Parlementaire vraag nr. 1396 van mevrouw Nahima Lanjri van 15.03.2023

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, QRVA 55/109 d.d. 21.04.2023, blz. 181

SWT - Belasting aanvullende pensioenen

VRAAG (van mevrouw Lanjri)

Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden van aanvullende pensioenen in aanmerking kunnen komen voor een gunstig fiscaal regime, is vereist dat die kapitalen ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd of bij een volledige loopbaan worden uitgekeerd aan de begunstigde die minstens tot aan die leeftijd actief is gebleven. Bepaalde periodes van inactiviteit of van mindere activiteit kunnen evenwel met periodes van activiteit worden gelijkgesteld. In bijlage 2 van het bericht aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten met betrekking tot fiche 281.11, worden de periodes opgesomd die al dan niet kunnen worden gelijkgesteld met periodes van activiteit. Wat betreft de werklozen wordt de periode tijdens dewelke zij werkloosheidsuitkeringen genieten en onvrijwillig werkloos zijn en geen passende opleiding/betrekking weigeren, beschikbaar zijn voor arbeidsmarkt, actief meewerken aan begeleidings- of opleidingsacties of zelf actief naar werk zoeken gelijkgesteld met een periode van activiteit. Vanaf de leeftijd van 60 jaar is een oudere werkloze onderworpen aan een verplichting van aangepaste beschikbaarheid. Dat betekent onder meer dat hij niet meer actief naar werk moet zoeken en hij niet meer onderworpen is aan de procedure voor de activering van het zoekgedrag naar werk. De periode waarin een oudere werkloze aangepast beschikbaar is gebleven kan niet gelijkgesteld worden met een periode waarin hij effectief actief is gebleven. Daarentegen kan de periode waarin een werkloze in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) aangepast beschikbaar is gebleven wel worden gelijkgesteld met een periode waarin hij effectief actief is gebleven. In antwoord op de schriftelijk vraag nr. 1045 van 13 juni 2016 van mevrouw Meryame Kitir, heeft de toenmalige minister van Financiën, Johan Van Overtveldt geantwoord dat de periode waarin een oudere werkloze buiten SWT aangepast beschikbaar is gebleven, niet kan worden gelijkgesteld met een periode van activiteit (effectief actief) zoals dat wel het geval is voor werklozen in SWT die aangepast beschikbaar zijn gebleven. Nochtans was de Groep van Tien overeengekomen om voor de toepassing van voormeld gunstig fiscaal regime SWT gelijk te stellen met werkloosheid. Die gelijkstelling tussen SWT en werkloosheid is er nu niet. Kan de periode waarin een oudere werkloze aangepast beschikbaar is gebleven volgens u worden gelijkgesteld met een periode van effectief actief, zoals dit ook het geval is voor een werkloze in SWT?

ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij)

De periode tijdens dewelke oudere werklozen werkloosheidsuitkeringen genieten kan worden gelijkgesteld met een periode van activiteit (effectief actief) voor zover zij aangepast beschikbaar zijn als bedoeld in artikel 56, § 3, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (Belgisch Staatsblad van 31 december 1991).