Parlementaire vraag nr. 674 van de heer Devlies van 02.03.2005
VRAAG
Artikel 11 WIB92 merkt als belastingplichtige van het onroerend inkomen aan: de volle eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van het goed.
Deze «belastingplichtigen» hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat zij de genieters zijn van het onroerend inkomen. De wettelijke schuldenaar van de belasting is hij die het deugdelijk bezit, het genot heeft van het goed op grond van een zakelijk recht ( RPDB, tw. Impôts, nr. 244).
Bij de verkoop van een onroerend goed gebeurt het meermaals dat de verkoper nog geen nieuwe woning heeft of hij ze aan het bouwen is. In dat geval wordt bedongen dat de verkoper het genot en/of het gebruik van het onroerend goed nog enige tijd behoudt na het ondertekenen van de notariële akte. Een voorzichtige koper bedingt normaal in de compromis dat de eigendomoverdracht geschiedt bij het verlijden van de authentieke akte.
Wanneer de verkoper het gebruik van het onroerend goed behoudt, betaalt hij normaal een vergoeding voor het tijdelijk gebruik. Wanneer de verkoper het genot behoudt (bijvoorbeeld omdat de huurder een familielid is van de verkoper), komen de huurgelden de verkoper toe. De koper zal allicht bedingen dat de verkoopprijs met een vergoeding wegens genotsderving wordt verminderd. Immers hij ontbeert in dat geval het genot van het onroerend goed.
Kan uw administratie meedelen vanaf welk tijdstip de koper overeenkomstig artikel 11 WIB 1992 als nieuwe eigenaar moet worden aangemerkt als belastingplichtige van het onroerend inkomen :
1. in het geval een vergoeding voor het tijdelijk gebruik wordt bedongen:
a) op het moment van de eigendomsoverdracht ?
b) op het moment van de overdracht van het vrije gebruik ?
2. in het geval de verkoopprijs met een vergoeding wegens genotsderving wordt verminderd:
a) op het moment van de eigendomsoverdracht ?
b) op het moment van de genotsoverdracht ?
ANTWOORD (vice-eerste minister en minister van Financiën, 31.03.2006)
In beide gevallen wordt voor de toepassing van artikel 11 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de koper als eigenaar aangeduid vanaf het ogenblik van de eigendomsoverdracht.
Artikel 11 WIB92 merkt als belastingplichtige van het onroerend inkomen aan: de volle eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van het goed.
Deze «belastingplichtigen» hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat zij de genieters zijn van het onroerend inkomen. De wettelijke schuldenaar van de belasting is hij die het deugdelijk bezit, het genot heeft van het goed op grond van een zakelijk recht ( RPDB, tw. Impôts, nr. 244).
Bij de verkoop van een onroerend goed gebeurt het meermaals dat de verkoper nog geen nieuwe woning heeft of hij ze aan het bouwen is. In dat geval wordt bedongen dat de verkoper het genot en/of het gebruik van het onroerend goed nog enige tijd behoudt na het ondertekenen van de notariële akte. Een voorzichtige koper bedingt normaal in de compromis dat de eigendomoverdracht geschiedt bij het verlijden van de authentieke akte.
Wanneer de verkoper het gebruik van het onroerend goed behoudt, betaalt hij normaal een vergoeding voor het tijdelijk gebruik. Wanneer de verkoper het genot behoudt (bijvoorbeeld omdat de huurder een familielid is van de verkoper), komen de huurgelden de verkoper toe. De koper zal allicht bedingen dat de verkoopprijs met een vergoeding wegens genotsderving wordt verminderd. Immers hij ontbeert in dat geval het genot van het onroerend goed.
Kan uw administratie meedelen vanaf welk tijdstip de koper overeenkomstig artikel 11 WIB 1992 als nieuwe eigenaar moet worden aangemerkt als belastingplichtige van het onroerend inkomen :
1. in het geval een vergoeding voor het tijdelijk gebruik wordt bedongen:
a) op het moment van de eigendomsoverdracht ?
b) op het moment van de overdracht van het vrije gebruik ?
2. in het geval de verkoopprijs met een vergoeding wegens genotsderving wordt verminderd:
a) op het moment van de eigendomsoverdracht ?
b) op het moment van de genotsoverdracht ?
ANTWOORD (vice-eerste minister en minister van Financiën, 31.03.2006)
In beide gevallen wordt voor de toepassing van artikel 11 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de koper als eigenaar aangeduid vanaf het ogenblik van de eigendomsoverdracht.