Parlementaire vraag nr. 249 van de heer Hatry van 23.05.1997
VRAAG 97/249
Vraag nr.249 van de heer Hatry dd. 23.05.1997
Vr. en Antw., Senaat, nr. 1-49, 1996-1997, blz. 2463
Bull. 776, pag. 2529
Externe adviseurs. - Geen bedrijfsleiders.
Ter wille van de rechtszekerheid vernam ik graag het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel op het volgende probleem, dat betrekking heeft op het toepassingsgebied voor het nieuwe artikel 32, eerste lid, 2°, van het WIB 1992, vervangen door artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 (Belgisch Staatsblad van 31 december 1996, 4e uitgave, verschenen op 15 januari 1997).
Laten we als voorbeeld een natuurlijke persoon nemen die als zelfstandige zijn cliënten adviezen geeft, hetzij in fiscale zaken, hetzij in technische aangelegenheden, hetzij inzake marketing, en daarbij nooit zijn rol van extern adviseur van het bedrijf te buiten gaat, zodat van hem in feite niet kan worden aangenomen dat hij een werkzaamheid of een " leidende " functie in de vennootschap uitoefent.
Wij gaan ervan uit dat de feiten dusdanig zijn, hetgeen met name wil zeggen dat hij zich beperkt tot adviezen geven, zonder dat hij ooit op enige wijze namens zijn cliënt optreedt en bij voorbeeld instructies geeft aan de werknemers van zijn cliënt.
Kan de persoon die in een dergelijk geval diensten verleent, uit fiscaal oogpunt beschouwd worden als een " bedrijfsleider ", hoewel hij niets leidt en dus buiten het bedrijf, buiten zijn cliënt staat?
ANTWOORD
Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat, wanneer, zoals hij zelf verklaart, de in zijn voorbeeld bedoelde belastingplichtige geen enkele werkzaamheid in de schoot van de onderneming uitoefent, die belastingplichtige niet als een " bedrijfsleider " in de zin van artikel 32, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 kan worden beschouwd.
Vraag nr.249 van de heer Hatry dd. 23.05.1997
Vr. en Antw., Senaat, nr. 1-49, 1996-1997, blz. 2463
Bull. 776, pag. 2529
Externe adviseurs. - Geen bedrijfsleiders.
Ter wille van de rechtszekerheid vernam ik graag het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel op het volgende probleem, dat betrekking heeft op het toepassingsgebied voor het nieuwe artikel 32, eerste lid, 2°, van het WIB 1992, vervangen door artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 december 1996 (Belgisch Staatsblad van 31 december 1996, 4e uitgave, verschenen op 15 januari 1997).
Laten we als voorbeeld een natuurlijke persoon nemen die als zelfstandige zijn cliënten adviezen geeft, hetzij in fiscale zaken, hetzij in technische aangelegenheden, hetzij inzake marketing, en daarbij nooit zijn rol van extern adviseur van het bedrijf te buiten gaat, zodat van hem in feite niet kan worden aangenomen dat hij een werkzaamheid of een " leidende " functie in de vennootschap uitoefent.
Wij gaan ervan uit dat de feiten dusdanig zijn, hetgeen met name wil zeggen dat hij zich beperkt tot adviezen geven, zonder dat hij ooit op enige wijze namens zijn cliënt optreedt en bij voorbeeld instructies geeft aan de werknemers van zijn cliënt.
Kan de persoon die in een dergelijk geval diensten verleent, uit fiscaal oogpunt beschouwd worden als een " bedrijfsleider ", hoewel hij niets leidt en dus buiten het bedrijf, buiten zijn cliënt staat?
ANTWOORD
Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat, wanneer, zoals hij zelf verklaart, de in zijn voorbeeld bedoelde belastingplichtige geen enkele werkzaamheid in de schoot van de onderneming uitoefent, die belastingplichtige niet als een " bedrijfsleider " in de zin van artikel 32, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 kan worden beschouwd.