Parlementaire vraag nr. 840 van de heer Robert Van de Velde van 03.03.2016
Parlementaire vraag nr. 840 van de heer Robert Van de Velde dd. 03.03.2016
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2015-2016, QRVA 54/072 dd. 09.05.2016, blz. 234
Werknemersaandelen/opties en de speculatietaks
VRAAG (van de heer Van de Velde)
De wet van 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht voert de nieuwe speculatiebelasting in als maatregel ter financiering van de taxshift. Die heffing belast de meerwaarden verwezenlijkt op korte termijn (namelijk binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de verkrijging) op beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerde opties, beursgenoteerde warrants of andere beursgenoteerde financiële instrumenten als divers inkomen. Het doel van deze maatregel is de speculatieve meerwaarden te belasten. Ik begrijp dat het de bedoeling evenwel niet is om de gerealiseerde meerwaarden op aandelen, verkregen door uitoefening van aandelenopties, te belasten, wanneer de toekenning van de opties aanleiding heeft gegeven tot een belastbaar beroepsinkomen bij de begunstigde, en dit zelfs indien de aandelen verkregen door uitoefening van de opties op korte termijn worden overgedragen (vóór het verstrijken van de termijn van zes maanden). Om die reden werd een nieuw artikel 96/1 ingevoegd in het Wetboek van de inkomstenbelastingen, dat luidt als volgt: "In afwijking van artikel 90, eerste lid, 13°, zijn niet belastbaar: 1° de meerwaarden gerealiseerd op beursgenoteerde aandelen, opties of warrants door een persoon die de betreffende beursgenoteerde aandelen, opties of warrants heeft verworven in het kader van zijn of haar beroepswerkzaamheid en waarvan de verwerving desgevallend aanleiding heeft gegeven tot het in aanmerking nemen van een belastbaar beroepsinkomen, in toepassing van de bepalingen van dit Wetboek, van de bijzondere wettelijke bepalingen van intern recht of van gelijkaardige bepalingen naar buitenlands recht". Daaruit leid ik af dat wanneer een werknemer aandelenopties verkrijgt in het kader van een aandelenoptieplan (stock option plan) en dit, overeenkomstig de toepasselijke bepalingen, als beroepsinkomen belast wordt op het moment van de toekenning: - de meerwaarde die deze werknemer zou verwezenlijken naar aanleiding van de overdracht van die opties, niet onder de speculatiebelasting valt, zelfs indien deze overdracht binnen de zes maanden te rekenen vanaf de verkrijging gebeurt; - de meerwaarde die deze werknemer zou verwezenlijken naar aanleiding van de overdracht van de aandelen verkregen door de uitoefening van de aandelenopties, niet onder de speculatiebelasting valt, zelfs indien deze overdracht binnen de zes maanden te rekenen vanaf de verkrijging van die aandelen door de uitoefening van de aandelenopties gebeurt. Kan u deze analyse bevestigen?
ANTWOORD (van de Minister van Financiën)
De overdracht onder bezwarende titel van beursgenoteerde opties en van beursgenoteerde aandelen verkregen door de uitoefening van die opties die zijn verworven in het kader van aandelenoptieplannen en waarbij de verwerving van de opties aanleiding heeft gegeven tot het belasten van een beroepsinkomen op het moment van de toekenning ervan, vallen buiten het toepassingsgebied van de speculatietaks zoals ingevoerd door de wet van 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht. De wetgever is immers van mening dat die plannen gericht zijn op de motivering en verloning van werknemers en bijgevolg buiten elk speculatief opzet vallen. Bijgevolg, kan ervan worden uitgegaan dat zowel de verwerving van de opties op aandelen als de verwerving van de aandelen verkregen door de uitoefening van die opties, aanleiding hebben gegeven tot het in aanmerking nemen van een belastbaar beroepsinkomen, zoals bedoeld in artikel 96/1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.