Parlementaire vraag nr. 177 van de heer Wouter Vermeersch van 20.01.2021

Kamer, Vraag en Antwoord, 2020-2021, QRVA 55/041 d.d. 03.04.2021, blz. 144

Verplaatsingskosten. - Brusselse stadstol (MV 11506C).

VRAAG (van de heer Vermeersch)

De verplaatsingskosten die door een belastingplichtigeloontrekker gedaan worden, kunnen opgesplitst worden in twee categorieën verplaatsingen, namelijk:

- de verplaatsing gedaan van zijn woonplaats naar zijn vaste plaats van tewerkstelling enerzijds (woon-werkverplaatsingen);

- alle andere beroepsmatige verplaatsingen anderzijds.

Beroepskosten met betrekking tot verplaatsingen tussen de woonplaats en de vaste plaats van tewerkstelling afgelegd met personenwagens, wagens dubbel gebruik, minibussen, lichte vrachtauto's, bedoeld in artikel 4, § 3, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, worden forfaitair op 0,15 euro per km geraamd (artikel 66, § 4 WIB 92).

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wil een tolsysteem per kilometer invoeren dat vanaf 2022 moet worden ingevoerd. Dit is een grote kostenpost voor veel burgers die geen bedrijfsauto hebben en die verplicht zijn hun eigen auto te gebruiken om naar hun werkplek te gaan.

1. Zal de Brusselse taks per kilometer opgenomen worden in het forfaitaire bedrag van 0,15 euro per kilometer?

2. Als deze taks door de werkgever aan de personeelsleden wordt terugbetaald voor het woon-werkverkeer, moet dit dan worden beschouwd als een voordeel van alle aard, of kan het worden beschouwd als kosten eigen aan de werkgever die niet belastbaar zijn?

ANTWOORD (van de Minister van Financiën)

1. Het forfaitaire bedrag van 0,15 euro per afgelegde kilometer, waarnaar u verwijst, omvat alle rechtstreekse en onrechtstreekse kosten met betrekking tot het gebruik van het voertuig. Zo zitten onder meer de tolgelden voor autowegen, tunnels, veerponten, bruggen enz. reeds vervat in dat forfaitair bedrag. Het forfait van 0,15 euro per kilometer zal dus ook de Brusselse kilometerheffing omvatten.

2. Wanneer de werkgever de kilometerheffing met betrekking tot de woon-werkverplaatsingen zou terugbetalen aan zijn personeelsleden, dan maakt die terugbetaling een tussenkomst uit in de reiskosten van de werknemer van zijn woonplaats naar de plaats van tewerkstelling. Een dergelijke terugbetaling is in beginsel belastbaar. Wanneer de beroepskosten van de werknemer forfaitair worden bepaald, kan hij wel aanspraak maken op de fiscale vrijstelling als bedoeld in artikel 38, § 1, eerste lid, 9°, c van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Voor het aanslagjaar 2021 is dit een maximumbedrag van 410 euro.