Parlementaire vraag nr. 715 van de heer Wouter Vermeersch van 10.11.2021
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/072 d.d. 16.12.2021, blz. 150
Verhoogde kostenaftrek laadstations
VRAAG (van de heer Vermeersch)
Zelfstandigen en vennootschappen die tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 investeren in een nieuw laadstation voor elektrische wagens, dat publiek toegankelijk en intelligent is, kunnen rekenen op een verhoogde kostenaftrek voor de afschrijvingen, althans als aan welbepaalde voorwaarden voldaan is (nieuw artikel 64quater WIB 1992). De afschrijvingen met betrekking tot in nieuwe staat verkregen of tot stand gebrachte laadstations voor elektrische wagens die publiek toegankelijk zijn, zijn aftrekbaar:
- ten belope van 200 % voor afschrijvingen met betrekking tot investeringen gedaan in de periode van 1 september 2021 tot 31 december 2022;
- ten belope van 150 % voor afschrijvingen met betrekking tot investeringen gedaan in de periode van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024.
Hoe verloopt die extra kostenaftrek voor de vennootschappen fiscaaltechnisch? Zal dit gebeuren via een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves? Of zal dit gebeuren via een aftrek in de derde bewerking (aftrek van niet-belastbare bestanddelen)?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
Volgens artikel 13 van de aangenomen tekst van het wetsontwerp houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit (zie Kamer, DOC 55 2170) zijn de afschrijvingen met betrekking tot in nieuwe staat verkregen of tot stand gebrachte laadstations voor elektrische wagens die publiek toegankelijk zijn, onder bepaalde voorwaarden inderdaad aftrekbaar ten belope van 200 of 150 %, afhankelijk van de periode waarin de investering wordt gedaan. Mijn administratie bestudeert de fiscaaltechnische verwerking van die kostenaftrek in het kader van de opmaak van het model van de aangifte. In dat verband wordt op dit ogenblik in overweging genomen om die extra kostenaftrek die voortvloeit uit de door u bedoelde bepaling te laten gebeuren via een aanpassing in meer van de begintoestand van de reserves.