Artikel 315bis, WIB 92

Art. 315bis, vierde lid, treedt in werking voor alle of bepaalde categorieën van houders van een ondernemingsnummer, evenals voor natuurlijke personen, op een datum respectievelijk te bepalen door de Koning, en ten laatste op 01.01.2028 (art. 22 en 222, W 12.05.2024 - B.S. 30.05.2024; Numac: 2024003880)


De natuurlijke personen en rechtspersonen die een beroep doen op een informaticasysteem of elk ander elektronisch apparaat om de boeken en bescheiden waarvan de voorlegging is voorgeschreven door artikel 315, geheel of ten dele, te houden, op te stellen, toe te zenden of te bewaren, zijn eveneens verplicht, op verzoek van de administratie, ter plaatse, de dossiers met betrekking tot de analyses, de programma's en het beheer van het gebruikte systeem, alsook de informatiedragers en alle gegevens die zij bevatten, ter inzage voor te leggen.

De op de informatiedragers geplaatste gegevens moeten in een leesbare en verstaanbare vorm ter inzage worden voorgelegd.

Wanneer de administratie hen erom verzoekt, zijn de in het eerste lid bedoelde personen verplicht op hun uitrusting en in bijzijn van de ambtenaren van de administratie, kopies te maken in de door die ambtenaren gewenste vorm van het geheel of een deel van voormelde gegevens, alsook de informaticabewerkingen te verrichten die nodig worden geacht om het bedrag van de belastbare inkomsten te bepalen.

Onverminderd het recht van de belastingplichtige om mondelinge inlichtingen te vragen of te geven, heeft de voorlegging van boeken en bescheiden bedoeld in artikel 315 eerste lid, voor de natuurlijke personen en rechtspersonen bedoeld in het eerste lid, eveneens betrekking op de terbeschikkingstelling van die boeken en bescheiden via het beveiligd elektronisch platform van de Federale Overheidsdienst Financiën.

De bepalingen van artikel 315, derde lid, zijn van toepassing op de bewaring van de dossiers met betrekking tot de analyses, de programma's en het beheer van het gebruikte systeem, alsook op de informatiedragers en alle gegevens die zij bevatten. In afwijking van deze bepalingen verstrijkt de bewaartermijn, ten aanzien van de gegevens met betrekking tot de analyses, de programma's en het beheer van informaticasystemen of elk ander elektronisch apparaat, op het einde van het tiende jaar of boekjaar volgend op het belastbaar tijdperk waarin het in die gegevens omschreven systeem werd gebruikt.

De in dit artikel vermelde verplichtingen gelden eveneens wanneer de gegevens waar de administratie om verzoekt, zich digitaal in België of in het buitenland bevinden.