Artikel 93, KB/WIB 92

Art. 93, § 1, eerste lid, en § 2, is van toepassing 10 dagen na publicatie van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad (27.03.2023) (art. 7, 2° en 3°, KB 13.03.2023 - B.S. 17.03.2023; Numac: 2023041021)

§ 1. Tot staving van de overeenkomstig de artikelen 90 en 91 ingediende aangiften moeten de in artikel 270, eerste lid, 1° tot 3° en 6°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde schuldenaars van bedrijfsvoorheffing de fiches (...), bedoeld in artikel 92, voor 1 maart van het jaar na dat waarop die fiches (...) betrekking hebben, indienen bij de bevoegde dienst.

De in het eerste lid vermelde schuldenaars van bedrijfsvoorheffing moeten voor 1 maart een afschrift van de fiche, behoorlijk ingevuld, aan iedere verkrijger van inkomsten overhandigen om hem in staat te stellen eventueel zijn aangifte in de personenbelasting of in de belasting van niet-inwoners in te vullen.

§ 2. De in artikel artikel 270, eerste lid, 4°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing, moeten tot staving van de overeenkomstig artikel 90, § 4, ingediende aangifte, de in artikel 92, § 5, vermelde bijzondere opgave uiterlijk vier maand na het verstrijken van de periode waarop die opgave betrekking heeft, indienen bij de overeenkomstig artikel 297 van hetzelfde Wetboek aangewezen controle "Buitenland".

§ 3. De in artikel 270 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing die beroepsinkomsten betalen of toekennen aan in artikel 171, 1°, i, van hetzelfde Wetboek bedoelde belastingplichtigen, moeten een verklaring van de bedoelde belastingplichtigen ter beschikking houden van de Administratie waarin deze attesteren al dan niet te voldoen aan de voorwaarde voorzien in artikel 171, 1°, i, WIB 92.