Honoraria en terug- gave van

uitgaven

Voorschotten

Rekening derden

Gerechts- en deurwaarders kosten

Binnen- gekomen

uitgegaan

Binnen-gekomen

uitgegaan

1988

30.12

verzending

260

Afsluiting

260

1989

05.01

ontvangen voorschot

10.000

20.01

voorschot aan deurwaarder J

4.000

02.11

storting deurwaarder J

99.260

04.12

storting aan B

90.000

04.12

overdrachten

19.260

10.000

9.260

Afsluiting

19.260

10.000

10.000

99.260

99.260

4.260

Individuele rekening van cliënt C

(zaak gespreid over verschillende jaren met overbrenging van voorschotten of rekeningen van derden)

Cliënt C

.........................

Datum

Identificatie

van de verrichtingen

Honoraria en terug- gave van

uitgaven

Voorschotten

Rekening derden

Gerechts- en deurwaarders kosten

Binnen- gekomen

uitgegaan

Binnen-gekomen

uitgegaan

1988

20.12

ontvangen voorschotten

15.000

Afsluiting

15.000

1989

open.

15.01

voorschot aan deurwaarder J

6.000

16.01

verzending

360

30.09

ontvangen voorschot

5.000

31.12

overdracht

15.000

15.000

Afsluiting

15.000

20.000

15.000

6.360

Cliënt C

.........................

Datum

Identificatie

van de verrichtingen

Honoraria en terug- gave van

uitgaven

Voorschotten

Rekening derden

Gerechts- en deurwaarders kosten

Binnen- gekomen

uitgegaan

Binnen-gekomen

uitgegaan

1990 opening

15.000

5.000

6.360

02.12

storting deurwaarder J

103.635

05.12

registratiekosten

2.275

31.12

overdracht

13.635

5.000

8.635

Afsluiting

28.635

5.000

5.000

103.635

8.635

8.635

1991

opening

28.635

95.000

8.635

03.01

storing aan C

95.000

Afsluiting

28.635

95.000

95.000

8.635

Belastingtoestand van de advocaat

Jaren

1988

1989

1990

1991

Honoraria en teruggave van uitgave :

0

34.260

48.635

0

Uitgaven :

- 260

- 10.360

- 12.275

0

Verschil :

- 260

23.900

36.360

0

De advocaat wordt belast op een totaal bruto-inkomen van 82.895 F (34.260 + 48.635) hetgeen overeenstemt met het totaal van de door elke zaak voortgebrachte inkomsten :

Cliënt A : 35.000

Cliënt B : 19.260

Cliënt C : 28.635

TOTAAL : 82.895

Jaarlijkse afsluiting van een dagboek en van een individuele rekening

20 OPGAVE

01.09.1989 Geraadpleegd door de Hr. JANSSENS, om zich burgerlijke partij te stellen voor de Politierechtbank, ontvangt de advocaat een voorschot van 3.000 F.

05.09.1989 De advocaat betaalt aan de griffie 225 F voor een afschrift van het strafdossier en 300 F voor kosten van vertaling van bepaalde stukken.

20.09.1989 Bij de uitspraak van de Politierechtbank bekomt de Hr. JANSSENS een voorwaardelijke som van 30.000 F en de Politierechtbank wijst een geneesheer-deskundige aan om de Hr. JANSSENS te onderzoeken.

26.09.1989 De advocaat betaalt het registratierecht van 750 F, 90 F voor het afschrift van het vonnis en 7.000 F voorschot aan de geneesheer-deskundige.

30.10.1989 De advocaat ontvangt van de tegenpartij het voorschot van 30.000 F (zie vonnis van 20.9.1989). Hij stort aan de Hr. JANSSENS, met diens toestemming, 20.000 F. Het saldo wendt hij aan om de tot dan werkelijke gedragen kosten te dekken. Hij beslist het voorschot van 3.000 F (zie 1.9.1989) als honorarium aan te rekenen.

31.12.1989 De advocaat ontvangt van de tegenpartij een som van 50.000 F, als vergoeding voor de schade toegebracht aan de Hr. JANSSENS. Hij sluit zijn rekeningen af.

04.01.1990 De advocaat draagt de som van 50.000 F, ontvangen op 31.12.1990, over aan de Hr. JANSSENS.

15.02.1990 De geneesheer-deskundige dient zijn verslag in. De advocaat betaalt het saldo van de rekening van de geneesheer-deskundige : 7.000 F. Hij betaalt 600 F kosten voor een afschrift (aan de griffie), 300 F reiskosten en 40 F fotocopiekosten. 01.03.1990 Het vonnis stelt de schade van de Hr. JANSSENS vast op 500.000 F (na aftrek van de 80.000 F voorschotten betaald op 30.10. en 31.12.1989) plus 14.000 F onderzoekskosten.

05.03.1990 De advocaat betaalt 12.500 F registratiekosten.

09.03.1990 De tegenpartij tekent beroep aan tegen het vonnis doch betaalt 100.000 F voorschot en de 14.000 F onderzoekskosten.

10.03.1990 De advocaat wendt 20.440 F aan om de werkelijk gedragen kosten vanaf 30.10.1989 te dekken, 5.000 F als honoraria en 2.500 F als vorming van een nieuw voorschot. Hij schrijft het saldo over aan de Hr. JANSSENS.

20.09.1990 De uitspraak in beroep beperkt de vergoeding verschuldigd aan de Hr. JANSSENS tot 300.000 F na aftrek van het voorschot van 100.000 F betaald op 9.3.1990.

07.10.1990 Ingevolge de uitspraak van 20.9.1990 betaalt de registratie 5.000 F terug.

15.12.1990 De advocaat ontvangt van de tegenpartij 348.250 F (hoofdsom : 300.000 F; interesten : 40.000 F; registratierechten : 8.250 F).

16.12.1990

De advocaat stelt volgende afrekening op :

Honoraria : 25.000

Correspondentiekosten : 4.000

Reiskosten : 300

Kantoor- en fotocopiekosten : 700

Griffie : 1.215

Registratie : 8.250

Onderzoek van deskundige : 14.000

53.465

waarvan af te trekken :

voorschot gestort op 1.9.1989 : - 3.000

kosten gedekt op 30.10.1989 : - 10.000

sommen ingehouden op 10.3.1990 : - 27.940

- 40.940

12.525

en hij stort dus aan de Hr. JANSSENS : 348.250

- 12.525

335.725

31.12.1990 De advocaat sluit zijn rekeningen af.

DAGBOEK (jaar 1989)

Datum

Identificatie van de verrichtingen

Honoraria en teruggave van uitgaven

Voorschotten

Binnengekomen

Uitgegaan

1

2

3

4

5

1989

Overgebracht :

01.09

Voorschot ontvangen zaak Janssens

3.000

03.09

Zaak Janssens : griffie, afschrift dossier

03.09

Zaak Janssens : griffie, vertaling

26.09

Zaak Janssens : registratiekosten

26.09

Zaak Janssens : griffie, afschrift vonnis

26.09

Zaak Janssens : voorschot gestort aan X

30.10

Zaak Janssens : ontvangen tegenpartij

30.10

Zaak Janssens : gestort aan Janssens

30.10

Zaak Janssens : overdracht

10.000

30.10

Zaak Janssens : overdracht

3.000

3.000

31.12

Zaak Janssens : ontvangen tegenpartij

Afsluiting

13.000

3.000

3.000

Rekening van derden

Gerechts- en deurwaarsders- kosten

Sommen gestort aan confraters, enz.

Andere uitgaven

Binnengekomen

Uitgegaan

6

7

8

9

10

225

300

750

90

7.000

30.000

20.000

10.000

50.000

80.000

30.000

1.365

7.000

DAGBOEK (jaar 1990)

Datum

Identificatie van de verrichtingen

Honoraria en teruggave van uitgaven

Voorschotten

Binnengekomen

Uitgegaan

1

2

3

4

5

1990

Overgebracht :

04.01

Zaak Janssens : gestort aan Janssens

15.02

Zaak Janssens : saldo rekening X

15.02

Zaak Janssens : griffie, afschrift

15.02

Zaak Janssens : reiskosten

15.02

Zaak Janssens : fotocopiekosten

05.03

Zaak Janssens : registratiekosten

09.03

Zaak Janssens : ontvangen tegenpartij

10.03

Zaak Janssens : overdracht

20.440

10.03

Zaak Janssens : overdracht

5.000

10.03

Zaak Janssens : overdracht

2.500

10.03

Zaak Janssens : gestort aan Janssens

07.10

Zaak Janssens : registratiekosten

15.12

Zaak Janssens : ontvangen tegenpartij

16.12

Zaak Janssens : gestort aan Janssens

16.12

Zaak Janssens : afsluiting (overdrachten)

20.025

2.500

Afsluiting

45.465

2.500

2.500

Rekening van derden

Gerechts- en deurwaarsders- kosten

Sommen gestort aan confraters, enz.

Andere uitgaven

Binnengekomen

Uitgegaan

6

7

8

9

10

50.000

50.000

7.000

600

300

40

12.500

114.000

20.440

5.000

2.500

86.060

5.000

348.250

335.725

17.525

517.250

517.250

13.100

7.000

340

INDIVIDUELE REKENING VAN CLIENT JANSSENS

Datum

Identificatie van de verrichtingen

Honoraria en terug- gave van uitgaven

Voorschotten

Rekening derden

Gerechts- en deurwaarders kosten

Binen-gekomen

uitgegaan

Binnen-gekomen

uitgegaan

1989

01.09

Ontvangen voorschot

3.000

03.09

Griffie : afschrift dossier

225

03.09

Griffie : vertaling

300

26.09

Registratie

750

26.09

Griffie : afschrift vonnis

90

26.09

Voorschot aan X (deskundige)

7.000

30.10

Ontvangen van tegenpartij

30.000

30.10

Gestort aan Janssens

20.000

30.10

Overdracht

10.000=================================10.000

30.10

Overdracht

3.000======= =====3.000

31.12

Ontvangen van tegenpartij

50.000

Afsluiting

13.000

3.000

3.000

80.000

30.000

8.365

Datum

Identificatie van de verrichtingen

Honoraria en terug- gave van uitgaven

Voorschotten

Rekening derden

Gerechts- en deurwaarders kosten

Binen-gekomen

uitgegaan

Binnen-gekomen

uitgegaan

1990

Opening

13.000

50.000

8.365

04.01

Gestort aan Janssens

50.000

15.02

Saldo rekening X (deskundige)

7.000

15.02

Griffie : afschrift

600

15.02

Reiskosten

300

15.02

Fotocopiekosten

40

05.03

Registratie

12.500

09.03

Ontvangen van tegenpartij

114.000

10.03

Overdracht

20.440 ======================= ========= 20.440

10.03

Overdracht

5.000 ======================= ===========5.000

10.03

Overdracht

2.500 ================= 2.500

10.03

Gestort aan Janssens

86.060

07.10

Registratie (teruggave)

5.000

15.12

Ontvangen van tegenpartij

348.250

15.12

Gestort aan Janssens

335.725

16.12

Eindoverdrachten

20.025============ 2.500 =============== 17.525

Afsluiting

58.465

2.500

2.500

517.250

517.250

28.805

SEMI-BRUTO RESULTATEN VAN DE ZAAK JANSSENS

Jaar 1989

Jaar 1990

1. In het dagboek

- kolom 3 : 13.000 45.565

- kolom 8 : 1.365 13.100

- kolom 9 : 7.000 7.000

- kolom 10 : - 340

8.365 20.440

- 8.365 - 20.440

4.365 25.025

Totaal 1989 + 1990 - 29.660

2. Volgens de individuele rekening

- honoraria en teruggave van uitgaven" : 58.465

- "naar het dagboek over- gebrachte uitgaven" : - 28.805

29.660

3. Volgens de afrekening opgemaakt door de advocaat

- in rekening gebracht : 53.465

- kosten betaald door de advocaat :

- griffie (225 + 300 + 90 + 600) 1.215

- registratie (750 + 12.500 - 5.000) 8.250

- deskundige (7.000 + 7.000) 14.000

- reiskosten 300

- fotocopiekosten 40

23.805

- 23.805

29.660

COMMENTAAR

01.09.1989 De som van 3.000 F gestort door de cliënt wordt voorlopig niet belast.

03.09.1989 Die kosten, werkelijk door de advocaat gemaakt, vormen, vanaf hun betaling, aftrekbare beroepskosten.

20.09.1989 Geen weerslag op belastinggebied.

26.09.1989 Die kosten vormen eveneens onmiddellijk aftrekbare kosten voor het werkelijk betaalde bedrag, alhoewel ze slechts gedeeltelijk gedekt zijn door het gestorte voorschot. De deskundige moet worden opgegeven in het dagboek, ten minste door een verwijzing.

30.10.1989 De som door de advocaat overgedragen om de kosten te dekken, vormt, voor het overgedragen bedrag, een bruto-belastbaar inkomen (ter vereffening van de aftrekbare kosten

die voorkomen in de kolommen 8 tot 10 van het dagboek). Door de toewijzing van het voorschot van 3.000 F aan honoraria, wordt het belastbaar.

31.12.1989 De som van 50.000 F gestort door de tegenpartij wordt niet belast (som toebehorende aan een derde); ze wordt overgedragen naar het volgende jaar. 04.01.1990 De betaling heeft geen weerslag op belastinggebied.

15.02.1990 Die kosten zijn kosten die onmiddellijk aftrekbaar zijn voor het werkelijk betaalde bedrag. Opmerkingen a) De kosten in rekening gebracht van de cliënt maar niet werkelijk betaald door de advocaat, mogen niet in het dagboek worden ingeschreven. b) De kosten in rekening gebracht van de cliënt en begrepen in de werkelijke kosten die geen betrekking hebben op een bepaalde zaak (b.v. kosten van lokalen en autokosten) worden in het dagboek ingeschreven, in kolom 10, naar gelang van hun werkelijke betaling; ze mogen natuurlijk geen tweede keer worden ingeschreven op het ogenblik dat ze in rekening worden gebracht.

01.03.1990 Geen weerslag op belastinggebied.

05.03.1990 Onmiddellijk aftrekbare beroepskosten.

09.03.1990 Bedrag voor de cliënt : voorlopig niet belastbaar.

10.03.1990 De volgende afrekening ligt aan de basis van de verrichtingen :

Ontvangen 114.000

Te verminderen met:

voorschot 2.500

honoraria 5.000

reeds betaalde kosten:

15.2 : deskundige 7.000

afschrift 600

reis 300

fotocopie 40

5.3 : registratie 12.500

20.440

-27.940

Te storten aan de Hr. JANSSENS 86.060 De storting aan de Hr. JANSSENS en de vorming van een voorschot hebben geen weerslag op belastinggebied. Belastbaar geworden sommen :

- de teruggave van kosten (20.440 F), ter vereffening van de afgetrokken kosten;

- de eigenlijke honoraria (5.000 F).

20.09.1990 Geen weerslag op belastinggebied.

07.10.1990 De terugbetaling komt aan de Hr. JANSSENS toe aangezien de registratiekosten te zijnen laste werden gelegd op 10.3. Geen weerslag op belastinggebied.

15.12.1990 Geen onmiddellijke weerslag op belastinggebied.

16.12.1990 De som te storten aan de Hr. JANSSENS is het resultaat van de afrekening opgemaakt door de advocaat (zie opgave). De eindoverdrachten bestaan uit de aanzuivering van de rekeningen "voorschotten" en "rekening van derden" die open gebleven waren na afsluiting van de rekening van de Hr. JANSSENS.

21 Berekening van het fiscaal resultaat uitgaande van een welbepaalde zaak

OPGAVE

De volgende financiële verrichtingen werden door de advocaat aangetekend in een zaak van echtscheiding en rente tot onderhoud.

Ontvangen Betaald

01.07.1989 van Janssens 2.000

05.07.1989 aan griffie 300

05.08.1989 aan deurwaarder (betekening) 1.850

08.09.1989 van deurwaarder 3.225

15.10.1989 van Peeters (rente) 6.000

16.10.1989 aan Janssens 5.000

12.11.1989 van Peeters (rente) 6.000

13.11.1989 aan Janssens 5.000

18.12.1989 van Peeters (rente) 6.000

21.12.1989 aan deurwaarder(dagvaarding) 2.450

31.12.1989 Balans 23.225 14.600

05.01.1990 van Peeters (voorschot op rente) 5.000

06.01.1990 aan Janssens 10.000

...

De balans op 31.12.1989 doet een saldo van 8.625 F uitkomen. Dat saldo kan worden aangewend voor latere procedurekosten, aangezien de honoraria pas worden ontvangen bij de verkoop van het onroerend goed toebehorend aan de gemeenschap (verkoop die verscheidene maanden later zal plaatsvinden).

Hoe kan de advocaat, in deze omstandigheden, vermijden dat het saldo op 31.12.1989 wordt belast ?

INDIVIDUELE REKENING VAN DE HR. JANSSENS

JANSSENS C / PEETERS

Datum

Identificatie van de verrichtingen

Honoraria en terug- gave van uitgaven

Voorschotten

Rekening derden

Gerechts- en deurwaarders kosten

Binen-gekomen

uitgegaan

Binnen-gekomen

uitgegaan

1989

01.07

Voorschot gestort

2.000

05.07

Griffie

300

05.08

Deurwaarder X

1.850

08.09

Storting

15.10

Storting Peeters

6.000

16.10

Storting aan Janssens

5.000

12.11

Storting Peeters

6.000

13.11

Storting aan Janssens

5.000

18.12

Storting Peeters

6.000

21.12

Deurwaarder X

2.450

2.000

21.225

10.000

4.600

31.12

Overdracht

4.600=================================== 4.600

Afsluiting

4.600

2.000

21.225

14.600

4.600

COMMENTAAR

Op 31.12.1989 zijn de volgende sommen beschikbaar :

- "voorschotten" : 2.000 F

- "rekening van derden" : 6.225 F

(5.000 F zijn verschuldigd aan de cliënt - zie storting van 6.1.1990)

8.225 F

Men moet het beschikbaar bedrag bij voorkeur aanwenden om de gedane kosten te dekken (4.600 F). Dit geschiedt door de overdracht. Indien het verantwoord is, mag het saldo als volgt worden overgebracht :

- als "voorschotten" : 2.000 F

- als "rekening van derden": 6.625 F (5.000 + 6.225 - 4.600)

8.625 F

Voor het jaar 1989 wordt de advocaat, wat deze zaak betreft, niet belast :

- "honoraria en teruggave van kosten" : 4.600 F

- "naar het dagboek overgebrachte kosten" : 4.600 F

0 F

Art. 320, WIB 92 - BIJLAGE VI

Nummer 320/B6

Ministerieel besluit van 15 maart 1985 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Art. 1. - De geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, zijn gehouden een dagboek en formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp te gebruiken die overeenkomen met de bij dit besluit gevoegde modellen.

Art. 2. - Het ontvangstbewijs is samengevoegd met het getuigschrift voor verstrekte hulp dat de gerechtigde inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering in staat stelt de voor hem ter zake bepaalde voordelen te genieten.

Beide documenten kunnen van elkaar worden gescheiden, zodat zij elk tot hun specifiek doel kunnen worden aangewend.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

Art. 3. - De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden uitsluitend door de diensten van het Ministerie van Financiën gedrukt. Zij worden tegen betaling ter beschikking gesteld van de in artikel 1 vermelde beoefenaars, die ze bij die diensten moeten bestellen.

De prijs van die formulieren en de betalingsmodaliteiten worden door de directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen of zijn gedelegeerde vastgelegd.

Art. 4. - De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp die bestaan uit originelen en duplicaten, worden geleverd in boekjes- of in kettingvorm.

Art. 5. - De formulieren bevatten benevens de algemene vermeldingen die op de bij dit besluit gevoegde modellen voorkomen, de volgende individuele vermeldingen betreffende de beoefenaar :

- naam en voornaam;

- geneeskundige specialisatie (indien de geneesheer die specialisatie heeft medegedeeld) of hoedanigheid;

-adres van de woonplaats of van de spreekkamer;

- identificatienummer bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 6. - De boekjes of de kettingformulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden doorlopend genummerd per beoefenaar en per leveringsjaar. Zij moeten zoveel mogelijk volgens hun nummering worden gebruikt; ze blijven onbeperkt geldig, ook na het verstrijken van het jaar van de levering.

Art. 7. - Het ontvangstbewijs moet aan de schuldenaar worden uitgereikt :

- als kwijting van de honoraria betreffende de verstrekkingen inzake klinische biologie, door de apothekers die erkend zijn om die verstrekkingen te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering;

- als kwijting voor alle honoraria, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten en andere beroepsontvangsten waarvan sprake is in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92), met inbegrip van de voorschotten, door de andere in artikel 1 vermelde beoefenaars.

Art. 8. - Het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt ingevuld overeenkomstig de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke reglementaire bepalingen.

Art. 9. - Wanneer het ontvangstbewijs zonder het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt gebruikt of wanneer het getuigschrift voor verstrekte hulp zonder het ontvangstbewijs wordt gebruikt, moet het niet gebruikte deel van het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp worden doorgestreept en gevoegd blijven bij het boekje of bij de duplicaten.

Art. 10. - De beoefenaar is ervan ontheven een ontvangstbewijs uit te reiken voor de betalingen die door storting of overschrijving op zijn post- of bankrekening worden gedaan.

Art. 11. - De op het origineel van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp aangebrachte vermeldingen, behoudens die betreffende de identiteit van de gerechtigde en van de patiënt, worden gelijktijdig op het duplicaat overgebracht door middel van de doorschrijflaag die een gedeelte van de keerzijde van het origineel bedekt.

Art. 12. - § 1. De ontvangsten vermeld op de formulieren in boekjes worden per boekje samengevat en opgeteld op een blad papier dat bij het boekje gevoegd moet blijven.

De ontvangsten vermeld op de kettingformulieren worden samengevat en opgeteld, ofwel, per reeks van 50 formulieren, op een blad papier dat bij de duplicaten van de desbetreffende reeks formulieren gevoegd moet blijven, ofwel op een computerlisting, zoals bedoeld in artikel 15, § 2.

§ 2. Aan het einde van elk jaar worden de niet volledig gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren afgesloten en wordt de samenvatting en de optelling ervoor gemaakt. De niet gebruikte formulieren van de genoemde boekjes of reeksen worden doorgestreept en bewaard.

Art. 13. - De gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren, met inbegrip van degene bedoeld in artikel 12, § 2, worden door de beoefenaar bewaard gedurende zes jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin die boekjes of reeksen werden gebruikt.

De beoefenaar is gehouden op verzoek van de Administratie der directe belastingen haar de boekjes of reeksen waarvan sprake is in het vorige lid, alsmede de voorraad niet gebruikte boekjes voor te leggen.

Dagboek

Art. 14. - Voor elk gebruik wordt het dagboek voorgelegd aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van het gebied om te worden genummerd en geparafeerd.

Art. 15. - § 1. Het dagboek wordt per jaar gehouden; het volgende moet erin worden opgetekend :

1° ontvangsten :

a) op de ontvangstdatum, inschrijving van alle bezoldigingen alsmede van de op de post- of bankrekening ontvangen betalingen;

b) op de afsluitingsdatum van elk boekje of reeks van 50 kettingformulieren, inschrijving per boekje of per reeks, van het totaal van de erin vermelde ontvangsten;

2° uitgaven : inschrijving per uitgave en per aard, van de uitgaven die geheel of gedeeltelijk op de uitoefening van het beroep betrekking hebben; de inschrijvingen, die in beginsel dagelijks moeten gebeuren, mogen nochtans aan het einde van elke maand, van elk kwartaal, van elk halfjaar of van elk jaar worden gedaan indien de bewijsstukken ervan, op verzoek van de Administratie der directe belastingen, goed geordend kunnen worden voorgelegd.

§ 2. In afwijking van § 1 mogen de beoefenaars die hun boekhouding voeren met behulp van een computer, de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samenvattende boeking per maand die blijkt uit een computerlisting conform het model van het dagboek.

Art. 16. - De apothekers die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, vullen, in het dagboek, alleen de kolommen in die bestemd zijn om de ontvangsten samen te vatten; zij brengen er uitsluitend op de in artikel 15 voorgeschreven wijze, de honoraria in over die betrekking hebben op verstrekkingen inzake klinische biologie.

Bijzondere bepalingen in verband met de honoraria betreffende geneeskundige verstrekkingen die in een inrichting voor geneeskundige verzorging worden verricht

Art. 17. - § 1. De beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, worden, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van dit besluit betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid, voor zover hun verstrekkingen voorkomen op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. De inrichting is er alsdan toe gehouden aan de hoofdcontroleur van het gebied jaarlijks, voor 31 maart, per beoefenaar, een opgave over te leggen van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.

§ 2. De directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen kan, onder de door hem bepaalde voorwaarden, gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van de toepassing van de bepalingen van dit besluit en in dezelfde mate de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid toepasselijk maken op :

1° voor de verstrekkingen die ze er verrichten, de beoefenaars die uitoefenen in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende de verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in § 1, int voor hun rekening;

2° de beoefenaars die voor eigen rekening een ziekenhuis, een hospitaal, een polikliniek of een centrum, inrichting of medisch kabinet, zonder rechtspersoonlijkheid, beheren.

Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art 18. - Het ministerieel besluit van 14 januari 1977 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de geneesheren, wordt opgeheven.

Art. 19. - De formulieren van ontvangstbewijzen- getuigschriften voor verstrekte hulp van de modellen die werden ingevoerd of gehandhaafd bij de genoemde ministeriële besluiten van 14 januari 1977 waarover de beoefenaars op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog zouden beschikken, zijn vanaf deze datum ongeldig.

Art. 20. - De beoefenaars zijn ertoe gehouden, binnen twee maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, de niet gebruikte boekjes van vervallen formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van de modellen bedoeld in artikel 19 terug te geven aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van hun gebied.

Art. 21. - De afwijkingen die werden verleend of gehandhaafd op grond van de voornoemde ministeriële besluiten van 14 januari 1977, met uitsluiting van die welke het gebruik van kettingformulieren mogelijk maken, blijven geldig.

Art. 22. - De dagboeken van het model gevoegd bij de ministeriële besluiten van 14 januari 1977 blijven geldig.

Art. 23. - Dit besluit treedt in werking op 1 april 1985.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

- Origineel

- Duplicaat

[Deze documenten kunnen niet opgenomen worden.]

Koninkrijk België

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie der directe belastingen

DAGBOEK te houden ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (bij het ministerieel besluit van 15 maart 1985 vastgelegd model)

Dit dagboek dat door ........................................................................... (1) zal worden gebruikt, werd heden, ..................... 19.., door de ondergetekende hoofdcontroleur der directe belastingen genummerd en geparafeerd.

(Handtekening en stempel van de dienst)

(1) Naam, voornaam, hoedanigheid en adres.

ONTVANGSTEN

Honoraria

Datum

Schuldenaar (1)

Enigerlei bezoldiging

Postrekening

Bank

Boekjes of kettingformulieren

Nr. (2)

Bedrag

1

2

3

4

5

6

7

Overgebracht :

Over te brengen :

(1) Naam of andere vermelding die de identificatie van de schuldenaar mogelijk maakt (uitgezonderd voor de boekjes of de kettingformulieren).

(2) Bij gebruik van kettingformulieren het laatste nummer van de reeks vermelden.

UITGAVEN

Beroepskosten

Aan confraters enz. betaalde honoraria

Nr.

Datum

Aard

Bedrag

Begunstigde

Bedrag

8

9

10

11

12

13

14

Overgebracht :

Over te brengen :

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 15 maart 1985.

De Minister van Financiën, F. Grootjans

De Staatssecretaris voor Financiën, L. Waltniel

II. ALGEMEEN

1 Dit besluit is van toepassing op de geneesheren en de klinisch biologen.

III. ONTVANGSTBEWIJZEN-GETUIGSCHRIFTEN VOOR VERSTREKTE HULP

2 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/20, 23 en 25.

A. MODEL

3 De geneesheren en biologen (hierna genoemd "beoefenaar(s)") die hun beroep als zelfstandige uitoefenen en de honoraria betreffende hun verstrekkingen voor eigen rekening innen, moeten de ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van het model A gebruiken. Zij mogen eveneens, onder bepaalde voorwaarden, gebruik maken van de verzamelgetuigschriften voor verstrekte hulp van het model D (zie 14).

B. BEVOORRADING

4 De geneesheren en de klinische biologen kunnen formulieren bekomen :

- hetzij met het adres van hun woonplaats;

- hetzij met het adres van een spreekkamer.

Bij de eerste bestelling moet worden opgegeven :

- het identificatienummer bij het RIZIV, alsmede een fotocopie van de erkenning door het RIZIV;

- de naam en de voornamen;

- de geneeskundige specialisatie of de hoedanigheid;

- het aantal, de opdruk en de vorm (hetzij in "boekjesvorm", hetzij "in kettingvorm") van de gewenste getuigschriften (zie 320/20);

- de taal waarin de formulieren moeten worden opgesteld.

De leveringstermijn is 15 werkdagen (buiten leveringsplan).

Voor elke volgende bestelling volstaat het de volgende aanduiding op het origineel van een getuigschrift voor verstrekte hulp aan te brengen :

- "Goed voor ......... x 10 boekjes" of

- "Goed voor ......... x 1 reeks van 2.000 kettingformulieren (banden van 1 formulier)" of

- "Goed voor ......... x 1 reeks van 3.000 kettingformulieren (banden van 3 formulieren naast elkaar) ....... genummerd;

het origineel te dateren, te handtekenen en toe te sturen aan de Dienst getuigschriften voor verstrekte hulp (zie adres in nr. 320/20).

Om de zaken te vergemakkelijken, zendt de Dienst getuigschriften voor verstrekte hulp in de loop van de maand september aan elke belanghebbende een bestelbon voor de levering van de voor het volgende jaar gewenste hoeveelheid ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp. De bestellingen worden binnen de gestelde termijn en volgens een leveringsplan uitgevoerd.

Deze richtlijnen zijn van overeenkomstige toepassing voor tandartsen, vroedvrouwen, verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en kinesitherapeuten.

C. NUMMERING

5 Het nummer bestaat uit de laatste twee cijfers van het leveringsjaar gevolgd door :

- voor de formulieren in boekjesvorm : het volgnummer van het boekje en het volgnummer van de in het boekje vervatte formulieren;

- voor de kettingformulieren : het volgnummer van het formulier.

Voorbeelden :

1° formulieren in boekjesvorm, geleverd in 1991 :

- 1e boekje : nrs. 91*0001/01 tot 91*0001/50;

- 2e boekje : nrs. 91*0002/01 tot 91*0002/50;

- enz.

2° kettingformulieren, geleverd in 1991 :

- eerste 100 formulieren : nrs. 91*0001/00 tot 91*0001/99;

- volgende 100 formulieren : nrs. 91*0002/00 tot 91*0002/99;

- enz.

D. OPTELLING EN OVERDRACHT NAAR HET DAGBOEK

6 De ontvangsten vermeld op de formulieren in boekjesvorm worden per boekje samengevat en opgeteld op een blad papier dat bij dat boekje moet gevoegd blijven.

De ontvangsten vermeld op de kettingformulieren worden, per reeks van 50 formulieren, samengevat en opgeteld, ofwel op een blad papier dat bij de duplicaten van de desbetreffende reeks formulieren gevoegd moet blijven, ofwel op een computerlisting overeenkomstig het model van het dagboek (zie 320/36).

Het bekomen totaal, per boekje of reeks van 50 kettingformulieren, wordt, op de afsluitingsdatum van elk boekje of reeks, naar het dagboek overgedragen (kolommen 6 en 7). De beoefenaars die hun boekhouding voeren met behulp van een computer mogen de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samenvattende boeking per maand (zie 320/36).

Op het einde van het jaar worden de niet volledig gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren afgesloten en wordt de samenvatting en de optelling ervoor gemaakt. De niet gebruikte formulieren van de genoemde boekjes of reeksen worden doorgestreept en bewaard.

IV. DAGBOEK

7 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/19 en 26 tot 36.

8 Het dagboek moet worden ingevuld volgens de aanwijzingen op het model.

De volgende punten vergen enige toelichting :

Kolom 3 : Enigerlei bezoldiging - Het gaat om wedden en bezoldigingen die ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst of van een soortgelijk wettelijk of reglementair statuut zijn ontvangen, alsmede om pensioenen en gelijkaardige vergoedingen. Hier mogen geen honoraria worden ingeschreven.

Kolommen 4 en 5 :Rechtstreeks op de post- of bankrekening ontvangen honoraria.

Kolom 7 : Totaal bedrag van de op de formulieren in boekjes- of kettingvorm ingeschreven sommen, per boekje of per reeks van 50 kettingformulieren.

Kolom 9 : De kosten kunnen ofwel op de datum van de factuur, ofwel op de datum van de betaling worden ingeschreven.

Kolom 11 : Bedrag van de beroepskosten, BTW inbegrepen.

V. SPECIALE GEVALLEN

A. GENEESHEER DIE TEVENS ALS TANDHEELKUNDIGE WERKZAAM IS

9 De geneesheer die tevens als tandheelkundige werkzaam is, moet de volgende formulieren gebruiken :

- het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp van het model A, voor zijn medische verstrekkingen;

- het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp van het model E, voor zijn tandheelkundige verstrekkingen (zie nr. 3, 320/Bijl.VII).

B. INRICHTINGEN VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

10 Een ander MB 15.3.1985, gewijzigd bij MB 3.7.1985 en MB 30.6.1986, heeft betrekking op de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid voor de geneeskundige verstrekkingen waarvoor de vergoeding voor hun rekening wordt ontvangen (te gebruiken formulieren in verband met de geneeskundige en klinisch biologische verstrekkingen zijn : getuigschriften voor verstrekte hulp van het model C of D, of overeenstemmingsstroken).

De in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging te gebruiken formulieren zijn opgesomd in nr. 3, 320/Bijl.IX.

C. BEOEFENAARS DIE IN EEN FEITELIJKE VERENIGING (ASSOCIATIE) WERKEN

11 Een associatie bezit geen rechtspersoonlijkheid en vormt dus geen zelfstandige belastingentiteit. Elke beoefenaar moet dus zijn eigen formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van het model A afleveren voor de door hem persoonlijk in de associatie verstrekte prestaties.

Om de zaken te vergemakkelijken neemt de Administratie der directe belastingen aan dat men voor het samenvatten van de ontvangsten en de kosten van de associatie een bijkomend dagboek gebruikt dat de schakel vormt tussen de boekhouding van de associatie en de individuele rekeningen van de beoefenaars. Dat dagboek doet het nettobedrag uitkomen van het aan elke beoefenaar toegekende aandeel. Elke beoefenaar draagt het hem toegekende bedrag over naar zijn individueel dagboek, hetzij aan het einde van het jaar, hetzij bij de toekenningen.

D. TIJDELIJKE ASSISTENTIE OF VERVANGING VAN DE BEOEFENAARTITULARIS

12 In geval van tijdelijke assistentie of in geval van vervanging van de beoefenaar-titularis tijdens een verlofperiode :

- wanneer de honoraria door de assistent of de plaatsvervanger voor eigen rekening worden geïnd : de assistent of de plaatsvervanger gebruikt zijn eigen formulieren van het model A;

- wanneer de honoraria ten bate van de beoefenaar-titularis worden geïnd : de assistent of de plaatsvervanger gebruikt de formulieren van de titularis van het model A, doch plaatst zijn eigen stempel erop en ondertekent ze.

E. AFWIJKINGEN

1. Afwijking zonder voorafgaande machtiging

13 Krachtens art. 17, § 1, MB 15.3.1985 worden de beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid.

De voornoemde afwijking geldt wanneer aan de twee hiernavermelde voorwaarden is voldaan :

- de in het eerste lid bedoelde verstrekkingen komen voor op een factuur die is opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen;

- de inrichting legt aan haar hfd.cr. jaarlijks, voor 31 maart, per beoefenaar, een opgave over van de voor rekening van de beoefenaars, tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.

Door die afwijking wordt het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp vervangen door een overeenstemmingsstrook die door de inrichting op de factuur wordt gekleefd.

Voor nadere bijzonderheden betreffende het gebruik van de overeenstemmingsstrook wordt verwezen naar nr. 11, 320/Bijl.IX.

2. Afwijking met voorafgaande machtiging

14 Krachtens art. 17, § 2, MB 15.3.1985 kan de Directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen sommige beoefenaars geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de toepassing van de bepalingen betreffende het gebruik van ontvangstbewijzen-getuigschriften en hen onderwerpen aan de bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid.

Hier worden bedoeld :

a) de beoefenaar die een inrichting voor geneeskundige verzorging (praktijk, ziekenhuis, enz.) zonder rechtspersoonlijkheid beheert waar andere beoefenaars (geneesheren, biologen, verpleegsters, enz.) uitoefenen en waar de honoraria voor rekening van de exploitant worden geïnd. De voornoemde bepalingen worden enkel toepasselijk gemaakt op de andere verstrekkingen dan die van de beoefenaar-exploitant;

b) de beoefenaar die voor zijn persoonlijke prestaties gebruik wenst te maken van het kettingformulier van verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D;

c) de beoefenaars-leden van een feitelijke vereniging (= associatie) die voor hun prestaties in die associatie gebruik wensen te maken van het kettingformulier van verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D;

d) de beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria voor hun rekening int betreffende die verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals die bedoeld in nr. 12, 320/Bijl.IX (te gebruiken formulieren : verzamelgetuigschriften voor verstrekte hulp van het model D).

Daartoe moet (moeten) de betrokkene(n) bij de Directeur-generaal der directe belastingen, R.A.C., Financietoren, Kruidtuinlaan 50, bus 32, 1010 Brussel, een aanvraag tot toepassing van de voornoemde bepalingen indienen en er de volgende inlichtingen in vermelden :

- zijn (hun) naam en voornaam;

-het adres van zijn (hun) woonplaats;

-zijn (hun) geneeskundige specialisatie of hoedanigheid;

- het adres en de benaming van de praktijk of de dienst waarvoor getuigschriften worden besteld;

-het aantal, het model en de vorm (boekjes- of kettingvorm) van de gewenste getuigschriften;

-de wijze waarop de honoraria worden of zullen worden geïnd;

-de hoedanigheid van de door hem (hen) in dienst genomen beoefenaars;

-in het algemeen, alle nuttige inlichtingen om de toestand toe te lichten.

Indien over de aanvraag gunstig wordt beschikt, worden groene formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp van het model C, F, H of D of overeenstemmingsstroken geleverd.

Voor nadere bijzonderheden betreffende het gebruik van de formulieren van het model C, F, H of D en van de overeenstemmingsstrook wordt verwezen naar nrs 6 tot 11, 320/Bijl.IX.

F. UITREIKING VAN EEN DUBBEL IN GEVAL VAN VERLIES OF VERNIETIGING

15 De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp zijn niet bestemd voor het uitreiken van dubbels in geval van verlies of vernietiging van het oorspronkelijk uitgereikte document.

De Administratie der directe belastingen neemt evenwel aan dat men, indien nodig, een tweede formulier gebruikt voor het uitreiken van een dubbel, op voorwaarde dat op het origineel en het duplicaat van het tweede formulier het volgende wordt vermeld : "Dubbel van het getuigschrift voor verstrekte hulp uitgereikt op ....".

G. VERANDERING VAN ADRES, VAN SPECIALISATIE, VAN HOEDANIGHEID OF VAN

IDENTIFICATIENUMMER BIJ HET RIZIV

16 De verandering van adres, specialisatie, van hoedanigheid of van identificatienummer bij het RIZIV is geen reden om de oude formulieren niet meer te gebruiken. Nadat de nodige wijzigingen met een stempel of eventueel met een pen werden aangebracht, moeten die formulieren bij voorrang worden gebruikt.

Art. 320, WIB 92 - BIJLAGE VII

Nummer 320/B7

Ministerieel besluit van 15 maart 1985 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de tandheelkundigen.

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Art. 1. - De tandheelkundigen zijn gehouden een dagboek en formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp te gebruiken die overeenkomen met de bij dit besluit gevoegde modellen.

Art. 2. - Het ontvangstbewijs is samengevoegd met het getuigschrift voor verstrekte hulp dat de gerechtigde inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering ter zake in staat stelt de voor hem bepaalde voordelen te genieten.

Beide documenten kunnen van elkaar worden gescheiden, zodat zij elk tot hun specifiek doel kunnen worden aangewend.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

Art. 3. - De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden uitsluitend door de diensten van het Ministerie van Financiën gedrukt. Zij worden tegen betaling ter beschikking gesteld van de tandheelkundigen, die ze bij die diensten moeten bestellen.

De prijs van die formulieren en de betalingsmodaliteiten worden door de directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen of zijn gedelegeerde vastgesteld.

Art. 4. - De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp die bestaan uit originelen en duplicaten, worden geleverd in boekjes- of in kettingvorm.

Art. 5. - De formulieren bevatten benevens de algemene vermeldingen die op de bij dit besluit gevoegde modellen voorkomen, de volgende individuele vermeldingen betreffende de tandheelkundige :

- naam en voornaam;

- hoedanigheid;

- adres van de woonplaats of van de spreekkamer;

- identificatienummer bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 6. - De boekjes of de kettingformulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden doorlopend genummerd per tandheelkundige en per leveringsjaar. Ze moeten zoveel mogelijk volgens hun nummering worden gebruikt; ze blijven onbeperkt geldig, ook na het verstrijken van het jaar van de levering.

Art. 7. - Het ontvangstbewijs moet door de tandheelkundige aan de schuldenaar worden uitgereikt als kwijting voor alle honoraria, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten en andere beroepsontvangsten waarvan sprake is in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92), met inbegrip van de voorschotten.

Art. 8. - Het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt ingevuld overeenkomstig de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen.

Art. 9. - Wanneer het ontvangstbewijs zonder het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt gebruikt of wanneer het getuigschrift voor verstrekte hulp zonder ontvangstbewijs wordt gebruikt, moet het niet gebruikte deel van het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp worden doorgestreept en gevoegd blijven bij het boekje of bij de duplicaten.

Art. 10. - De tandheelkundige is ervan ontheven een ontvangstbewijs uit te reiken voor de betalingen die door storting of overschrijving op zijn post- of bankrekening worden gedaan.

Art. 11. - De op het origineel van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp aangebrachte vermeldingen, behoudens die betreffende de identiteit van de gerechtigde en van de patiënt, worden gelijktijdig op het duplicaat overgebracht door middel van de doorschrijflaag die een gedeelte van de keerzijde van het origineel bedekt.

Art. 12. - § 1. De ontvangsten vermeld op de formulieren in boekjes worden per boekje samengevat en opgeteld op een blad papier dat bij dat boekje gevoegd moet blijven.

De ontvangsten vermeld op de kettingformulieren worden samengevat en opgeteld, ofwel, per reeks van 50 formulieren, op een blad papier dat bij de duplicaten van de desbetreffende reeks formulieren gevoegd moet blijven, ofwel op een computerlisting, zoals bedoeld in artikel 15, § 2.

§ 2. Aan het einde van elk jaar worden de niet volledig gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren afgesloten en wordt de samenvatting en de optelling ervoor gemaakt. De niet gebruikte formulieren van de genoemde boekjes of reeksen worden doorgestreept en bewaard.

Art. 13. - De gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren, met inbegrip van degene bedoeld in artikel 12, § 2, worden door de tandheelkundige bewaard gedurende zes jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin die boekjes of reeksen werden gebruikt.

De tandheelkundige is gehouden op verzoek van de Administratie der directe belastingen haar de boekjes of reeksen waarvan sprake is in het vorige lid, alsmede de voorraad niet gebruikte boekjes of reeksen voor te leggen.

Art. 14. - De tandheelkundige die tevens als geneesheer werkzaam is, gebruikt :

- wanneer het om medische verstrekkingen gaat : het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp opgelegd aan de geneesheren;

- wanneer het om tandheelkundige verstrekkingen gaat : het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp waarvan het gebruik wordt voorgeschreven bij dit besluit.

Dagboek

Art. 15. - Vóór elk gebruik wordt het dagboek voorgelegd aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van het gebied om te worden genummerd en geparafeerd.

Art. 16. - § 1. Het dagboek wordt per jaar gehouden; het volgende moet erin worden opgetekend :

1° ontvangsten :

a) op de ontvangstdatum, inschrijving van alle bezoldigingen, alsmede van de op de post- of bankrekening ontvangen betalingen;

b) op de afsluitingsdatum van elk boekje of reeks van 50 kettingformulieren, inschrijving per boekje of per reeks, van het totaal van de erin vermelde ontvangsten;

2° uitgaven : inschrijving per uitgave en per aard, van de uitgaven die geheel of gedeeltelijk op de uitoefening van het beroep betrekking hebben; de inschrijvingen, die in beginsel dagelijks moeten gebeuren, mogen nochtans aan het einde van elke maand, van elk kwartaal, van elk half jaar of van elk jaar worden gedaan, indien de bewijsstukken ervan, op verzoek van de Administratie der directe belastingen, goed geordend kunnen worden voorgelegd.

§ 2. In afwijking van § 1 mogen de tandheelkundigen die hun boekhouding voeren met behulp van een computer, de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samenvattende boeking per maand die blijkt uit een computerlisting conform het model van het dagboek.

Bijzondere bepalingen in verband met de honoraria betreffende geneeskundige verstrekkingen die in een inrichting voor geneeskundige verzorging worden verricht

Art. 17. - § 1. De tandheelkundigen die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, worden, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van dit besluit betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid, voor zover hun verstrekkingen voorkomen op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. De inrichting is er alsdan toe gehouden aan de hoofdcontroleur van het gebied jaarlijks, voor 31 maart, per beoefenaar, een opgave over te leggen van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.

§ 2. De directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen kan, onder de door hem bepaalde voorwaarden, gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van de toepassing van de bepalingen van dit besluit en in dezelfde mate onderwerpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid :

1° voor de verstrekkingen die ze er verrichten, de tandheelkundigen die uitoefenen in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende de verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in § 1, int voor hun rekening;

2° de tandheelkundigen die voor eigen rekening een ziekenhuis, een hospitaal, een polikliniek of een centrum, inrichting of kabinet, zonder rechtspersoonlijkheid, beheren.

Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art 18. - Het ministerieel besluit van 14 januari 1977 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de tandheelkundigen, wordt opgeheven.

Art. 19. - De formulieren van ontvangstbewijzen- getuigschriften voor verstrekte hulp van het model ingevoerd of gehandhaafd bij het voornoemde ministerieel besluit van 14 januari 1977 waarover de tandheelkundige op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog zou beschikken, zijn vanaf deze datum ongeldig.

Art. 20. - De tandheelkundigen zijn ertoe gehouden, binnen twee maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, de niet gebruikte boekjes van vervallen formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van het model bedoeld in artikel 19 terug te geven aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van hun gebied.

Art. 21. - De afwijkingen die werden verleend of gehandhaafd op grond van het voornoemde ministerieel besluit van 14 januari 1977, met uitsluiting van die welke het gebruik van kettingformulieren mogelijk maken, blijven geldig.

Art. 22. - De dagboeken van het model gevoegd bij het ministerieel besluit van 14 januari 1977 blijven geldig.

Art. 23. - Dit besluit treedt in werking op 1 april 1985.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

- Origineel

- Duplicaat

[Deze documenten kunnen niet opgenomen worden.]

Koninkrijk België

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie der directe belastingen

DAGBOEK te houden ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (bij het ministerieel besluit van 15 maart 1985 vastgelegd model)

Dit dagboek dat door

............................................................................ (1) zal worden gebruikt, werd heden, ..................... 19.., door de ondergetekende hoofdcontroleur der directe belastingen genummerd en geparafeerd.

(Handtekening en stempel van de dienst)

(1) Naam, voornaam, hoedanigheid en adres.

ONTVANGSTEN

Honoraria

Datum

Schuldenaar (1)

Enigerlei bezoldiging

Postrekening

Bank

Boekjes of kettingformulieren

Nr. (2)

Bedrag

1

2

3

4

5

6

7

Overgebracht :

Over te brengen :

(1) Naam of andere vermelding die de identificatie van de schuldenaar mogelijk maakt (uitgezonderd voor de boekjes of de kettingformulieren).

(2) Bij gebruik van kettingformulieren het laatste nummer van de reeks vermelden.

UITGAVEN

Beroepskosten

Aan confraters enz. betaalde honoraria

Nr.

Datum

Aard

Bedrag

Begunstigde

Bedrag

8

9

10

11

12

13

14

Overgebracht :

Over te brengen :

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 15 maart 1985.

De Minister van Financiën, F. Grootjans

De Staatssecretaris voor Financiën, L. Waltniel

II. ALGEMEEN

1 Dit besluit is van toepassing op de tandheelkundigen.

III. ONTVANGSTBEWIJZEN-GETUIGSCHRIFTEN VOOR VERSTREKTE HULP

2 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/20, 23 en 25.

A. MODEL

3 De tandheelkundigen die hun beroep als zelfstandige uitoefenen en de honoraria betreffende hun verstrekkingen voor eigen rekening innen, moeten de ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van het model E gebruiken. Zij mogen eveneens, onder bepaalde voorwaarden, gebruik maken van de verzamelgetuigschriften voor verstrekte hulp van het model D (zie nr. 14, 320/Bijl.VI).

B. BEVOORRADING

4 Zie nr. 4, 320/Bijl.VI.

C. NUMMERING

5 Zie nr. 5, 320/Bijl.VI.

D. OPTELLING EN OVERDRACHT NAAR HET DAGBOEK

6 Zie nr. 6, 320/Bijl.VI.

IV. DAGBOEK

7 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/19 en 26 tot 36.

8 Voor het gebruik van het dagboek, zie nr. 8, 320/Bijl.VI.

V. SPECIALE GEVALLEN

A. TANDHEELKUNDIGE DIE TEVENS ALS GENEESHEER WERKZAAM IS

9 Zie nr. 9, 320/Bijl.VI.

B. INRICHTINGEN VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

10 Een ander MB 15.3.1985, gewijzigd bij MB 3.7.1985 en MB 30.6.1986, heeft betrekking op de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid voor de geneeskundige verstrekkingen waarvoor de vergoeding voor hun rekening wordt ontvangen (te gebruiken formulieren in verband met de tandheelkundige verstrekkingen zijn : getuigschriften voor verstrekte hulp van het model F of D, of overeenstemmingsstroken).

De in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging te gebruiken formulieren zijn opgesomd in nr. 3, 320/Bijl.IX.

C. BEOEFENAARS DIE IN EEN FEITELIJKE VERENIGING (ASSOCIATIE) WERKEN

11 Een associatie bezit geen rechtspersoonlijkheid en vormt dus geen zelfstandige belastingentiteit. Elke tandheelkundige moet dus zijn eigen formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van het model E afleveren voor de door hem persoonlijk in de associatie verstrekte prestaties.

Om de zaken te vergemakkelijken neemt de Administratie der directe belastingen aan dat men voor het samenvatten van de ontvangsten en de kosten van de associatie een bijkomend dagboek gebruikt dat de schakel vormt tussen de boekhouding van de associatie en de individuele rekeningen van de tandheelkundigen. Dat dagboek doet het nettobedrag uitkomen van het aan elke tandheelkundige toegekende aandeel. Elke tandheelkundige draagt het hem toegekende bedrag over naar zijn individueel dagboek, hetzij aan het einde van het jaar, hetzij bij de toekenningen.

D. TIJDELIJKE ASSISTENTIE OF VERVANGING VAN DE BEOEFENAAR-TITULARIS

12 In geval van tijdelijke assistentie of in geval van vervanging van de tandheelkundige-titularis tijdens een verlofperiode :

- wanneer de honoraria door de assistent of de plaatsvervanger voor eigen rekening worden geïnd : de assistent of de plaatsvervanger gebruikt zijn eigen formulieren van het model E;

- wanneer de honoraria ten bate van de tandheelkundige-titularis worden geïnd : de assistent of de plaatsvervanger gebruikt de formulieren van de titularis van het model E, doch plaatst zijn eigen stempel erop en ondertekent ze.

E. AFWIJKINGEN

1. Afwijking zonder voorafgaande machtiging

13 Krachtens art. 17, § 1, MB 15.3.1985 worden de tandheelkundigen die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid.

De in nr. 13, 320/Bijl.VI vermelde regels zijn hier van overeenkomstige toepassing.

2. Afwijking met voorafgaande machtiging

14 Zie nr. 14, 320/Bijl.VI.

F. UITREIKING VAN EEN DUBBEL IN GEVAL VAN VERLIES OF VERNIETIGING

15 Zie nr. 15, 320/Bijl.VI.

G. VERANDERING VAN ADRES, VAN SPECIALISATIE OF VAN IDENTIFICATIENUMMER BIJ HET RIZIV

16 Zie nr. 16, 320/Bijl.VI.

Art. 320, WIB 92 - BIJLAGE VIII

Nummer 320/B8

Ministerieel besluit van 15 maart 1985 tot vastlegging van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de vroedvrouwen, de verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en de kinesitherapeuten.

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Art. 1. - De vroedvrouwen, de verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en de kinesitherapeuten zijn gehouden een dagboek en formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp te gebruiken die overeenkomen met de bij dit besluit gevoegde modellen.

Art. 2. - Het ontvangstbewijs is samengevoegd met het getuigschrift voor verstrekte hulp dat de gerechtigde inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering ter zake in staat stelt de voor hem bepaalde voordelen te genieten.

Beide documenten kunnen van elkaar worden gescheiden, zodat zij elk tot hun specifiek doel kunnen worden aangewend.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

Art. 3. - De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden uitsluitend door de diensten van het Ministerie van Financiën gedrukt. Zij worden tegen betaling ter beschikking gesteld van de in artikel 1 vermelde beoefenaars die ze bij die diensten moeten bestellen.

De prijs van die formulieren en de betalingsmodaliteiten worden door de Directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen of zijn gedelegeerde vastgesteld.

Art. 4. - De formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp die bestaan uit originelen en duplicaten, worden geleverd in boekjes- of in kettingvorm.

Art. 5. - De formulieren bevatten benevens de algemene vermeldingen die op de bij dit besluit gevoegde modellen voorkomen, de volgende individuele vermeldingen betreffende de beoefenaar :

- naam en voornaam;

- hoedanigheid;

-adres van de woonplaats of van de spreekkamer;

- identificatienummer bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 6. - De boekjes of de kettingformulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp worden doorlopend genummerd per beoefenaar en per leveringsjaar. Ze moeten zoveel mogelijk volgens hun nummering worden gebruikt; ze blijven onbeperkt geldig, ook na het verstrijken van het jaar van de levering.

Art. 7. - Het ontvangstbewijs moet door de beoefenaar aan de schuldenaar worden uitgereikt als kwijting voor alle honoraria, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten en andere beroepsontvangsten waarvan sprake is in artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (lees art. 320, WIB 92), met inbegrip van de voorschotten.

Art. 8. - Het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt ingevuld overeenkomstig de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen.

Art. 9. - Wanneer het ontvangstbewijs zonder het getuigschrift voor verstrekte hulp wordt gebruikt of wanneer het getuigschrift voor verstrekte hulp zonder ontvangstbewijs wordt gebruikt, moet het niet gebruikte deel van het formulier van ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp worden doorgestreept en gevoegd blijven bij het boekje of bij de duplicaten.

Art. 10. - De beoefenaar is ervan ontheven een ontvangstbewijs uit te reiken voor de betalingen die door storting of overschrijving op zijn post- of bankrekening worden gedaan.

Art. 11. - De op het origineel van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp aangebrachte vermeldingen, behoudens die betreffende de identiteit van de gerechtigde en van de patiënt, worden gelijktijdig op het duplicaat overgebracht door middel van de doorschrijflaag die een gedeelte van de keerzijde van het origineel bedekt.

Art. 12. - § 1. De ontvangsten vermeld op de formulieren in boekjes worden per boekje samengevat en opgeteld op een blad papier dat bij dat boekje gevoegd moet blijven.

De ontvangsten vermeld op de kettingformulieren worden samengevat en opgeteld, ofwel, per reeks van 50 formulieren, op een blad papier dat bij de duplicaten van de desbetreffende reeks formulieren gevoegd moet blijven, ofwel op een computerlisting, zoals bedoeld in artikel 15, § 2.

§ 2. Aan het einde van elk jaar worden de niet volledig gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren afgesloten en wordt de samenvatting en de optelling ervoor gemaakt. De niet gebruikte formulieren van de genoemde boekjes of reeksen worden doorgestreept en bewaard.

Art. 13. - De gebruikte boekjes of reeksen van 50 kettingformulieren, met inbegrip van degene bedoeld in artikel 12, § 2, worden door de beoefenaar bewaard gedurende zes jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar waarin die boekjes of reeksen worden gebruikt.

De beoefenaar is gehouden op verzoek van de Administratie der directe belastingen haar de boekjes of reeksen waarvan sprake is in het vorige lid, alsmede de voorraad niet gebruikte boekjes of reeksen voor te leggen.

Dagboek

Art. 14. - Voor elk gebruik wordt het dagboek voorgelegd aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van het gebied om te worden genummerd en geparafeerd.

Art. 15. - § 1. Het dagboek wordt per jaar gehouden; het volgende moet erin worden opgetekend :

1° ontvangsten :

a) op de ontvangstdatum, inschrijving van alle bezoldigingen, alsmede van de op de post- of bankrekening ontvangen betalingen;

b) op de afsluitingsdatum van elk boekje of reeks van 50 kettingformulieren, inschrijving per boekje of per reeks, van het totaal van de erin vermelde ontvangsten;

2° uitgaven : inschrijving per uitgave en per aard, van de uitgaven die geheel of gedeeltelijk op de uitoefening van het beroep betrekking hebben; de inschrijvingen, die in beginsel dagelijks moeten gebeuren, mogen nochtans aan het einde van elke maand, van elk kwartaal, van elk half jaar of van elk jaar worden gedaan, indien de bewijsstukken ervan, op verzoek van de Administratie der directe belastingen, goed geordend kunnen worden voorgelegd.

§ 2. In afwijking van § 1 mogen de beoefenaars die hun boekhouding voeren met behulp van een computer, de inschrijvingen in het dagboek beperken tot één samenvattende boeking per maand die blijkt uit een computerlisting conform het model van het dagboek.

Bijzondere bepalingen in verband met de honoraria betreffende geneeskundige verstrekkingen die in een inrichting voor geneeskundige verzorging worden verricht

Art. 16. - § 1. De beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, worden, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen van dit besluit betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid, voor zover hun verstrekkingen voorkomen op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. De inrichting is er alsdan toe gehouden aan de hoofdcontroleur van het gebied jaarlijks, voor 31 maart, per beoefenaar, een opgave over te leggen van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.

§ 2. De Directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen kan, onder de door hem bepaalde voorwaarden, gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van de toepassing van de bepalingen van dit besluit en in dezelfde mate onderwerpen aan de overeenkomstige bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid :

1° voor de verstrekkingen die ze er verrichten, de beoefenaars die uitoefenen in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende de verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in § 1, int voor hun rekening;

2° de beoefenaars die voor eigen rekening een ziekenhuis, een hospitaal, een polikliniek of een centrum, inrichting of kabinet, zonder rechtspersoonlijkheid, beheren.

Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art 17. - Het ministerieel besluit van 14 januari 1977 tot vaststelling van het model en het gebruik van het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp en van het dagboek die moeten worden gebruikt door de vroedvrouwen, de verpleegsters, ziekenoppassters en verzorgsters, de kinesitherapeuten en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt opgeheven.

Art. 18. - De formulieren van ontvangstbewijzen- getuigschriften voor verstrekte hulp van het model ingevoerd of gehandhaafd bij het voornoemde ministerieel besluit van 14 januari 1977 waarover de beoefenaars op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog zouden beschikken, zijn vanaf deze datum ongeldig.

Art. 19. - De beoefenaars zijn ertoe gehouden, binnen twee maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, de niet gebruikte boekjes van vervallen formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van het model bedoeld in artikel 18 terug te geven aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van hun gebied.

Art. 20. - De afwijkingen die werden verleend of gehandhaafd op grond van het voornoemde ministerieel besluit van 14 januari 1977, met uitsluiting van die welke het gebruik van kettingformulieren mogelijk maken, blijven geldig.

Art. 21. - De dagboeken van het model gevoegd bij het ministerieel besluit van 14 januari 1977 blijven geldig.

Art. 22. - Dit besluit treedt in werking op 1 april 1985.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

- Origineel

- Duplicaat

[Deze documenten kunnen niet opgenomen worden.]

Koninkrijk België

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie der directe belastingen

DAGBOEK te houden ter uitvoering van artikel 226 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (bij het ministerieel besluit van 15 maart 1985 vastgelegd model) Dit dagboek dat door

............................................................................ (1) zal worden gebruikt, werd heden, ..................... 19.., door de ondergetekende hoofdcontroleur der directe belastingen genummerd en geparafeerd. (Handtekening en stempel van de dienst)

(1) Naam, voornaam, hoedanigheid en adres.

ONTVANGSTEN

Honoraria

Datum

Schuldenaar (1)

Enigerlei bezoldiging

Postrekening

Bank

Boekjes of kettingformulieren

Nr. (2)

Bedrag

1

2

3

4

5

6

7

Overgebracht :

Over te brengen :

(1) Naam of andere vermelding die de identificatie van de schuldenaar mogelijk maakt (uitgezonderd voor de boekjes of de kettingformulieren).

(2) Bij gebruik van kettingformulieren het laatste nummer van de reeks vermelden.

UITGAVEN

Beroepskosten

Aan confraters enz. betaalde honoraria

Nr.

Datum

Aard

Bedrag

Begunstigde

Bedrag

8

9

10

11

12

13

14

Overgebracht :

Over te brengen :

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 15 maart 1985.

De Minister van Financiën, F. Grootjans

De Staatssecretaris voor Financiën, L. Waltniel

II. ALGEMEEN

1 Dit besluit is van toepassing op de vroedvrouwen, de verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en de kinesitherapeuten.

III. ONTVANGSTBEWIJZEN-GETUIGSCHRIFTEN VOOR VERSTREKTE HULP

2 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/20, 23 en 25.

A. MODEL

3 De vroedvrouwen, de verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en de kinesitherapeuten die hun beroep als zelfstandige uitoefenen en de honoraria betreffende hun verstrekkingen voor eigen rekening innen, moeten de ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van het model G gebruiken. Zij mogen eveneens, onder bepaalde voorwaarden, gebruik maken van de verzamelgetuigschriften voor verstrekte hulp van het model D (zie nr. 14, 320/Bijl.VI).

B. BEVOORRADING

4 Zie nr. 4, 320/Bijl.VI.

C. NUMMERING

5 Zie nr. 5, 320/Bijl.VI.

D. OPTELLING EN OVERDRACHT NAAR HET DAGBOEK

6 Zie nr. 6, 320/Bijl.VI.

IV. DAGBOEK

7 Voor de algemeenheden wordt verwezen naar 320/19 en 26 tot 36.

8 Voor het gebruik van het dagboek, zie nr. 8, 320/Bijl.VI.

V. SPECIALE GEVALLEN

A. INRICHTINGEN VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

9 Een ander MB 15.3.1985, gewijzigd bij MB 3.7.1985 en MB 30.6.1986, heeft betrekking op de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid voor de geneeskundige verstrekkingen waarvoor de vergoeding voor hun rekening wordt ontvangen (te gebruiken formulieren in verband met de verstrekkingen van de hiervoor vermelde beoefenaars zijn : getuigschriften voor verstrekte hulp van het model H of D, of overeenstemmingsstroken).

De in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging te gebruiken formulieren zijn opgesomd in nr. 3, 320/Bijl.IX.

B. BEOEFENAARS DIE IN EEN FEITELIJKE VERENIGING (ASSOCIATIE) WERKEN

10 Een associatie bezit geen rechtspersoonlijkheid en vormt dus geen zelfstandige belastingentiteit. Elke beoefenaar moet dus zijn eigen formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp van het model G afleveren voor de door hem persoonlijk in de associatie verstrekte prestaties.

Om de zaken te vergemakkelijken neemt de Administratie der directe belastingen aan dat men voor het samenvatten van de ontvangsten en de kosten van de associatie een bijkomend dagboek gebruikt dat de schakel vormt tussen de boekhouding van de associatie en de individuele rekeningen van de beoefenaars. Dat dagboek doet het nettobedrag uitkomen van het aan elke beoefenaar toegekende aandeel. Elke beoefenaar draagt het hem toegekende bedrag over naar zijn individueel dagboek, hetzij aan het einde van het jaar, hetzij bij de toekenningen.

C. TIJDELIJKE ASSISTENTIE OF VERVANGING VAN DE BEOEFENAARTITULARIS

11 In geval van tijdelijke assistentie of in geval van vervanging van de beoefenaar-titularis tijdens een verlofperiode :

- wanneer de honoraria door de assistent of de plaatsvervanger voor eigen rekening worden geïnd : de assistent of de plaatsvervanger gebruikt zijn eigen formulieren van het model G;

- wanneer de honoraria ten bate van de beoefenaar-titularis worden geïnd : de assistent of de plaatsvervanger gebruikt de formulieren van de titularis van het model G, doch plaatst zijn eigen stempel erop en ondertekent ze.

D. AFWIJKINGEN

1. Afwijking zonder voorafgaande machtiging

12 Krachtens art. 16, § 1, MB 15.3.1985 worden de beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende die verstrekkingen voor hun rekening int, voor die verstrekkingen, vrijgesteld van de toepassing van de bepalingen betreffende het gebruik van de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp en onderworpen aan de bepalingen die het gebruik regelen van de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook in de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid.

De in nr. 13, 320/Bijl.VI vermelde regels zijn hier van overeenkomstige toepassing.

2. Afwijking met voorafgaande machtiging

13 Zie nr. 14, 320/Bijl.VI.

E. UITREIKING VAN EEN DUBBEL IN GEVAL VAN VERLIES OF VERNIETIGING

14 Zie nr. 15, 320/Bijl.VI.

F. VERANDERING VAN ADRES, VAN SPECIALISATIE OF VAN IDENTIFICATIENUMMER BIJ HET RIZIV

15 Zie nr. 16, 320/Bijl.VI.

Nummer 320/B9

Ministerieel besluit van 15 maart 1985 tot vastlegging van het model en het gebruik van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook die moeten worden gebruikt door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging, gewijzigd bij ministerieel besluit van 3 juli 1985 en bij ministerieel besluit van 30 juni 1986.

I. TEKST VAN HET BESLUIT

Art. 1. - § 1. De bepalingen van dit besluit zijn toepasselijk op de ziekenhuizen, op de hospitalen, op de sanatoria, op de psychiatrische inrichtingen, op de rust- en verzorgingstehuizen, op de poliklinieken en op de gelijkaardige centra en inrichtingen, met rechtspersoonlijkheid, wat de geneeskundige verstrekkingen betreft waarvoor de vergoeding voor hun rekening wordt ontvangen.

§ 2. De bepalingen van dit besluit, wat het in artikel 3, eerste lid, 5°, hierna bedoelde formulier betreft, zijn eveneens toepasselijk op de geneesheren, op de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, op de tandheelkundigen, op de vroedvrouwen, op de verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en op de kinesitherapeuten, voor hun verstrekkingen verricht in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de desbetreffende honoraria voor hun rekening int, voor zover hun verstrekkingen voorkomen op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. De inrichting is alsdan ertoe gehouden, aan de hoofdcontroleur van het gebied jaarlijks, vóór 31 maart, per beoefenaar, een opgave over te leggen van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.

Onder "factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen, verder kortweg factuur genoemd" worden zowel de verpleegnota als de kostennota verstaan die in die bepalingen worden voorgeschreven.

Art. 2. - § 1. De directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen kan, onder de door hem bepaalde voorwaarden, de bepalingen van dit besluit toepasselijk maken op de personen die voor eigen rekening een inrichting van gelijke aard als die welke worden beoogd in artikel 1 of enigerlei kabinet waar verstrekkingen worden verleend, beheren, zonder rechtspersoonlijkheid.

§ 2. De directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen kan eveneens, onder de door hem bepaalde voorwaarden, de bepalingen van dit besluit geheel of gedeeltelijk toepasselijk maken op de geneesheren, op de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, op de tandheelkundigen, op de vroedvrouwen, op de verpleegsters, verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en op de kinesitherapeuten, voor hun verstrekkingen verricht in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria betreffende de verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in artikel 1, § 2, int voor hun rekening.

Art. 3. - Onverminderd de wettelijke of reglementaire bepalingen die inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering gelden, gebruiken de inrichtingen waarvan sprake is in de artikelen 1 en 2, voor al de aldaar bedoelde geneeskundige verstrekkingen die er in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering worden verleend, één van de volgende formulieren waarvan het model als bijlage voorkomt :

1° het op groen papier gedrukte formulier van getuigschrift voor verstrekte hulp, van het model C (bijlage 1), voor al de geneeskundige verstrekkingen die worden verricht door de geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering;

2° het op groen papier gedrukte formulier van getuigschrift voor verstrekte hulp, van het model F (bijlage 2), voor al de door de tandheelkundigen verrichte geneeskundige verstrekkingen;

3° het op groen papier gedrukte formulier van getuigschrift voor verstrekte hulp, van het model H (bijlage 3), voor al de geneeskundige verstrekkingen die worden verricht door de vroedvrouwen, de verpleegsters, de verpleegassistenten en met dezen gelijkgestelden en de kinesitherapeuten;

4° het op groen papier gedrukte formulier van verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D (bijlage 4), voor al de geneeskundige verstrekkingen die worden verricht door de in 1° tot 3° hiervoor bedoelde beoefenaars;

5° het op rood papier gedrukte formulier van overeenstemmingsstrook, van het op bijlage 5 voorkomende model, wanneer de verzorging aan een in de inrichting opgenomen rechthebbende van de ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt verstrekt en voor zover de verstrekkingen voorkomen op een factuur.

Wat de geneeskundige verstrekkingen betreft die worden verricht door tandheelkundigen die tevens als geneesheer werkzaam zijn, gebruiken de genoemde inrichtingen :

- het formulier van getuigschrift voor verstrekte hulp van het model C (bijlage 1), wanneer het om medische verstrekkingen gaat;

- het formulier van getuigschrift voor verstrekte hulp van het model F (bijlage 2), wanneer het om tandheelkundige verstrekkingen gaat.

Art. 4. - De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en de overeenstemmingsstroken waarvan sprake is in artikel 3, worden uitsluitend door de diensten van het Ministerie van Financiën gedrukt. Zij worden tegen betaling ter beschikking gesteld van de inrichtingen voor geneeskundige verzorging die ze bij die diensten moeten bestellen.

De prijs van die formulieren en de betalingsmodaliteiten worden door de directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen of zijn gedelegeerde vastgesteld.

Art. 5. - De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp, die bestaan uit originelen en duplicaten, worden geleverd in boekjes- of in kettingvorm. Ze bevatten de algemene vermeldingen die op de bij dit besluit gevoegde modellen voorkomen.

De formulieren in boekjesvorm dragen naam, adres en nummer van de inrichting.

De kettingformulieren worden door de in de artikelen 1 en 2 bedoelde inrichtingen aangevuld met hun naam, adres en erkenningsnummer.

Art. 6. - De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp worden doorlopend genummerd, per type van formulier, per leveringsjaar en per inrichting. Zij moeten zoveel mogelijk volgens hun nummering worden gebruikt; zij blijven onbeperkt geldig, ook na het verstrijken van het jaar van de levering.

Art. 7. - De getuigschriften voor verstrekte hulp en de facturen worden ingevuld overeenkomstig de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen.

Art. 8. - De bij het gebruik op het origineel van het getuigschrift voor verstrekte hulp gedane inschrijvingen, behalve die betreffende de identiteit van de gerechtigde en van de patiënt, worden gelijktijdig op het duplicaat overgebracht door middel van de doorschrijflaag die een gedeelte van de keerzijde van het origineel bedekt.

De inrichting voor geneeskundige verzorging moet, in het daartoe bestemde vak, het duplicaat aanvullen met een verwijzing naar de boekhouding, verwijzing die het de Administratie der directe belastingen mogelijk maakt zich ervan te vergewissen dat de ontvangsten in verband met de op het origineel vermelde geneeskundige verstrekkingen juist werden ingeboekt.

Art. 9. - De overeenstemmingsstroken worden voor elke inrichting, per leveringsjaar, doorlopend genummerd; zij bestaan uit twee van elkaar afscheidbare delen met hetzelfde nummer.

Art. 10. - De inrichting voor geneeskundige verzorging moet een duplicaat aanleggen van elke factuur betreffende de verzorging die aan een in de inrichting opgenomen rechthebbende van de ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt verstrekt.

Zowel op het origineel van de factuur als op het duplicaat kleeft zij het overeenstemmende deel van eenzelfde overeenstemmingsstrook.

Wanneer de gegevens van individuele facturen worden verzameld op een verzamelfactuur volstaat het de overeenstemmingsstrook te kleven op de verzamelfactuur.

Art. 11. - De inrichting voor geneeskundige verzorging moet de duplicaten van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de in artikel 10 bedoelde facturen bewaren gedurende zes jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar gedurende hetwelk de originelen werden aangelegd.

Op verzoek van de administratie der directe belastingen moet de inrichting voor geneeskundige verzorging haar, zonder verplaatsing, die duplicaten, alsmede de voorraad niet gebruikte formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en overeenstemmingsstroken voorleggen.

Overgangs-, opheffings- en uitvoeringsmaatregelen

Art. 12. - Het ministerieel besluit van 14 januari 1977 tot vastlegging van het model en het gebruik van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de overeenstemmingsstrook die moeten worden gebruikt door de inrichtingen voor geneeskundige verzorging, wordt opgeheven.

Art. 13. - De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp van de modellen die werden ingevoerd of gehandhaafd bij het voornoemde ministerieel besluit van 14 januari 1977 waarover de inrichting voor geneeskundige verzorging op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog zouden beschikken, zijn vanaf deze datum ongeldig.

Art. 14. - De inrichtingen zijn ertoe gehouden, binnen twee maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit, de niet gebruikte boekjes en reeksen in kettingvorm van vervallen formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp van de modellen bedoeld in artikel 13 terug te geven aan de hoofdcontroleur der directe belastingen van hun gebied.

Art. 15. - De afwijkingen die zijn verleend of gehandhaafd op grond van artikel 2 van het voornoemde ministerieel besluit van 14 januari 1977, met uitsluiting van die welke het gebruik van kettingformulieren mogelijk maken, blijven geldig.

Art. 16. - Dit besluit treedt in werking op 1 april 1985.

Ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp

- Origineel

- Duplicaat

[Deze documenten kunnen niet opgenomen worden.]

OVEREENSTEMMINGSSTROOK

ORIGINEEL

DUPLICAAT

MINISTERIE VAN FINANCIEN

MINISTERIE VAN FINANCIEN

Administratie der directe belastingen

Administratie der directe belastingen

OVEREENSTEMMINGSSTROOK

OVEREENSTEMMINGSSTROOK

voor inrichtingen voor geneeskundige verzorging

Voor inrichtingen voor geneeskundige verzorging

Nr. van de inrichting :

Nr. van de inrichting :

Nr. van de strook :

Nr. van de strook :

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 15 maart 1985.

De Minister van Financiën, F. GROOTJANS

De Staatssecretaris voor Financiën, L. WALTNIEL

II. TOEPASSINGSGEBIED

A. INRICHTINGEN VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING

1 De bepalingen van het MB 15.3.1985, gewijzigd bij MB 3.7.1985 en MB 30.6.1986, zijn toepasselijk op de inrichtingen voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid, wat de geneeskundige verstrekkingen betreft, waarvoor de vergoeding voor hun rekening wordt ontvangen.

Onder "inrichtingen voor geneeskundige verzorging" wordt verstaan : de ziekenhuizen, de hospitalen, de sanatoria, de psychiatrische inrichtingen, de rust- en verzorgingstehuizen, de poliklinieken en de gelijkaardige centra en inrichtingen waar in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering geneeskundige verstrekkingen worden verricht.

De inrichtingen voor geneeskundige verzorging moeten aan twee voorwaarden voldoen om onder de toepassing van dit MB te vallen :

- zij moeten rechtspersoonlijkheid hebben;

- de honoraria met betrekking tot de geneeskundige verstrekkingen moeten voor hun rekening worden geïnd, d.w.z. geboekt op een resultatenrekening en niet op een rekening van derden.

Indien een van beide voorwaarden niet is vervuld, moet iedere beoefenaar die in die inrichting werkt, de formulieren van ontvangstbewijzen-getuigschriften voor verstrekte hulp op zijn persoonlijke naam gebruiken.

Op te merken dat :

- de toepassing van het zo geheten stelsel van de "betalende derde" niets aan de te gebruiken modellen van formulieren wijzigt; dat stelsel is slechts een manier om de beoefenaar of de inrichting te betalen;

- bij sommige als VZW opgerichte inrichtingen voor geneeskundige verzorging het maatschappelijk doel erin bestaat hospitalisatiediensten te beheren en lokalen en diensten ter beschikking te stellen van de beoefenaars die in de inrichting werken. Wanneer die inrichtingen zich onder administratief oogpunt met de inning van de honoraria belasten, doen zij dit voor rekening van de beoefenaar die onderworpen blijft aan de reglementering die toepasselijk is op de zelfstandige beoefenaars (formulieren van de modellen A, E of G).

B. SPECIALE GEVALLEN

2 Voornoemd MB voorziet tevens in de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden die door de Directeur-generaal van de Administratie der directe belastingen worden vastgelegd, toe te laten dat sommige beoefenaars of niet-beoefenaars de in dit besluit opgenomen formulieren gebruiken in een inrichting voor geneeskundige verzorging zonder rechtspersoonlijkheid.

Voor deze speciale gevallen, zie nrs 12 en 13.

III. IN EEN INRICHTING VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING TE GEBRUIKEN FORMULIEREN

3 Hierna volgen de verschillende toestanden die zich in een inrichting voor geneeskundige verzorging kunnen voordoen, met, voor ieder geval, het model van het te gebruiken formulier.

Formulieren

1. De inrichting voor geneeskundige verzorging in de honoraria voor eigen rekening :

C, F, H, D of overeenstemmingsstrook (bestelling : zie nr. 4)

2. De inrichting voor geneeskundige verzorging int de honoraria voor rekening van de beoefenaar :

a) de bedoelde honoraria worden vermeld op een factuur die wordt opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke en reglementaire bepalingen :

Overeenstemmingsstrook (zie nr. 12;

bestelling : zie nr. 4)

b) de honoraria worden niet op een dergelijke factuur vermeld:

A, E, G of D (zie nr. 13; bestelling : zie 320/20)

3. De beoefenaar int zelf zijn honoraria voor eigen rekening :

A, E, G of D (zie nr. 13; bestelling : zie 320/20)

Opmerking :

Het model van het te gebruiken formulier wordt verder bepaald door de hoedanigheid van de beoefenaar :

model - geneesheren en de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die erkend zijn om verstrekkingen inzake klinische biologie te verrichten in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering : C of A - tandheelkundigen : F of E - vroedvrouwen, verpleegsters, verpleegassisten en met dezen gelijkgestelden en kinesitherapeuten: H of G

Het verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D biedt daarenboven de mogelijkheid de verstrekkingen van verschillende beoefenaars aangaande eenzelfde zieke op één formulier te verzamelen. Het model D is vooral bestemd voor de gebruikers die beschikken over een computer.

De overeenstemmingsstrook tenslotte, moet worden gebruikt wanneer de verzorging aan een in de inrichting opgenomen rechthebbende van de ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt verstrekt en wanneer de verstrekkingen voorkomen op een factuur (zie nr. 11).

IV. BEVOORRADING

A. EERSTE BESTELLING

4 De eerste bestelling van formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp of van overeenstemmingsstroken moet schriftelijk gebeuren bij het :

Ministerie van Financiën

Hoofdbestuur der directe belastingen

Directie III/4

R.A.C. - Financietoren

Kruidtuinlaan 50 bus 32

1010 Brussel.

De volgende inlichtingen moeten daarin worden vermeld :

- de rechtsvorm, de volledige naam en het adres van de maatschappelijke zetel van de rechtspersoon die de inrichting beheert of uitbaat;

- de naam en het adres van de inrichting;

- het model, het aantal en de vorm (boekjes of kettingformulieren) van de gewenste getuigschriften voor verstrekte hulp of in voorkomend geval, het aantal te leveren overeenstemmingsstroken (zie 320/20);

- eventueel, het erkenningsnummer van de inrichting wanneer de inrichting in het jaarboek van het RIZIV voorkomt (voor bestelling van overeenstemmingsstroken moet steeds het erkenningsnummer van de verplegingsinrichting of van het rust- en verzorgingstehuis worden vermeld).

De Administratie der directe belastingen stelt aan de hand van die bestelling een onderzoek in om na te gaan of de in nr. 1 opgenomen voorwaarden vervuld zijn. In bevestigend geval wordt aan de Dienst getuigschriften voor verstrekte hulp (zie adres in nr. 320/20) opdracht gegeven de bestelling uit te voeren.

Door het voorafgaand onderzoek bedraagt de gemiddelde leveringstermijn 1 tot 2 maanden.

B. VOLGENDE BESTELLINGEN

5 De volgende bestellingen van formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp of van overeenstemmingsstroken moeten rechtstreeks worden geplaatst bij de Dienst getuigschriften voor verstrekte hulp (zie adres in 320/20).

De gemiddelde leveringstermijn voor bijbestellingen bedraagt 15 werkdagen.

V. GEBRUIK

A. GETUIGSCHRIFTEN VOOR VERSTREKTE HULP

1. Beschrijving

6 De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp, die bestaan uit een origineel en een duplicaat, worden geleverd in boekjes- of kettingvorm.

De formulieren in boekjesvorm bevatten de algemene vermeldingen die op de bij MB gevoegde modellen voorkomen alsmede het nummer van het formulier, de benaming, het adres en het erkenningsnummer van de inrichting.

De vermeldingen aangebracht op de kettingformulieren verschillen naargelang de lay-out en het model van de formulieren :

- modellen C en H in banden van 1 formulier en model F in banden van 3 formulieren naast elkaar:

de op de formulieren aangebrachte vermeldingen zijn identiek aan die welke voorkomen op de formulieren in boekjesvorm (zie hiervoor);

- andere modellen :

de formulieren bevatten enkel de algemene vermeldingen en het nummer van het formulier. De inrichtingen die dergelijke formulieren gebruiken, moeten ze aanvullen met hun naam, adres en erkenningsnummer.

2. Nummering

7 De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp in boekjesvorm worden doorlopend genummerd, per type van formulier, per leveringsjaar en per inrichting.

Het nummer van de formulieren in boekjesvorm bestaat uit de laatste twee cijfers van het leveringsjaar, gevolgd door het nummer van het formulier (6 cijfers).

De nummering van de kettingformulieren verschilt naargelang de lay-out en het model van de formulieren :

- modellen C en H in banden van 1 formulier en model F in banden van 3 formulieren naast elkaar:

de formulieren worden doorlopend genummerd. Het nummer van de formulieren bestaat uit de laatste twee cijfers van het leveringsjaar, gevolgd door het nummer van het formulier (6 cijfers);

- andere modellen :

de nummering van de formulieren is onderbroken. Het nummer van de formulieren bestaat uit een cijfercode (gekend bij de dienst getuigschriften voor verstrekte hulp), gevolgd door het nummer van het formulier (7 cijfers).

Voorbeelden inzake nummering :

1° levering van formulieren in boekjesvorm aan éénzelfde inrichting

- 26.1.1991 : 10 boekjes (model C)

- 1e boekje : nrs. 91* 000001 tot 91* 000050

-2e boekje : nrs. 91* 000051 tot 91* 000100

-...

- 10e boekje : nrs. 91* 000451 tot 91* 000500

-16.2.1991 : 10 boekjes (model F)

- 1e boekje : nrs. 91* 000001 tot 91* 000050

-...

- 10e boekje : nrs. 91* 000451 tot 91* 000500

- 30.3.1991 : 20 boekjes (model C)

- 1e boekje : nrs. 91* 000501 tot 91* 000550

- 2e boekje : nrs. 91* 000551 tot 91* 000600

- ...

- 20e boekje : nrs. 91* 001451 tot 91* 001500

2° leveringen van kettingformulieren aan éénzelfde inrichting

- 29.1.1991 : 3000 kettingformulieren (model C - 3 formulieren naast elkaar)

nrs. 1/0500001 tot 1/0503000

- 23.2.1991 : 3000 kettingformulieren (model F - 3 formulieren naast elkaar)

nrs. 91/000501 tot 91/003500

- 2.4.1991 : 6000 kettingformulieren (model C - 3 formulieren naast elkaar)

nrs. 1/0750001 tot 1/0756000

- 24.7.1991 : 2000 kettingformulieren (model H - banden van 1 formulier)

nrs. 91/004501 tot 91/006500

- 28.9.1991 : 3000 kettingformulieren (model F - 3 formulieren naast elkaar)

nrs. 91/003501 tot 91/006500

- 30.11.1991 : 2000 kettingformulieren (model F - banden van 1 formulier)

nrs. 2/0002501 tot 2/0004500

3. Gebruiksregels

8 De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp moeten volgens hun nummering worden gebruikt, tenzij een geldige reden bestaat (spreiding van de diensten bijvoorbeeld) om tegelijkertijd verscheidene boekjes of reeksen te bezigen. Zelfs in dat geval behoort het eerst de oudste boekjes of reeksen te gebruiken met de kleinste nummers.

De niet gebruikte formulieren blijven geldig na het verstrijken van het leveringsjaar.

De formulieren moeten worden ingevuld overeenkomstig de wettelijke of reglementaire bepalingen die inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering gelden.

De inrichting moet tevens, in het daartoe bestemde vak, het duplicaat van de gebruikte formulieren aanvullen met een door haar te kiezen verwijzing naar de boekhouding. Die verwijzing moet het de aanslagambtenaar mogelijk maken zich er vlug van te vergewissen dat de ontvangsten in verband met de op het origineel vermelde geneeskundige verstrekkingen juist worden geboekt.

Om de eventuele opsporingen te vergemakkelijken, wordt aangeraden de duplicaten volgens hun nummer te rangschikken.

B. OVEREENSTEMMINGSSTROKEN

1. Beschrijving

9 De overeenstemmingsstroken bestaan uit twee van elkaar afscheidbare delen met hetzelfde nummer.

2. Nummering

10 De overeenstemmingsstroken worden voor elke inrichting, per leveringsjaar, doorlopend genummerd.

Het nummer van het formulier bestaat uit de laatste twee cijfers van het leveringsjaar gevolg door het volgnummer van de strook (6 cijfers).

Voorbeelden :

leveringen van overeenstemmingsstroken aan éénzelfde inrichting

- 26.1.1991 : 1000 overeenstemmingsstroken

nrs. 91* 000001 tot 91* 001000

- 16.2.1991 : 2000 overeenstemmingsstroken

nrs. 91* 001001 tot 91* 003000

3. Gebruiksregels

11 De overeenstemmingsstroken moeten volgens hun nummering worden gebruikt, tenzij een geldige reden bestaat (spreiding van de diensten bijvoorbeeld) om tegelijkertijd verscheidene reeksen te bezigen. Zelfs in dat geval dienen eerst de oudste stroken met de kleinste nummers te worden gebruikt.

De niet gebruikte stroken blijven geldig na het verstrijken van het leveringsjaar.

De overeenstemmingsstroken moeten worden aangebracht op de facturen die worden ingevuld overeenkomstig de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen. Onder "factuur die ... " worden zowel de verpleegnota als de kostennota verstaan die door die bepalingen worden opgelegd.

De inrichting moet een duplicaat aanleggen van elke factuur betreffende de verzorging die aan een in de inrichting opgenomen rechthebbende van de ziekte- en invaliditeitsverzekering wordt verstrekt.

Zij kleeft de twee van elkaar afscheidbare delen van een overeenstemmingsstrook respectievelijk op het origineel en op het duplicaat.

Wanneer de inrichting de gegevens van individuele facturen verzamelt op een verzamelfactuur, volstaat het de van elkaar afscheidbare delen van één overeenstemmingsstrook op het origineel en het duplicaat van de verzamelfactuur te kleven.

C. SPECIALE GEVALLEN

1. Toepassing van het ministerieel besluit op sommige beoefenaars zonder voorafgaande machtiging

12 Krachtens art. 1, § 2, MB 15.3.1985 zijn de bepalingen van dat besluit eveneens toepasselijk op de beoefenaars voor hun verstrekkingen verricht in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de desbetreffende honoraria voor hun rekening int.

De voornoemde bepaling geldt wanneer aan de twee hiernavermelde voorwaarden is voldaan :

- de in het eerste lid bedoelde verstrekkingen komen voor op een factuur opgesteld volgens de inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering geldende wettelijke of reglementaire bepalingen;

- de inrichting legt aan de hfd.cr. van het gebied jaarlijks, vóór 31 maart, per beoefenaar een opgave over van de voor rekening van de beoefenaars tijdens het verlopen kalenderjaar geïnde ontvangsten en de daarop eventueel ingehouden bedragen.

Door toepassing van de voornoemde bepalingen wordt het ontvangstbewijs-getuigschrift voor verstrekte hulp op naam van de beoefenaar vervangen door een overeenstemmingsstrook die door de inrichting op de factuur wordt gekleefd.

2. Toepassing van het ministerieel besluit op sommige exploitanten en beoefenaars met voorafgaande machtiging

13 Krachtens art. 2, MB 15.3.1985 kan de directeur- generaal van de Administratie der directe belastingen, onder de door hem bepaalde voorwaarden, de bepalingen van dat besluit geheel of gedeeltelijk toepasselijk maken op :

- de persoon die een inrichting voor geneeskundige verzorging (praktijk, ziekenhuis, enz.) zonder rechtspersoonlijkheid beheert waar beoefenaars uitoefenen en waar de honoraria voor rekening van de exploitant worden geïnd.

Indien de exploitant eveneens geneeskundige verstrekkingen verricht, is het besluit alleen toepasselijk op de andere verstrekkingen dan die van de beoefenaar-exploitant;

- de beoefenaar die voor zijn persoonlijke prestaties gebruik wenst te maken van het kettingformulier van verzamelgetuigschrift voor verstrekte hulp van het model D;

- de beoefenaars die verstrekkingen verrichten in een inrichting voor geneeskundige verzorging met rechtspersoonlijkheid die de honoraria voor hun rekening int betreffende die verstrekkingen die geen aanleiding geven tot het opstellen van een factuur zoals bedoeld in nr. 12 (te gebruiken formulieren : verzamelgetuigschriften voor verstrekte hulp van het model D);

- de beoefenaars-leden van een feitelijke vereniging (= associatie) die voor hun prestaties in die associatie gebruik wensen te maken van het kettingformulier van verzamelgetuigschriften voor verstrekte hulp van het model D.

Daartoe moet (moeten) de betrokkene(n) bij het Hoofdbestuur der directe belastingen - Directie III/4, R.A.C. - Financietoren, Kruidtuinlaan 50, bus 32 te 1010 Brussel, een aanvraag tot toepassing van het voornoemd art. 2 indienen en er de volgende inlichtingen in vermelden :

- zijn (hun) naam en voornaam;

- zijn (hun) adres en zijn (hun) beroep;

- het adres en de benaming van de praktijk of van de dienst waarvoor de getuigschriften worden besteld;

- het aantal, het model en de vorm (boekjes- of kettingvorm) van de gewenste getuigschriften;

- de wijze waarop de honoraria worden of zullen worden geïnd;

- de hoedanigheid van de door hem (hen) in dienst genomen beoefenaars;

- in het algemeen, alle nuttige inlichtingen om de toestand toe te lichten.

Indien over de aanvraag gunstig wordt beschikt, worden groene formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp van het model C, F, H of D en overeenstemmingsstroken geleverd.

D. VERANDERING VAN ADRES OF VAN ERKENNINGSNUMMER VAN DE INRICHTING

14 Indien het door het RIZIV aan de inrichting toegekende erkenningsnummer niet werd gewijzigd, blijven, bij een verandering van adres van de inrichting, de formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp met het oude adres, geldig.

Nadat op die formulieren de nodige wijziging met een stempel of eventueel met een pen werd aangebracht, moeten zij bij voorrang worden opgebruikt.

Wanneer het erkenningsnummer wordt gewijzigd, moeten de getuigschriften voor verstrekte hulp en de overeenstemmingsstroken met het oude nummer worden ingeleverd bij de hfd.cr. der directe belastingen van de inrichting.

E. UITREIKING VAN EEN DUBBEL IN GEVAL VAN VERLIES OF VERNIETIGING

15 De formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp zijn niet bestemd voor het uitreiken van dubbels in geval van verlies of vernietiging van het oorspronkelijk uitgereikte document.

De overeenstemmingsstrook is evenmin bestemd om op dubbels van facturen te worden gekleefd.

De Administratie der directe belastingen neemt evenwel aan dat men, indien nodig, een tweede formulier gebruikt voor het uitreiken van een dubbel of een nieuwe strook kleeft op het dubbel van een factuur, op voorwaarde dat op het origineel en het duplicaat van het tweede formulier of op het dubbel van de factuur en het duplicaat daarvan, het volgende wordt vermeld : "Dubbel van het getuigschrift voor verstrekte hulp nr. ... (of van de factuur nr. ...) uitgereikt op ...".

VI. BEWARING VAN DE DOCUMENTEN

16 De duplicaten van de getuigschriften voor verstrekte hulp en van de facturen moeten gedurende zes jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar gedurende hetwelk de originelen werden aangelegd, ter beschikking worden gehouden van de ambtenaren van de directe belastingen.

Bovendien moet de voorraad niet gebruikte formulieren van getuigschriften voor verstrekte hulp en overeenstemmingsstroken, op hun verzoek, aan die ambtenaren worden voorgelegd.