Parlementaire vraag nr. 42 van de heer Olaerts van 26.07.1995
Bull. nr. 756, pag. 78
Scheiding om gezondheidsredenen - Behandeling
Er zijn huwelijkspartners die om gezondheidsredenen niet op hetzelfde adres verblijven.
1. Mag de fiscus dit gelijkschakelen met "feitelijke scheiding"?
2. Wat is de fiscale praktijk (zie ook antwoord op vraag nr. 667 van 25 augustus 1993 van de heer Dupré, Vragen en Antwoorden, Kamer, nr. 78, 1993-1994, van 12 oktober 1993, blz. 7425 waarin gesteld is dat het gezin zou voortbestaan)?
3. Welke maatregelen dringen zich op?
ANTWOORD
1. Wanneer één van de echtgenoten in een verzorgingsinstelling is opgenomen, moet doorgaans worden aangenomen dat die echtgenoot slechts tijdelijk uit de gemeenschappelijke gezinswoning verwijderd leeft en dat de gezinsband niet verbroken is. Is de door de gezondheidstoestand van één der echtgenoten veroorzaakte breuk in het gezinsleven duurzaam, zo niet onomkeerbaar, dan mag worden aangenomen dat het geen tijdelijke afwezigheid van die echtgenoot uit de gemeenschappelijke gezinswoning betreft en dat de betrokkenen feitelijk gescheiden zijn. Alsdan worden de echtgenoten overeenkomstig artikel 128, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vanaf het jaar volgend op dat waarin die duurzame breuk plaatsgreep als afzonderlijke belastingplichtigen beschouwd die geen deel meer uitmaken van hetzelfde gezin.
2. Voormelde principes worden ook aangehaald in het antwoord op de door het geacht lid geciteerde parlementaire vraag, waarin dus niet enkel is gesteld dat het gezin voor de toepassing van de inkomstenbelastingen steeds zou blijven voortbestaan wanneer één van de echtgenoten in een verzorgingsinstelling is opgenomen.
In de praktijk moet aan de hand van de feitelijke omstandigheden worden nagegaan of de door de gezondheidstoestand veroorzaakte breuk in het gezinsleven al dan niet definitief is om uit te maken of de echtgenoten al dan niet feitelijk gescheiden zijn en afzonderlijk als alleenstaande of tesamen moeten worden belast.
3. Aangezien de administratieve onderrichtingen ter zake voldoende duidelijk zijn en bovendien onlangs zijn geactualiseerd, is een gelijke behandeling van alle belastingplichtigen die zich in een gegeven situatie bevinden in de mate van het mogelijke, verzekerd en dringen zich geen bijkomende maatregelen op.