Artikel 448/1, WIB 92
Art. 448/1 treedt in werking op 01.01.2023 (art. 13 en 18, W 21.12.2022 - B.S. 30.12.2022; Numac: 2022043134)
[Deze wet regelt de verplichtingen van de exploitanten van digitale platformen en van de FOD Financiën inzake de inlichtingen die moeten worden meegedeeld aan een bevoegde autoriteit van een ander rechtsgebied in het kader van een automatische gegevensuitwisseling met betrekking tot de handelingen gerealiseerd door de tussenpersoon-digitaal platform, overeenkomstig de Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16(EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen of overeenkomstig artikel 6 van de Gezamenlijke overeenkomst tussen de Raad van Europa en de OESO van 25 januari 1988 inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden.
Deze wet verzekert eveneens de omzetting van de Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16(EU) betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (art. 1, § 2, W 21.12.2022 - B.S. 30.12.2022; Numac: 2022043134)]
§ 1. De minister van Financiën kan, wanneer een rapporterende platformexploitant in de zin van artikel 321quater, b), zijn activiteit uitoefent zonder eerst zijn unieke registratie te hebben uitgevoerd of na intrekking van zijn registratie zoals bepaald in artikel 321septies, § 5, bij een met redenen omkleed besluit, deze platformexploitant verbieden zijn diensten aan te bieden op het grondgebied van België, wanneer deze exploitant gedurende twee opeenvolgende jaren is onderworpen aan een sanctie bedoeld in artikel 445, § 6, eerste of tweede lid.
§ 2. Het in § 1 bedoelde besluit kan slechts worden genomen nadat de platformexploitant is uitgenodigd om te verschijnen, om te worden gehoord, door een ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Financiën, met een hogere titel dan degene die de feiten vastgesteld heeft, doch op zijn minst met de titel van adviseur.
De platformexploitant mag zich door een raadsman laten bijstaan.
Er wordt een proces-verbaal van dit verhoor opgemaakt. Na voorlezing wordt het proces-verbaal door de ambtenaar en door de vertegenwoordiger van de platformexploitant ondertekend. Zij laten hun handtekening voorafgaan door de met de handgeschreven woorden "Gelezen en goedgekeurd". Indien de betrokkene weigert te ondertekenen, dan wordt hiervan melding gemaakt in het proces-verbaal, dat de reden van de weigering nader omschrijft.
Een eensluidend verklaard afschrift van het proces-verbaal wordt binnen acht dagen na zijn dagtekening aan de platformexploitant ter kennis gegeven.
§ 3. In afwijking van § 2, kan de minister van Financiën, indien de platformexploitant niet verschijnt binnen de 30 dagen na de uitnodiging om te verschijnen, het besluit uitvaardigen zonder de platformexploitant te horen.
§ 4. Het in § 1 bedoelde besluit, waarvan een voor eensluidend verklaard afschrift bij ter post aangetekende brief aan de platformexploitant wordt bezorgd, wordt bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, tenzij de belanghebbende in beroep is gegaan bij de Raad van State. In dat geval zal de publicatie in het Belgisch Staatsblad enkel plaatsvinden indien het besluit niet is vernietigd door de Raad van State.
§ 5. Het door de platformexploitant ingediende beroep bij de Raad van State tegen het besluit van de minister van Financiën heeft een schorsende werking op het besluit.