Artikel 550, WIB 92
Art. 550, eerste lid, tweede en vierde lid (opgeheven), vroegere derde lid, dat het tweede lid wordt, vroegere negende en tiende lid, die het zevende en achtste lid worden, treedt in werking op 01.01.2028 en is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2029 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 01.01.2028 (art. 11, 1° tot 3° en 5°, en 12, 12de lid, W 25.11.2021 - B.S. 03.12.2021; Numac: 2021033910)
In afwijking van artikel 66, § 1, zijn de beroepskosten met betrekking tot het gebruik van de in artikel 65 bedoelde voertuigen die zijn aangekocht, geleased of gehuurd vóór 1 juli 2023 aftrekbaar tegen een tarief vastgelegd door toepassing van de volgende formule: 120 % - (0,5 % * coëfficiënt * aantal gram CO2 per kilometer), waarbij de coëfficiënt wordt vastgesteld op 1 voor voertuigen met enkel een dieselmotor en op 0,95 voor andere voertuigen. Wanneer het voertuig is uitgerust met een aardgasmotor en een belastbaar vermogen heeft van minder dan 12 fiscale paardenkracht wordt de coëfficiënt verder verlaagd tot 0,90. Het tarief wordt afgerond tot de hogere of lagere tiende, naargelang het cijfer van de honderdsten al dan niet 5 bereikt en kan niet lager zijn dan 50 %, tenzij het een voertuig met een CO2-uitstoot van 200 gram per kilometer of meer betreft of een voertuig waarvan geen gegevens met betrekking tot het CO2-uitstootgehalte beschikbaar zijn bij de Dienst voor Inschrijvingen van Voertuigen, in welk geval het tarief 40 % bedraagt, noch hoger zijn dan 100 %.
(...)
In afwijking van het eerste lid, bedraagt het overeenkomstig het eerste lid, vastgestelde tarief minimum 75 % voor de gedane of gedragen beroepskosten met betrekking tot het gebruik van vóór 1 januari 2018 aangekochte, geleasede of gehuurde voertuigen.
(...)
Indien het in artikel 65 bedoelde voertuig een oplaadbaar hybridevoertuig is als bedoeld in artikel 36, § 2, tiende lid, dat uitgerust is met een elektrische batterij die een energiecapaciteit heeft van minder dan 0,5 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht of een uitstoot heeft van meer dan 50 gram CO2 per kilometer, dan is het in het eerste lid bedoelde in aanmerking te nemen CO2-uitstootgehalte gelijk aan dit van het overeenstemmende voertuig dat uitsluitend voorzien is van een motor die gebruik maakt van dezelfde brandstof. Indien er geen overeenstemmend voertuig bestaat dat uitsluitend voorzien is van een motor die gebruik maakt van dezelfde brandstof, wordt de uitstootwaarde vermenigvuldigd met 2,5. Voor de berekening van de energiecapaciteit, wordt het verkregen resultaat afgerond tot de hogere of lagere tiende, naargelang het cijfer van de honderdsten al dan niet 5 bereikt.
Het in het eerste lid vastgestelde tarief kan niet hoger zijn dan 50 % voor wat betreft de benzine- of dieselkosten met betrekking tot het gebruik van een vanaf 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 aangekocht, geleased of gehuurd oplaadbaar hybridevoertuig.
In afwijking van het eerste lid en van artikel 66, § 1, zijn de minderwaarden met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde voertuigen als beroepskosten aftrekbaar tot de in procenten uitgedrukte verhouding tussen de som van de vóór de verkoop fiscaal aangenomen afschrijvingen, voor elk belastbaar tijdperk beperkt tot 100 %, en de som van de geboekte afschrijvingen voor de overeenstemmende belastbare tijdperken.
De Koning bepaalt wat moet worden verstaan onder overeenstemmend voertuig.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in het eerste lid bedoelde coëfficiënt van toepassing voor voertuigen uitgerust met een aardgasmotor en met een belastbaar vermogen van minder dan 12 fiscale paardenkracht verlagen tot minimum 0,75, en de in het derde lid bedoelde minimale energiecapaciteit verhogen tot maximaal 2,1 kWh per 100 kilogram van het wagengewicht.
Het derde lid is niet van toepassing voor de hybridevoertuigen die worden aangekocht vóór 1 januari 2018.