Parlementaire vraag nr. 7059 van mevrouw Pieters van 14.06.2005
Mondelinge parlementaire vraag nr. 7059 van mevrouw Pieters d.d. 14.06.2005
Beknopt Verslag, Kamercommissie Financiën, Com 647, blz. 2-3
Meewerkende echtgenoot - Overgangsperiode - Mini- en maxistatuut - Voorafbetalingen
VRAAG
Via de programmawet van 27 december 2004 is de verplichte aansluiting van zelfstandigen bij het sociale maxistatuut vervroegd tot 1 juli 2005. In het Staatsblad van 7 april 2005 stond dat meewerkende echtgenoten die in 2005 overschakelen, al voorafbetalingen moeten doen voor dat jaar. De eerste voorafbetaling had echter al op 11 april 2005 bij de fiscus moeten aankomen, wat me onhaalbaar lijkt. Hoe kunnen de meewerkende echtgenoten tijdig voorafbetalen doen als ze te laat op de hoogte werden gebracht? Bovendien vinden sommige fiscalisten dat er pas vanaf 2006 vooraf moet worden betaald. Is hun kritiek terecht?
ANTWOORD (van de heer Jamar, Staatssecretaris)
Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag nr. 6.621 van de heer Bogaert. Dat het bericht kort voor de vervaldag van de voorafbetalingen voor het eerste kwartaal verscheen, betekent niet dat nu een bijzondere behandeling nodig is. Wie tegen 11 april 2005 onvoldoende voorafbetalingen deed, kan alsnog betalen in de loop van de volgende drie kwartalen.
Artikel 37, paragraaf 2 van de programmawet van 24 december 2002 is geënt op het KB van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen. Via artikel 175 van de programmawet van 27 december 2004 werd artikel 7bis van het KB aangepast. Daardoor werd de verplichte aansluiting bij het maxistatuut vervroegd tot 1 juli 2005.
We wilden vermijden dat meewerkende echtgenoten in hetzelfde kalenderjaar aan verschillende fiscale regimes zouden worden onderworpen. Daarom besloot ik samen met de minister van Middenstand en Landbouw om vanaf het jaar van de verplichte aansluiting op fiscaal vlak alle winsttoekenningen aan de meewerkende echtgenoot te beschouwen als bezoldigingen in de zin van de artikels 30, 3° en 33 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Het nieuwe stelsel is meestal in het voordeel van de meewerkende echtgenoot. De sociale bescherming is immers groter. Fiscaal gezien wordt de winsttoekenning beschouwd als een eigen beroepsinkomen dat in aanmerking komt voor de forfaitaire of werkelijke aftrek van beroepskosten.
WEDERVRAAG (van mevrouw Pieters)
Ik kreeg geen antwoord op mijn vragen. De minister herhaalt wat minister Laruelle voortdurend zegt. Mij gaat het erom te weten wanneer de voorafbetalingen gedaan moeten worden en wat de staatssecretaris vindt van het standpunt van sommige fiscalisten.
WEDERANTWOORD (van de heer Jamar)
Ik herhaal dat die personen hoe dan ook de mogelijkheid hebben de belasting vooraf te betalen in de drie volgende trimesters.