Parlementaire vraag nr. 2014 van de heer Wouter Vermeersch van 04.04.2024
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2023-2024, QRVA 55/134 d.d. 24.05.2024, blz. 286
Vrijstelling subsidies laadinfrastructuur voor bestelwagens, vrachtwagens en bussen.
VRAAG (van de heer Vermeersch)
Uitbaters van tankstations ontvangen van de Vlaamse overheid volgende subsidies voor het plaatsen van elektrische snelladers in hun tankstations:
- CPT (Clean Power for Transport);
- Benefic Project snelladers.
Artikel 193bis WIB 92 voorziet in een vrijstelling van vennootschapsbelasting voor kapitaal- en interestsubsidies die door de gewesten in het kader van de economische expansiewetgeving toegekend worden aan ondernemingen om "immateri ële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen sinds 1 januari 2006". Deze "economische expansiewetgeving" werd ondertussen vervangen door het "decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid van 2012".
Kunt u bevestigen dat de subsidies in het kader van CPT (Clean Power for Transport) en Benefic Project snelladers van de Vlaamse overheid vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting in toepassing van de artikelen 193bis WIB 92 en 193ter WIB 92?
ANTWOORD (van de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding)
Vooreerst wens ik eraan te herinneren dat premies (subsidies) in principe op fiscaal vlak een belastbare winst vormen. Er moet steeds geval per geval worden nagegaan of een bepaalde gewestelijke steun voldoet aan alle wettelijke bepalingen om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van artikel 193bis of 193ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) die een uitzondering is op het algemene principe dat een premie (subsidie) belastbaar is.
Op basis van de beschikbare informatie zouden de subsidies voor projecten in het kader van het Vlaams actieplan Clean Power for Transport in uitvoering van de gewestelijke regelgeving inzake het economische ondersteunings-beleid in principe in aanmerking kunnen komen voor de toepassing van artikel 193bis, § 1, tweede lid, WIB 92, voor zover:
- wordt aangetoond dat de kapitaal- of interestsubsidies worden toegekend in het kader van de (geregionaliseerde) economische expansiewetgeving (het economische ondersteuningsbeleid). Zoals ik reeds voorheen heb geantwoord, is de gewestelijke expansiewetgeving een gewestelijke bevoegdheid, met als gevolg dat de federale wetgever niet ingrijpt op welke steun in dat kader wordt toegekend (zie de Parlementaire vraag nr. 1391 van de heer Bayet van 14 maart 2023, Kamer, Vragen en Antwoorden, 2022-2023, nr. 109);
- die subsidies worden toegekend om immateriële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen.
Ik meen evenwel dat de bedoelde subsidies in principe niet in aanmerking kunnen komen voor de vrijstelling van artikel 193ter, WIB 92. Ik zie immers niet goed in op welke manier de subsidies voor de loutere plaatsing van de elektrische snelladers door uitbaters van tankstations zouden kaderen in de steun aan onderzoek en ontwikkeling zoals bedoeld in artikel 193ter, WIB 92.
Daarnaast worden de projecten in het kader van Brussels Netherlands Flanders Implementation of Clean Power for Transport (BENEFIC), volgens de informatie waarover ik beschik, volledig gefinancierd door het Connecting Europe Facility (CEF) programma van de Europese Unie om het Europese vervoers-, energie- en digitale netwerk te verbeteren. Onder meer de Vlaamse overheid zorgt voor informatieverspreiding, promotie en ondersteuning van inzonderheid ondernemingen met projecten die in aanmerking komen voor financiële steun.
Het gaat bijgevolg om Europese subsidies die niet in aanmerking komen voor de toepassing van de artikelen 193bis en 193ter, WIB 92.