Artikel 457/1, WIB 92
Art. 457/1 (invoeging) treedt in werking op dezelfde datum als de datum voorzien bij artikel 38 van de wet van 29.02.2024 (B.S. 08.04.2024; Numac: 2024002052) tot invoering van boek I van het Strafwetboek (09.04.2026) (Art. 11 en 24, W 16.05.2024 - B.S. 21.06.2024; Numac: 2024005238)
Indien de rechter verzachtende omstandigheden aanneemt, wordt de gevangenisstraf van niveau 3 zoals bepaald in artikel 36 van het Strafwetboek vervangen door een gevangenisstraf van niveau 2 waarbij de rechter een geldboete van 200 euro tot 1.600.000 euro als bijkomende straf kan opleggen of door een geldboete van 200 euro tot 1.600.000 euro als hoofdstraf alleen. In het geval de rechter verzachtende omstandigheden aanneemt, wordt de gevangenisstraf van niveau 2 vervangen door een geldboete van 200 euro tot 1.600.000 euro als hoofdstraf.
Waar de boete die aanvankelijk als hoofdstraf was vastgesteld tussen 2.000 euro en 4.000.000 euro lag, wordt het een boete tussen 200 euro en 1.600.000 euro ingeval verzachtende omstandigheden worden aangenomen.