Parlementaire vraag nr. 1064 van de heer Devlies van 11.01.2006
Parlementaire vraag nr. 1064 van de heer Devlies dd. 11.01.2006
Vragen en Antwoorden, Kamer, 2005-2006, nr. 113, blz. 21557-21560
Aftrek van kosten van voetballoges - Publiciteitsuitgaven - Receptiekosten
VRAAG
Vorige ministers stonden een gunstige fiscale behandelingen voor van publiciteit en reclame gemaakt door middel van het bijwonen van voetbalwedstrijden met klanten, al dan niet gepaard gaande met een gezellige maaltijd en drank voor of tijdens de wedstrijd. De fiscale aftrekregelingen voor het bijwonen van sportwedstrijden verschilt met andere vormen van publiciteit- of promotiekosten zoals opendeurdagen of receptiekosten.
1. Wat is uw huidig standpunt ten aanzien van de fiscale behandeling inzake inkomstenbelastingen en BTW met betrekking tot kosten gepaard gaande met het bijwonen van een wedstrijd in voetballoges of VIP-plaatsen bij andere sportwedstrijden ?
2. Wat is de houding van de administratie ?
3. Welk wettelijk verschil is er tussen deze kosten en andere vormen van publiciteit- en receptiekosten ?
4. Welk verschil is er inzake de BTW en directe belastingen tussen publiciteitskosten en receptiekosten ?
5. Wat is de juiste definitie die het BTW-Wetboek hanteert inzake het verschil tussen publiciteitskosten en kosten voor onthaal ?
6. Wat is de juiste definitie die in het WIB 1992 bezigt inzake het verschil tussen publiciteitskosten en receptiekosten ?
7. Welke interpretatie verdedigt uw administratie voor de rechtbanken ?
8. Leidt de taxatie in dubio contro fiscum in het voordeel van de belastingplichtige ?
ANTWOORD (vice-eerste minister en minister van Financiën, 14.03.2006)
1 tot 3. Inzake de belasting over de toegevoegde waarde
De door het geachte lid opgeworpen vraag heeft in het verleden reeds het voorwerp uitgemaakt van diverse parlementaire vragen en administratieve beslissingen. Het standpunt van mijn kabinet en van de administratie blijft ter zake ongewijzigd.
Ten aanzien van het ter beschikking stellen tegen vergoeding door voetbalclubs van business-seats en loges aan ondernemingen waarbij ter gelegenheid van voetbalwedstrijden aan de genodigden van laatstgenoemden eveneens spijzen en dranken worden verschaft, is, gelet op de duidelijke bepaling van artikel 45, § 3, 3° en 4°, van het BTW-Wetboek, de BTW geheven van respectievelijk de kosten van spijzen en dranken die onder bovengenoemde omstandigheden worden verstrekt, evenals de BTW geheven van receptiekosten die bij dezelfde gelegenheid worden gemaakt, in hoofde van bedoelde ondernemingen, van alle recht op aftrek uitgesloten.
Daarentegen worden niet als kosten van onthaal bedoeld in bovengenoemd artikel 45, § 3, 4°, maar als publiciteitskosten aangemerkt, de door ondernemingen gedane uitgaven met betrekking tot het gebruik van business-seats en loges voor zover bedoelde ondernemingen door middel van die business-seats en loges onder een of andere vorm publiciteit voeren.
De in dit opzicht uitgewerkte regels zijn mutatis mutandis van toepassing ten aanzien van andere sportmanifestaties (tennis, volleybal, enzovoort) en van culturele manifestaties (theater, bioscoop, concerten, enzovoort) waarvan de organisatie onderworpen is aan de BTW.
Inzake de inkomstenbelastingen
De fiscale regeling betreffende kosten die gepaard gaan met het bijwonen van een wedstrijd in voetballoges of VIP-plaatsen bij andere sportwedstrijden kan als volgt worden samengevat.
De door ondernemingen gedane uitgaven met betrekking tot de toegang tot dergelijke loges of VIP-plaatsen (toegangskaarten, abonnementen, enzovoort) worden als publiciteitskosten aangemerkt in de mate dat die ondernemingen kunnen aantonen dat het gebruik van die locaties gericht is op het voeren van een of andere vorm van publiciteit voor de onderneming. In de mate dat aan die voorwaarde is voldaan zijn dergelijke kosten integraal aftrekbaar.
De kosten die verbonden zijn aan de ontvangst van mogelijke klanten, leveranciers of zakenrelaties in dergelijke plaatsen, worden als receptiekosten aangemerkt. Het betreft hier inzonderheid de kosten van spijzen (maaltijden, snacks, versnaperingen, enzovoort), dranken, rookartikelen, bloemen, enz. Krachtens artikel 53, 8° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) zijn de beroepsmatig gedane receptiekosten slechts ten belope van 50% als beroepskosten aftrekbaar.
Voor alle duidelijkheid wordt er nog op gewezen dat de bovenbedoelde kosten niet mogen verward worden met de kosten voor maaltijden die, al dan niet ter gelegenheid van een sportieve manifestatie, in een restaurant worden genuttigd. Onder restaurant dient hier te worden verstaan, een publieke gelegenheid, dat wil zeggen een voor iedereen vrij toegankelijke plaats, waar men koude en warme maaltijden met de daarbij horende dranken kan verkrijgen. Dergelijke vanaf 1 januari 2005 beroepsmatig gedane kosten zijn, gelet op het bepaalde in artikel 53, 8° bis, WIB 1992, immers ten belope van 69 % als beroepskosten aftrekbaar.
4 tot 6. Inzake de belasting over de toegevoegde waarde
Kosten van onthaal - waarvan het recht op aftrek is uitgesloten krachtens artikel 45, § 3, 4°, WBTW - zijn de kosten die de belastingplichtigen aangaan in het kader van public relations, ontvangst en vermaak van aan het bedrijf vreemde personen. De uitsluiting van dit recht op aftrek beantwoordt aan de doeleinden van artikel 17, paragraaf 6, eerste alinea, zin twee van de zesde richtlijn (77/388/EG) van 17 mei 1977, te weten de uitsluiting van het recht op aftrek voor de uitgaven die geen strikt beroepskarakter hebben zoals luxe-uitgaven, vermaak of representatiekosten.
Het onderscheid tussen kosten van onthaal en publiciteitskosten heeft, wat de belasting over de toegevoegde waarde betreft, het voorwerp uitgemaakt van een arrest van het Hof van Cassatie. In haar arrest van 8 april 2005 heeft het Hof zich uitgesproken over de kwalificatie van kosten van ontspanning en vermaak die worden gemaakt in het kader van een feestelijke bijeenkomst die hoofdzakelijk en rechtstreeks tot doel heeft kopers in te lichten over het bestaan en de hoedanigheid van een product of dienst met de bedoeling de verkoop ervan te bevorderen.
De administratie legt zich neer bij de beslissing van het Hof om dergelijke kosten, die worden gemaakt met het oog op de publiciteit voor welbepaalde producten en het derhalve om publiciteit en uitgaven gaat met een strikt professioneel karakter, niet aan te merken als kosten van onthaal in de zin van artikel 45, § 3, 4°, van het BTW-Wetboek.
Er wordt evenwel aan herinnerd dat artikel 45, § 3, 3°, van het BTW-Wetboek, behoudens de in dat artikel beoogde uitzonderingen, het recht op aftrek uitsluit van de BTW geheven van kosten van logies, spijzen en dranken in de zin van artikel 18, § 1, tweede lid, 10° en 11°, van het BTW-Wetboek. Gelet op deze uitdrukkelijke bepaling mag dan ook niet uit het oog worden verloren dat in het geval kosten worden gemaakt met het oog op de publiciteit voor welbepaalde producten of diensten, die niet kunnen worden aangemerkt als kosten van onthaal in de zin van artikel 45, § 3, 4°, van het BTW-Wetboek, de aftrekbeperking beoogd door artikel 45, § 3, 3°, voormeld, toch van toepassing is.
Inzake de inkomstenbelastingen
Receptiekosten zijn kosten die de belastingplichtige maakt in het kader van zijn externe relaties, voor de ontvangst van derden. Hiermee zijn meer bepaald de kosten bedoeld die verbonden zijn aan de ontvangst van mogelijke klanten of leveranciers, zakenrelaties en andere personen die de belastingplichtige in zijn eigen lokalen of elders ontvangt.
Reclame- en publiciteitskosten worden doorgaans omschreven als kosten, andere dan restaurant- of receptiekosten, die ertoe kunnen bijdragen de bloei van de zaak van de belastingplichtige te stimuleren, doordat ze aan het bestaan ervan grotere ruchtbaarheid geven en haar activiteiten in een gunstig daglicht plaatsen bij het publiek.
7 en 8. Hetgeen voorafgaat maakt het voorwerp uit van diverse publicaties via de fiscale documentatiebank en interne richtlijnen aan de ambtenaren van mijn administratie. De ambtenaren zijn er uiteraard toe gehouden die richtlijnen toe te passen en te verdedigen.