Artikel 145^21, WIB 92
Art. 145^21, eerste lid, is van toepassing op de uitgaven gedaan vanaf 01.01.2013 (art. 40 en 42, 1ste lid, W 30.07.2013 - B.S. 01.08.2013; Numac: 2013204390)
[In afwijking van het eerste lid blijft, wat de in 2013 gedane uitgaven betreft, het maximumbedrag van de uitgaven bepaald in artikel 145^21, eerste lid, WIB 92, zoals het bestond voor te zijn gewijzigd bij artikel 40 van deze wet, van toepassing wanneer de uitgaven gedaan voor 1 juli 2013 het maximumbedrag van 920 euro (basisbedrag) per belastingplichtige reeds overschrijden. In dit geval komen de vanaf 1 juli 2013 gedane uitgaven evenwel niet meer in aanmerking voor een vermindering (art. 42, 2de lid, W 30.07.2013 - B.S. 01.08.2013 gewijzigd door art. 14, W 21.12.2013 - B.S. 31.12.2013)]
Onder de voorwaarden bepaald in artikel 145^22, wordt een belastingvermindering verleend die wordt berekend op de uitgaven tot ten hoogste 920 euro (basisbedrag) per belastingplichtige die geen beroepskosten zijn en die tijdens het belastbaar tijdperk werkelijk zijn betaald voor prestaties, te verrichten door een werknemer in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen of voor prestaties betaald met dienstencheques bedoeld in de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, andere dan sociale dienstencheques.
De belastingvermindering is gelijk aan 30 % van de in het eerste lid bedoelde uitgaven.
Voor het bepalen van het bedragen van de in het eerste lid vermelde uitgaven wordt alleen rekening gehouden met de nominale waarde van de P.W.A.-cheques vermeld in de reglementering betreffende de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen of met de nominale waarde van de in het eerste lid bedoelde dienstencheques.