Parlementaire vraag nr. 1933 van de heer Wouter Beke van 04.03.2024
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2023-2024, QRVA 55/134 d.d. 24.05.2024, blz. 203
Aangifte betalingen naar belastingparadijzen.
VRAAG (van de heer Beke)
Artikel 307, § 1, lid 5 tot 8 van het WIB92 bepaalt dat belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of belasting niet-inwoner vennootschappen alle betalingen moeten aangeven die zij rechtstreeks of onrechtstreeks doen aan personen die gevestigd zijn in landen zonder of met lage belasting, de zogenaamde belastingparadijzen. De vennootschappen moeten geen aangifte doen als het totaal van de betalingen met betrekking tot de verrichtingen minder bedraagt dan 100.000 euro per belastbaar tijdperk.
1. Hoeveel vennootschappen deden sinds aanslagjaar 2020 tot en met heden dergelijke aangifte voor betaling naar belastingparadijzen?
2. Hoeveel euro aan betalingen naar belastingparadijzen werden aangegeven sinds aanslagjaar 2020 tot en met heden?
3. Naar welke belastingparadijzen gingen de meeste aangegeven betalingen per jaar?
ANTWOORD (van de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding)
1. Het aantal bedrijven dat een 275F-aangifteformulier heeft ingediend met betrekking tot betalingen aan staten die worden beschouwd als belastingparadijzen op grond van artikel 307 § 1/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB):
- Aanslagjaar 2023: 1.065 (voorlopig aantal).
- Aanslagjaar 2022: 1.037.
- Aanslagjaar 2021: 789.
- Aanslagjaar 2020: 852.
2. De op formulieren 275F aangegeven bedragen bedragen:
- Aanslagjaar 2023: 465 miljard euro (voorlopig bedrag).
- Aanslagjaar 2022: 456,7 miljard euro.
- Aanslagjaar 2021: 578,2 miljard euro
- Aanslagjaar 2020: 434,5 miljard euro.
Er dient te worden opgemerkt dat deze bedragen overeenkomen met de bruto totaalbedragen waarvoor geen enkele correctie heeft plaatsgevonden.
3. De vijf staten die het grootste bedrag aan betalingen ontvangen zijn de volgende:
Voor het aanslagjaar 2023 (voorlopige rangschikking):
1. Verenigde Arabische Emiraten (80 %).
2. Malta (4,5 %).
3. Oezbekistan (3,9 %).
4. Kaaimaneilanden (3,1 %).
5. Turkije (2,7 %).
Voor het aanslagjaar 2022:
1. Verenigde Arabische Emiraten (63,67 %).
2. Kaaimaneilanden (13,72 %).
3. Eiland Man (11,44 %).
4. Turkije (4 %).
5. Kazachstan (3,5 %).
- Voor het aanslagjaar 2021:
1. Verenigde Arabische Emiraten (44 %).
2. Kaaimaneilanden (39,5 %).
3. Eiland Man (6,3 %).
4. Ghana (2,6 %).
5. Kazachstan (1,2 %).
Voor het aanslagjaar 2020:
1. Verenigde Arabische Emiraten (65,3 %).
2. Kaaimaneilanden (15,1 %).
3. Eiland Man (6,1 %).
4. Bahrein (3,8 %).
5. Guernsey (2,6 %).