Parlementaire vraag nr. 1113 van de heer Wouter Vermeersch van 06.07.2022
Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/091 d.d. 09.09.2022, blz. 227
Wetswijziging VVPRbis-regime
VRAAG (van de heer Vermeersch)
Voor de toepassing van het VVPRbis-regime geldt dat inbrengen gedaan in geld vanaf 1 juli 2013 volledig volstort moeten zijn en dat uiterlijk op het ogenblik dat de algemene vergadering beslist om dividenden uit te keren. De wetgever heeft met de wet houdende diverse fiscale bepalingen van 21 januari 2022 verduidelijkt dat deze volstortingsverplichting geldt voor de onderschreven sommen bij uitgifte van de aandelen (de initiële inbreng). De eerdere vereiste dat de inbrengen minstens gelijk moeten zijn aan het wettelijk minimumkapitaal, of bij gebrek daaraan, het minimumkapitaal van de bvba werd volledig geschrapt. Welbepaalde vennootschappen die initieel uit de boot vielen, lijken nu toch te kunnen genieten van het VVPRbisregime voor dividenden toegekend vanaf 1 januari 2022. Stel een commanditaire vennootschap (cv) of een vennootschap onder firma (vof) die werd opgericht tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 met een volledig in geld volstort kapitaal van 1.000,00 euro. De vennootschap kwalificeert bij haar oprichting als kleine vennootschap. Deze vennootschap kwam initieel sowieso niet in aanmerking voor het VVPRbis-regime omdat er niet voldaan is aan de minimumkapitaal-vereiste van 18.550,00 euro. De afschaffing van de minimumkapitaal-vereiste door de wet van 17 maart 2019 bracht daar geen verandering in. Het Grondwettelijk Hof oordeelde immers in haar arrest van 15 oktober 2020 dat voor inbrengen gedaan tussen 1 juli 2013 en 30 april 2019 de oude regeling (inclusief de minimumkapitaal-vereiste) bleef gelden. Maar met de wetswijziging door de wet houdende diverse fiscale bepalingen van 21 januari 2022 lijkt deze vennootschap voor de dividenden die ze toekent vanaf 1 januari 2022 nu toch in aanmerking te komen voor het VVPRbis-regime: haar initiële inbreng is immers volledig volstort en nergens stelt de wet dat voor deze "oude" inbrengen nog de minimumkapitaal-vereiste geldt. Kan u bevestigen dat deze cv of vof inderdaad voor dividenden toegekend vanaf 1 januari 2022 kan vallen onder het VVPRbis-regime? Of blijft u vasthouden aan het principe dat die oude inbrengen niet kwalificeerden voor het VVPRbis-regime en dat dit ook zo blijft voor dividenden toegekend vanaf 1 januari 2022 door dergelijke vennootschap?
ANTWOORD (van de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding)
Ik kan bevestigen dat in het geval van de in uw vraag bedoelde commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma de bij de oprichting uitgegeven aandelen in aanmerking kunnen komen voor de toepassing van het VVPRbis stelsel voor dividenden die worden toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 1 januari 2022 voor zover aan alle voorwaarden van artikel 269, § 2, WIB 92, is voldaan.