Parlementaire vraag nr. 1099 van de heer Benoît Piedboeuf van 05.07.2022
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/091 d.d. 09.09.2022, blz. 215
Vennootschapsbelasting - Bestanddelen waarop het aftrekverbod van toepassing is
VRAAG (van de heer Piedboeuf)
Voor het aanslagjaar 2022 zijn er tien bestanddelen van het resultaat waarop het aftrekverbod van toepassing is. Meer in het bijzonder mogen geen van de in artikelen 199 tot 206, 536 en 543 van het WIB 92 bepaalde aftrekken, noch compensatie met verlies van het belastbare tijdperk op die bestanddelen verricht worden (artikel 206/3, § 1 van het WIB 92 en artikel 139, § 2, eerste lid van de wet van 23 december 2009). Die situatie doet zich bijvoorbeeld systematisch voor als er sprake is van voordelen van alle aard in de vorm van auto's, aangezien het deel van de winst dat besteed wordt aan de uitgaven bedoeld in artikel 198, § 1, 9°, onder a), en 9°bis, onder a), van het WIB 92, dit wil zeggen de autokosten ten belope van een gedeelte van het voordeel van alle aard, in het geding is. De "bestanddelen" in kwestie maken dus nog steeds deel uit van de belastbare grondslag.
1. Kunt u bevestigen dat de niet-terugbetaalbare voorheffingen (zoals het forfaitaire gedeelte van de buitenlandse belasting), de terugbetaalbare voorheffingen (alle roerende voorheffingen behalve de fictieve roerende voorheffing) en de drie bestaande belastingkredieten voor de vennootschapsbelasting voor het belastingjaar 2022 daadwerkelijk in mindering gebracht worden op de belasting die uit die minimale belastbare grondslag voortvloeit?
2. Zo niet, wat volgens mij niet het geval is, wordt de verrekenbare en terugbetaalbare roerende voorheffing dan naar het volgende aanslagjaar overgebracht? Op basis van welke wettelijke grondslag?
ANTWOORD (van de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding)
Ik kan u bevestigen dat de roerende voorheffing en de belastingkredieten zoals bedoeld in artikel 276, eerste lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, verrekenbaar zijn met de belasting die voortvloeit uit de in uw vraag bedoelde minimale belastbare grondslag binnen de grenzen en de voorwaarden van dat wetboek.