Parlementaire vraag nr. 272 van de heer Wintgens van 09.02.1993

Bull. nr. 728, pag. 1708

Studiebeurzen toegekend door VZW's - Belastingheffing

VRAAG Verschillende belastingplichtigen uit mijn streek hebben een bericht van wijziging ontvangen van hun aangifte van de personenbelasting voor 1989-1990- 1991 en dit als gevolg van het toekennen van studiebeurzen aan één of meer van hun kinderen door de VZW Autonome Kas van het Petrofina-concern en dit krachtens artikel 26 van het WIB (art. 31, 2°, van het WIB 1992). Die bedragen worden aldus belast als " voordelen van alle aard verkregen uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid ".

Die situatie wekt verbazing, vooral omdat die studiebeurzen aan de student persoonlijk betaald worden met een cheque op naam. De strenge voorwaarden om die toelagen te verkrijgen, worden opgesteld door de VZW, afhankelijk van de gevolgde studie, het bewijs dat men geslaagd is en de leeftijd van de student. Het is dus mogelijk dat die toelagen vrijgesteld worden krachtens artikel 41, § 4, van het WIB (art. 38, 11°, c, van het WIB 1992) als inkomens vrijgesteld omdat ze een sociaal karakter hebben, met andere woorden, " geringe voordelen of gelegenheidsgeschenken verkregen uit hoofde of naar aanleiding van gebeurtenissen die niet rechtstreeks in verband staan met de beroepswerkzaamheid ".

Bovendien heeft een brief van 20 augustus 1991, gestuurd naar de VZW Autonome Kas van het Petrofina-concern door de hoofdcontroleur van de belastingen voor Brussel 1, bevestigd dat die toelagen niet beschouwd konden worden als een inkomen dat belastbaar is ten name van de ouders, maar dat ze ten minste in aanmerking moesten worden genomen op het ogenblik dat de bestaansmiddelen voor de betreffende kinderen bepaald worden.

Bovendien is het mij ter ore gekomen dat belastingplichtigen uit een andere streek, na een schriftelijk en gemotiveerd bezwaar tegen de aanvullende bijdrage aan personenbelasting bij hun regionale directeur voor directe belastingen, die extra belasting niet zullen moeten betalen.

Het zou dus goed zijn dat er één vaste lijn voor alle gewesten wordt getrokken en dat die overal wordt medegedeeld.

ANTWOORD

De door het geachte lid bedoelde toelagen die de VZW Autonome Kas van de Petrofina-group aan de kinderen van de personeelsleden van de groep toekent, zijn op grond van de artikelen 30 en 31 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, belastbare bezoldigingen voor die personeelsleden.

Uit de algemene draagwijdte van die artikelen volgt immers dat de bezoldigingen van werknemers inzonderheid de vergoedingen en toelagen omvatten die, ongeacht de schuldenaar of de benaming ervan en de wijze waarop ze worden vastgesteld en toegekend, zelfs toevallig, uit hoofde of naar aanleiding van het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid zijn verkregen. Daar de toelagen rechtstreeks door de voormelde VZW aan de kinderen zijn betaald ter vervanging van de uitgaven die de ouders normalerwijze overeenkomstig artikel 203 van het Burgerlijk Wetboek moeten overdragen om een passende opleiding aan hun kinderen te geven, volstaat het aan te tonen dat die voordelen voortkomen uit de uitoefening van de beroepswerkzaamheid of er hun oorsprong in vinden om eruit af te leiden dat ze belastbare bezoldigingen zijn.

Anderzijds kunnen het geen sociale voordelen zijn in de zin van artikel 38, 11°, van het voormelde wetboek daar de toegekende voordelen niet als hulp in uitzonderlijke omstandigheden kunnen worden aangemerkt.

Voor het overige wens ik te verduidelijken dat de administratie der Directe Belastingen de passende maatregelen treft om een eenvormige behandeling van de betrokken belastingplichtigen te verzekeren.