Parlementaire vraag nr. 711 van de heer Steven Matheï van 08.11.2021

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/071 d.d. 06.12.2021, blz. 199

Aftrekbaarheid beroepskosten losgeld cyberaanvallen

VRAAG (van de heer Matheï)

Het aantal cyberaanvallen neemt exponentieel toe in ons land. Het Centrum voor Cybersecurity België (CCB) waarschuwt continu voor cyberaanvallen. De belangrijkste gerapporteerde incidenten betreffen phishing/fraude, ransomeware en computervirussen. Het gebeurt dat ondernemingen die slachtoffer zijn van een cyberaanval losgeld betalen om de cyberaanval te doen stoppen of versleutelde gegevens terug te krijgen. Het losgeld wordt soms ook betaald via cryptomunten zoals bitcoin. Artikel 49 van het WIB 92 bevat de voorwaarden voor de aftrekbaarheid van beroepskosten in de inkomstenbelasting. Dit wordt verder verduidelijkt in de hierop volgende artikels.

1. Kunnen de kosten van ondernemingen voor het betalen van losgeld bij cyberaanvallen worden beschouwd als aftrekbare beroepskosten in de inkomstenbelasting van de onderneming? Indien het losgeld moet betaald worden in cryptomunten, kan het losgeld dan ook als aftrekbare beroepskost worden beschouwd?

2. In voorkomend geval, welke bewijsstukken dient een onderneming voor te leggen aan de fiscale administratie?

3. Gelet op de aard van de verrichting, is het de facto niet mogelijk om voor dergelijke transacties een voorafgaande beslissing te verkrijgen van de dienst voorafgaande beslissingen. Zijn er andere mogelijkheden voor ondernemingen om rechtszekerheid te verkrijgen wat betreft de aftrekbaarheid van het losgeld als beroepskost?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

1 en 2. Als een bedrijf dat het slachtoffer geworden is van een zogenaamde cyberaanval, daarna losgeld betaalt aan de hackers voor het bevrijden van zijn datasystemen, kan die uitgave als een aftrekbare beroepskost worden beschouwd (ongeacht de modaliteit van betaling) op voorwaarde dat het bedrijf kan aantonen dat het die uitgave heeft gedaan om belastbare beroepsinkomsten te verkrijgen of te behouden en dat het de echtheid en het bedrag kan verantwoorden door middel van bewijsstukken of, ingeval dat niet mogelijk is, door alle bewijsmiddelen toegelaten door het gemeen recht, met uitzondering van de eed.

3. Een voorafgaande beslissing kan bij de Dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB) worden bekomen en bindt de FOD Financiën voor de toekomst voor zover deze inzonderheid beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 20 tot 23 van de Wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken en van het koninklijk besluit van 17 januari 2003 tot uitvoering van artikel 22, tweede lid van voormelde wet. Voor zover een aanvraag met respect van voormelde voorwaarden wordt ingediend, kan de DVB hierover dus rechtsgeldig beslissen. Hierbij wordt opgemerkt dat de kosten voor het betalen van het losgeld geen deel mogen uitmaken van een ingediende aangifte in de personen- of vennootschapsbelasting, in welk geval er fiscale uitwerking is in de zin van artikel 20, tweede lid van voormelde wet en er derhalve door de DVB geen voorafgaande beslissing meer kan worden afgeleverd.