Parlementaire vraag nr. 1095 van de heer Benoît Piedboeuf van 04.07.2022
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/091 d.d. 09.09.2022, blz. 212
Investeringsaftrek in het kader van de vennootschapsbelasting
VRAAG (van de heer Piedboeuf)
Vennootschap A is eigenaar van een bedrijventerrein en beheert dat door verscheidene diensten aan te bieden aan de bedrijven die er gevestigd zijn. Ze koopt een afschrijfbaar actiefbestanddeel aan dat in aanmerking komt voor de investeringsaftrek, bijvoorbeeld een stapelaar. Dat heftoestel wordt ter beschikking gesteld van de op het terrein gevestigde bedrijven. Krachtens artikel 75, 3°, van het WIB 1992 is de investeringsaftrek niet van toepassing op vaste activa indien het recht van gebruik ervan (...) is overgedragen aan een andere belastingplichtige, tenzij de overdracht gebeurt aan een natuurlijke persoon of aan een vennootschap, die zelf aan de voorwaarden, criteria en grenzen voor de toepassing van de investeringsaftrek tegen eenzelfde of een hoger percentage voldoet, die de vaste activa in België gebruikt voor het behalen van winst of baten en die het recht van gebruik daarvan geheel noch gedeeltelijk aan een derde overdraagt. Stel dat er vier bedrijven op het terrein gevestigd zijn en dat er daarvan drie aan de voorwaarden van de investeringsaftrek zouden beantwoorden indien zij de investering zelf gedaan hadden, maar het vierde niet omdat het een groot bedrijf is. Kan vennootschap A (in ons voorbeeld) dan voor drie vierde van de waarde van die investering gebruikmaken van de investeringsaftrek? Zo niet, waarom niet?
ANTWOORD (van de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding)
In hoofdorde sluit artikel 75, WIB 92 de toepassing van de investeringsaftrek onder andere uit voor vaste activa waarvan het recht van gebruik is overgedragen aan een derde. Dat artikel bevat een uitzondering voor bepaalde overdrachten aan een natuurlijke persoon of aan een vennootschap die zelf aan de voorwaarden, criteria en grenzen voor de toepassing van de investeringsaftrek tegen eenzelfde of een hoger percentage voldoet, die de vaste activa in België voor het behalen van winst of baten gebruikt en die het recht van gebruik daarvan geheel noch gedeeltelijk aan een derde overdraagt. Het volstaat dat de overdracht zelfs gedeeltelijk gebeurt aan een belastingplichtige die niet aan de voorwaarden, criteria en grenzen voor de toepassing van de investeringsaftrek tegen eenzelfde of een hoger percentage voldoet, om de investeringsaftrek niet te kunnen toepassen. Het antwoord op de parlementaire vraag nr. 110 van 29 januari 1991 van senator Capoen gaat eveneens in die richting (www.senate.be). In het voorbeeld dat in de vraag is voorgelegd, is de investeringsaftrek dus niet van toepassing en dit voor de totaliteit van het vaste actief.