Parlementaire vraag nr. 42 van mevrouw Veerle Wouters van 07.03.2013

Parlementaire vraag nr. 42 van mevrouw Veerle Wouters dd. 07.03.2013

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2012-2013, QRVA 53/128 dd. 09.09.2013, blz. 56

Personenbelasting. - Draagkrachtbeginsel. - Marginaal tarief

VRAAG

Het draagkrachtbeginsel in de inkomstenbelasting impliceert dat eenieders mogelijkheid om zijn of haar steentje bij te dragen aan de collectieve lasten wordt bekeken. Om recht te doen aan het uitgangspunt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, zou het belastingtarief moeten toenemen op het moment dat het inkomen stijgt.

1. Bent u het eens dat een toenemend belastingtarief zowel tot uiting kan worden gebracht door progressieve tarieven als door een stijgend gemiddeld tarief door middel van een belastingvrij minimum en één nominaal tarief ?

2. Houdt het draagkrachtbeginsel in dat bij een stijgend inkomen slechts een gedeelte van het bijkomend inkomen naar de fiscus gaat, met andere woorden het marginaal tarief zou altijd kleiner dan 100% moeten zijn ?

3. Het gelijkheidsbeginsel strekt niet verder dan het opleggen aan allen van een gelijk offer, berekend naar hun fiscale draagkracht. Volgt uit dit beginsel dat ongeacht de aard van het beroepsinkomen eenzelfde marginaal tarief zou moeten worden toegepast op een bijkomende euro aan beroepsinkomen ?

4. Bent u van mening dat een marginaal tarief kleiner dan het hoogste nominaal tarief de transparantie van de progressiviteit in de personenbelasting zou bevorderen ?

5. Vereist het draagkrachtbeginsel in samenhang met het gelijkheidsbeginsel dat het marginaal tarief van toepassing op de inkomens in een lagere inkomensschijf :

a) steeds kleiner is dan het nominale tarief van de volgende inkomensschijf;

b) steeds kleiner is dan het hoogste nominale tarief ?

ANTWOORD (van de heer Geens, Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken)

1. Wellicht is dat mogelijk. Het valt evenwel te betwijfelen of de budgettaire opbrengst dezelfde zal zijn. Bovendien wordt het herverdelend karakter van een dergelijk vlaktakssysteem in heel wat studies in twijfel getrokken.

2., 4. en 5. In het kader van het draagkrachtbeginsel dient de totale fiscale last op een totaal inkomen te worden geëvalueerd, en niet louter de bijkomende fiscale last op een bijkomend inkomen. De progressiviteit vervat in artikel 130 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is bovendien niet geënt op een marginaal tarief, maar op stijgende nominale tarieven.

3. Het draagkrachtbeginsel is een subjectief begrip dat wordt geassimileerd met principes als rechtvaardigheid. Het overstijgt ook het strikte kader van de fiscaliteit en de wetgever kan bij de implementatie van het draagkrachtbeginsel rekening houden met criteria als de persoonlijke situatie van de belastingplichtige, zijn gezondheidstoestand, en desgevallend ook de aard van het inkomen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor het bepalen van de belastbare grondslag, waar de regels voor de verschillende soorten beroepsinkomsten verschillend zijn.