Parlementaire vraag nr. 8 van de heer Boutmans van 08.08.1995

Kadastraal inkomen - Vrijstelling.

In artikel 12 van het Wetboek van inkomstenbelastingen wordt een aantal soorten instellingen opgesomd waarvoor vrijstelling van inkomstenbelasting geldt.

Wat wordt in de praktijk zoal begrepen onder "andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen" ?

Geldt de vrijstelling ook voor jeugdhuizen of jeugdbewegingen ? Voor bejaarden- en gehandicapteninstellingen ? Voor opvangtehuizen of jongeren in moeilijkheden ?

ANTWOORD

Het geacht lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen.

Artikel 12, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) stelt het kadastraal inkomen vrij van de onroerende goederen of delen van onroerende goederen die een belastingplichtige zonder winstoogmerken heeft bestemd voor het uitoefenen van een openbare eredienst, voor onderwijs, voor het vestigen van hospitalen, godshuizen, klinieken, dispensaria, vakantiehuizen voor kinderen of gepensioneerden, of van andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen.

Het voormeld artikel maakt een uitzondering op de algemene regel van belastbaarheid van de inkomsten van onroerende goederen en moet - volgens het in rechte geldend beginsel - beperkend worden uitgelegd in die zin dat men zich dient te houden aan de termen zelf van de wet.

Volgens de rechtspraak ter zake, is de loutere erkenning van het weldadigheidskarakter van een instelling dan ook onvoldoende om het recht op vrijstelling te rechtvaardigen. Er valt nog uit te maken of bedoeld weldadigheidswerk kan worden gelijkgesteld met de door de wet vermelde instellingen. Bovendien is het gebruik van het onroerend goed tot de bijzondere doeleinden, die de wet beperkend opsomt, een kwestie die in feite moet worden beoordeeld.

Hieruit volgt dat de bestemming van elk onroerend goed dat eventueel in aanmerking komt voor de vrijstelling, op individuele wijze moet worden onderzocht.

Geen enkele van de in de vraag geciteerde bestemmingen kan a priori worden uitgesloten van het recht op de in artikel 12, § 1, WIB 92, voorziene vrijstelling, wel te verstaan onder voorbehoud van het resultaat van het hiervoor aangehaalde punctueel grondig onderzoek. In dat verband kunnen de nummers 253/37 en 53 tot 60 van de administratieve commentaar van het WIB 92 nuttig worden geraadpleegd.