Artikel 142, WIB 92
Met ingang van het aanslagjaar 2002 wordt het in dit artikel opgenomen bedrag in euro uitgedrukt (art. 1, KB 20.07.2000 - B.S. 30.08.2000; Numac: 2000003467 - err. B.S. 08.03.2001; en art. 42, 5°, KB 13.07.2001 - B.S. 11.08.2001; Numac: 2001003362 - err. B.S. 21.12.2001)
Onder nettobedrag van de bestaansmiddelen wordt verstaan het brutobedrag daarvan verminderd met de kosten die de belastingplichtige verantwoordt gedurende het belastbare tijdperk te hebben gedaan of gedragen om die middelen te verkrijgen of te behouden.
Bij gebrek aan bewijskrachtige gegevens worden de aftrekbare kosten vastgesteld op 20 % van het brutobedrag van de bestaansmiddelen. Wanneer die bestaansmiddelen bestaan in bezoldigingen van werknemers of in baten, bedragen de aftrekbare kosten ten minste 250 euro (basisbedrag).