Parlementaire vraag nr. 94 van de heer Dieter Vanbesien van 25.11.2019

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2019-2020, QRVA 55/009, d.d. 22.01.2020, blz. 101

Personenbelasting. - Tijdstip aftrekbaarheid sociale bijdragen zelfstandigen die boekhoudplichtig zijn.

VRAAG

Voor de zelfstandigen die boekhoudplichtig zijn, zijn volgens het hof van beroep van Antwerpen (Fiscoloog, nr. 1623, blz. 4) de RSVZ-bijdragen aftrekbaar als beroepskost in het jaar dat zij een zeker en vaststaand karakter hebben. Er kan bijgevolg een verschil optreden tussen het jaar waarin deze bijdragen verschuldigd zijn en het jaar waarin zij worden betaald.

1. Dient de Rijksdienst voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen op het fiscaal attest het bedrag te vermelden van de opeisbare of de betaalde sociale bijdragen?

2. Is de VAPZ-bijdrage volgens artikel 45 van de programmawet van 24 december 2002 fiscaal aftrekbaar indien de opeisbare sociale bijdragen door de zelfstandige verschuldigd of betaald zijn?

3. Aangezien het fiscaal attest opgemaakt door de sociale zekerheidskassen wordt opgenomen in Tax-on-web, beschikken zowel de zelfstandige belastingplichtige of zijn accountant en de fiscale inspecteurs over de bedragen die in een bepaald jaar opeisbaar of betaald zijn?

4. Mogen zowel de belastingplichtige als de fiscale controleurs de administratieve commentaar in nummer 49/5 e.v. Com.IB92 toepassen, dus de sociale bijdragen aftrekken in het jaar dat zij zijn betaald?

5. Waarom werd vanuit het oogpunt van een gelijke fiscale taxatie voornoemde administratieve commentaar niet toegepast in de zaak die aanleiding heeft gegeven tot voormeld arrest?

6. Indien de rechtspraak van het hof van beroep van Antwerpen algemeen moet worden toegepast, maakt het boekhoudrecht de fiscale controle dan niet nodeloos ingewikkeld? Zou in dat geval de fiscale wetgeving niet beter de aftrekbaarheid van de sociale bijdragen in het jaar van betaling toelaten voor zelfstandigen die boekhoudplichtig zijn?

ANTWOORD

1. De sociale zekerheidsbijdragen van zelfstandigen die op de fiscale attesten van de sociale verzekeringsfondsen moeten worden opgenomen, zijn de bijdragen die in het betrokken jaar zijn betaald.

2. Uit de samenlezing van artikel 52, 7bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) en artikel 45 van de Programmawet (I) van 24 december 2002 volgt dat de VAPZ-bijdragen van een zelfstandige maar als aftrekbare beroepskosten worden beschouwd als hij zijn bijdragen voor het sociaal statuut van de zelfstandigen die tijdens het betrokken jaar opeisbaar zijn geworden, effectief en volledig tijdens datzelfde jaar heeft betaald.

3. De op de fiscale attesten van de sociale verzekeringsfondsen vermelde bedragen worden niet vooraf ingevuld in Tax-on-web.

Als het op het fiscaal attest vermelde bedrag van de sociale bijdragen die een boekhoudplichtige zelfstandige tijdens een bepaald jaar heeft betaald, niet overeenstemt met het totaal van de bijdragen die tijdens het belastbaar tijdperk het karakter van zekere en vaststaande schulden hebben verkregen en die hij als zodanig heeft geboekt, dan belet niets dat hij dat laatste bedrag in zijn aangifte vermeldt.

De bijdragen die het karakter van zekere en vaststaande schulden hebben verkregen zijn onder meer terug te vinden op de door de sociale verzekeringsfondsen toegezonden vervaldagberichten van kwartaalbijdragen en regularisatieafrekeningen.

4 en 5. Volgens artikel 49, WIB 92, zijn beroepskosten aftrekbaar in het belastbaar tijdperk waarin ze werkelijk zijn betaald of gedragen, of het karakter van zekere en vaststaande schulden of verliezen hebben verkregen en als zodanig zijn geboekt.

Dat geldt ook voor de bijdragen voor het sociaal statuut van de zelfstandigen.

Voor zelfstandigen die niet boekhoudplichtig zijn, zijn die bijdragen als beroepskosten aftrekbaar in het belastbaar tijdperk waarin ze zijn betaald.

Voor zelfstandigen die boekhoudplichtig zijn, zijn die bijdragen als beroepskosten aftrekbaar:

- in het belastbaar tijdperk waarin ze het karakter van zekere en vaststaande schulden hebben verkregen, op voorwaarde dat ze in datzelfde tijdperk als zodanig zijn geboekt;

- in het belastbaar tijdperk waarin ze zijn betaald, op voorwaarde dat de betaling ten laatste heeft plaatsgevonden in het belastbaar tijdperk waarin de bijdragen volgens het boekhoudrecht als schulden moeten worden geboekt (voor belastingplichtigen met een vereenvoudigde boekhouding geldt de opname van openstaande schulden in de jaarlijkse inventaris eveneens als boekhoudkundige verplichting).

(zie ook de parlementaire vragen nr. 1088 van 15 mei 1998 en nr. 457 van 20 september 2000, alsook de arresten van 5 oktober 2004 en 27 juni 2006 van het hof van beroep te Gent, van 17 februari 2009 en 11 juni 2019 van het hof van beroep te Antwerpen en van 15 juli 2019 van het hof van beroep te Bergen).

6. Ik acht het niet opportuun om afwijkende regels in te voeren voor het tijdstip van aftrekbaarheid als beroepskosten van de sociale bijdragen van boekhoudplichtige zelfstandigen.