Parlementaire vraag nr. 144 van de heer Pierre-Yves Jeholet van 14.01.2009
Personenbelasting - Pensioensparen - Belastingstelsel van het pensioensparen - Spaarverzekering - Belastingvermindering - Spaarrekening - Collectieve spaarrekening - Individuele spaarrekening - Levensverzekering - Lange termijnsparen
VRAAG
Naast verzekeringen met een gewaarborgd rendement worden voor het pensioensparen ook fondsverzekeringen aangeboden. Bij die zogenaamde tak 23-verzekeringen is het rendement van het contract gekoppeld aan een of meerdere beleggingsfondsen. Voor deze tak 23-verzekeringen gelden voorts alle regels en beperkingen opgelegd bij het koninklijk besluit van 22 december 1986 tot invoering van een stelsel van derdeleeftijds- of pensioensparen.
Het belastingstatuut van de tak 23-verzekeringen wordt niet uitdrukkelijk bij wet geregeld. Hoewel de belastingwetgeving (artikel 145^8 van het WIB 1992) bepaalt dat de premies van alle pensioenspaarverzekeringen in aanmerking komen voor belastingvermindering, is er in de praktijk twijfel gerezen over de belastingvermindering voor premies voor tak 23-verzekeringen na een antwoord van een vorige minister van Financiën op een mondelinge vraag van volksvertegenwoordiger Platteau van 11 maart 1993.
De tak 23-verzekeringen worden dan ook ongelijk behandeld ten opzichte van de producten van instellingen voor collectieve beleggingen (ICB's). Het rendement van tak 23-verzekeringen is gekoppeld aan dat van de financiële markten. In dat opzicht lijkt zo een verzekering dan ook op een ICB-product, dat wél erkend is als pensioenspaarinstrument.
Kunt u op grond daarvan bevestigen dat de tak 23-verzekeringen in aanmerking komen voor de belastingvoordelen die gelden voor de pensioenspaarverzekeringen?
ANTWOORD (Vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen)
Krachtens artikel 145^8, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) zijn de bedragen die ingevolge artikel 145^1, 5°, WIB 92, in het kader van het pensioensparen in aanmerking komen voor vermindering, die welke in België definitief worden betaald:
1. ofwel voor het aanleggen van een collectieve spaarrekening;
2. ofwel voor het aanleggen van een individuele spaarrekening;
3. ofwel als premie van een spaarverzekering.
Het artikel 145^16, 3°, WIB 92, verduidelijkt dat onder spaarverzekering moet worden verstaan, de verzekering door de belastingplichtige op zijn hoofd aangegaan om een pensioen, een rente of een kapitaal bij leven of bij overlijden te vestigen bij een in artikel 145^15, tweede lid, WIB 92, vermelde verzekeringsonderneming (namelijk een verzekeringsonderneming die de tak levensverzekering beoefent overeenkomstig de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen).
Overeenkomstig artikel 145^13, WIB 92, moeten de dekkingswaarden van de technische reserves betreffende de activiteiten van de spaarverzekering uitsluitend worden belegd in de investeringen vermeld en binnen de grenzen vastgelegd in artikel 145^11, 1° tot 4°, WIB 92.
Voor het overige voorzien de bepalingen die het pensioensparen regelen (artikelen 145^8 tot 145^16, WIB 92, en artikelen 63^4bis tot 63^9, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het WIB 92 (KB/WIB 92)) niets met betrekking tot de verzekeringstechnieken waarop de spaarverzekering moet zijn gebaseerd. Zo eisen zij niet dat de individuele levensverzekeringscontracten moeten verbonden zijn aan een collectieve beleggingsinstelling en sluiten zij ook de individuele levensverzekeringscontracten verbonden aan één of meerdere beleggingsfondsen, te weten de individuele levensverzekeringscontracten tak 23, niet uitdrukkelijk uit. Zoals verduidelijkt door het geachte lid, is het feit dat de verzekeringen tak 23 uitdrukkelijk van het pensioensparen zijn uitgesloten, een gevolg van het standpunt dat de toenmalige minister van Financiën heeft ingenomen in het kader van de mondelinge parlementaire vraag van 11 maart 1993, gesteld door volksvertegenwoordiger Platteau.
Bij een verzekering tak 23, is de uitkering van de verzekeraar verbonden aan het rendement van een beleggingsfonds, met andere woorden aan de waarde van de aandelen, obligaties of andere effecten die de verzekeraar door middel van de door de verzekeringsnemers betaalde premies heeft verkregen. Het grote onderscheid met de verzekeringen tak 21 is dat er in het algemeen geen gewaarborgd minimum rendement bestaat, zelfs niet de toekenning van winstdeelnemingen. De door de spaarder geïnvesteerde kapitalen kunnen soms toch worden gewaarborgd.
In de huidige stand van zaken maken de artikelen 145^8 tot 145^16, WIB 92, en de artikelen 63^4bis tot 63^9, KB/WIB 92, de toekenning van de belastingvermindering voor pensioensparen niet afhankelijk van het feit dat de betalingen moeten zijn uitgevoerd in het kader van een levensverzekering waarvan het rendement is gewaarborgd en waarvan het geïnvesteerde kapitaal is beschermd. Een dergelijke fiscale verplichting van gewaarborgd rendement en bescherming van het geïnvesteerde kapitaal geldt voor de individuele en collectieve spaarrekeningen in het kader van het pensioensparen bovendien evenmin, noch voor de individuele levensverzekeringen waarvan de premies recht geven op de belastingvermindering voor het lange termijnsparen als bedoeld in artikel 145^1, 2°, WIB 92, die het andere bestanddeel van de 3de pensioenpijler vormen.
Uit een letterlijke lezing van de artikelen 145^8 tot 145^16, WIB 92, en de artikelen 63^4bis tot 63^9, KB/WIB 92, blijkt dat de premies betaald in het kader van een spaarverzekering verbonden aan een beleggingsfonds (met andere woorden aan een levensverzekering tak 23) in principe wel recht kunnen geven op de belastingvermindering voor het pensioensparen als bedoeld in artikel 145^1, 5°, WIB 92, voor zover is voldaan aan alle voorwaarden van voormelde bepalingen.
De zware financiële crisis die sinds een paar weken in heel de wereld heerst, verhoogde de volatiliteit van de beursmarkten echter spectaculair en zorgde ervoor dat men de aandacht concentreerde op de risicofactor van de beleggingsbeslissing. Ik wens dus nogmaals te verduidelijken dat de tak 23 een verzekeringsproduct is dat geen gewaarborgd rendement noch kapitaalbescherming biedt.