Commentaar van art. 155, WIB 92
Onderafdeling IV - Vermindering voor inkomsten uit het buitenland
Art. 155, WIB 92
155/0 | |
155/1 | |
155/2 | |
155/3-5 | |
155/3 | |
155/4-5 | |
V. BUITENLANDSE INKOMSTEN DIE TEGEN HET VERLAAGDE TARIEF BELASTBAAR ZIJN | 155/6-28 |
155/6 | |
155/7-9 | |
C. Inkomsten waarvoor de vermindering niet van toepassing is | 155/10-12 |
155/13-28 | |
VI. VASTSTELLING VAN HET NETTOBEDRAG VAN DE BUITENLANDSE INKOMSTEN | 155/29 |
155/30-32 | |
155/30 | |
155/31-32 |
Nummer 155/0
Met het oog op een rationele indeling van de te behandelen stof, worden de art. 155 en 156, WIB 92, hierna samen besproken.
Nummer 155/1
Art. 155. - Inkomsten die krachtens internationale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting zijn vrijgesteld, komen in aanmerking voor het bepalen van de belasting, maar deze wordt verminderd naar de verhouding tussen de inkomsten die zijn vrijgesteld en het geheel van de inkomsten.
Art. 156. - Tot de helft wordt verminderd het deel van de belasting dat evenredig overeenstemt :
1° met inkomsten van in het buitenland gelegen onroerende goederen;
2° met in het buitenland behaalde en belaste beroepsinkomsten, met uitzondering van de inkomsten van roerende goederen en kapitalen die de belastingplichtige gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid in inrichtingen waarover hij in België beschikt; op bezoldigingen van bestuurders en werkende vennoten is deze bepaling slechts van toepassing in zover die inkomsten uit hoofde van een werkzaamheid die de verkrijgers ten behoeve van in het buitenland gelegen inrichtingen uitoefenen, op de resultaten van die inrichtingen worden toegerekend;
3° met de hierna vermelde diverse inkomsten :
a) in het buitenland behaalde en belaste winst of baten;
b) prijzen, subsidies, renten of pensioenen ten laste van vreemde openbare machten of openbare instellingen;
c) onderhoudsuitkeringen ten laste van niet-rijksinwoners.
Nummer 155/2
De art. 155 en 156, WIB 92, regelen de belastingheffing met betrekking tot bepaalde buitenlandse inkomsten.
Art. 155, WIB 92, stelt dat de buitenlandse inkomsten die krachtens internationale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting in België vrijgesteld zijn, in aanmerking komen voor het bepalen van de belasting, maar dat de belasting wordt verminderd naar de verhouding tussen die vrijgestelde inkomsten en het geheel van de inkomsten. In de praktijk betekent dit dat het deel van de PB dat op dergelijke vrijgestelde buitenlandse inkomsten betrekking heeft, tot nul wordt teruggebracht. Een gelijkaardige regeling geldt voor sommige ambtenaren van internationale organisaties.
Art. 156, WIB 92, bepaalt daarentegen dat het deel van de PB dat betrekking heeft op sommige buitenlandse inkomsten die in België niet van belasting zijn vrijgesteld, tot de helft wordt verminderd.
IV. BIJ VERDRAG VRIJGESTELDE INKOMSTEN
Nummer 155/3
Hier worden de buitenlandse inkomsten bedoeld die vrijgesteld zijn krachtens internationale overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting.
Voor meer bijzonderheden dienaangaande wordt verwezen naar de bepalingen van de overeenkomsten die zijn gepubliceerd in het Wetboek, Deel V, Internationale Overeenkomsten, rubriek 1: "Algemene overeenkomsten tot voorkoming van dubbele belasting".
De in het eerste lid vermelde inkomsten komen krachtens art. 155, WIB 92, in aanmerking voor het bepalen van de belasting, maar de op die inkomsten betrekking hebbende belasting wordt verminderd naar de verhouding tussen de vrijgestelde inkomsten en het geheel van de inkomsten.
Voor de eigenlijke berekening van de belasting wordt verwezen naar 155/30 tot 32.
B. AMBTENAREN VAN INTERNATIONALE ORGANISATIES
1. Vrijgestelde inkomsten zonder progressievoorbehoud
Nummer 155/4
Behoudens andersluidende bepalingen van de desbetreffende overeenkomsten, komen de vrijgestelde inkomsten van internationale ambtenaren niet in aanmerking voor het bepalen van de belasting (Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 16.12.1960, Humblet, Bull. 373, blz. 418).
Zulks geldt eveneens voor invaliditeits-, rust- en overlevingspensioenen, betaald door de Europese Gemeenschappen (thans Europese Unie) en door de Europese Investeringsbank (*).
[(*) Zie verordering (EURATOM, EGKS, EEG) nr.549/69 van de raad van 25.03.1969 (Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 74/1 van 27.03.1969).]
2. Vrijgestelde inkomsten met progressievoorbehoud
Nummer 155/5
Sommige door België ondertekende overeenkomsten bepalen uitdrukkelijk dat de vrijgestelde bezoldigingen van internationale ambtenaren in aanmerking moeten worden genomen voor het bepalen van de belasting die van toepassing is op de belastbare inkomsten van de betrokkenen.
Dit is o.m. het geval met de wedden en emolumenten die aan de ambtenaren en personeelsleden of aan sommigen onder hen worden betaald of toegekend door de hiernavermelde organisaties :
- Centrum voor Industriële Ontwikkeling;
- Eurocontrol;
- Europees Centrum voor weervoorspellingen op middellange termijn;
- Europees Ruimte-Agentschap (ERA);
- Europees Universitair Instituut;
- Europese Octrooiorganisatie;
- Europese organisatie voor de ontwikkeling en de vervaardiging van dragers voor Ruimtetuigen (ELDO) [Vervangen door ERA met ingang van 30.10.1980];
- Europese organisatie voor Ruimteonderzoek (ESRO) [Vervangen door ERA met ingang van 30.10.1980];
- Intergouvernementele Commissie voor Europese migratie (ICEM);
- Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF).
Voor een volledig overzicht en een volledige detaillering van de voor het bepalen van de belasting in aanmerking te nemen inkomsten van internationale ambtenaren, wordt evenwel verwezen naar de bepalingen van de overeenkomsten die zijn gepubliceerd in het Wetboek, Deel V, Internationale Overeenkomsten, rubriek 4 : "Overeenkomsten betreffende internationale organisaties en zetelakkoorden", alsook naar de samenvattende tabel vooraan in die rubriek.
V. BUITENLANDSE INKOMSTEN DIE TEGEN HET VERLAAGDE TARIEF BELASTBAAR ZIJN
Nummer 155/6
Onverminderd de toepassing van de dubbelbelastingverdragen, worden de buitenlandse inkomsten van een rijksinwoner in de belastbare grondslag van de PB opgenomen, doch het deel van die belasting dat met sommige ervan overeenstemt, wordt tot de helft verminderd (art. 156, WIB 92).
Aldus wordt de dubbele belasting die de vermelde inkomsten in België treft wanneer ze in het land van herkomst reeds een belasting hebben ondergaan, gedeeltelijk ongedaan gemaakt.
B. INKOMSTEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR DE VERMINDERING
1. Inkomsten van onroerende goederen
Nummer 155/7
De inkomsten van in het buitenland gelegen onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die als zodanig belastbaar zijn (m.a.w. inkomsten van onroerende goederen die de belastingplichtige niet voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid gebruikt), komen in aanmerking voor de in art. 156, WIB 92, vermelde vermindering.
2. Beroepsinkomsten
Nummer 155/8
De in art. 156, WIB 92, vermelde vermindering geldt eveneens voor in het buitenland behaalde en belaste beroepsinkomsten, met inbegrip van :
- inkomsten die de belastingplichtige heeft verkregen uit zijn in het buitenland gelegen en aldaar tot het uitoefenen van zijn eigen beroepswerkzaamheid gebruikte of beroepsmatig verhuurde onroerende goederen;
- de inkomsten van roerende goederen en kapitalen die de belastingplichtige gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid in de inrichting(en) waarover hij in het buitenland beschikt.
Hierbij wordt evenwel opgemerkt dat de bezoldigingen van bestuurders van kapitaalvennootschappen en van werkende vennoten van personenvennootschappen, slechts als in het buitenland behaalde en belaste beroepsinkomsten in aanmerking komen, in zover die bezoldigingen op de resultaten van de inrichtingen, waarover de vennootschap die de inkomsten betaalt in het buitenland beschikt, worden toegerekend uit hoofde van een door de verkrijgers ten behoeve van die inrichtingen uitgeoefende werkzaamheid.
3. Diverse inkomsten
Nummer 155/9
Wat de diverse inkomsten betreft, komen slechts de hiernavolgende inkomsten in aanmerking voor de in art. 156, WIB 92, vermelde vermindering:
1° de occasionele winst en baten, als bedoeld in art. 90,1°, WIB 92, die in het buitenland zijn behaald en belast;
2° de prijzen, subsidies, renten of pensioenen, als bedoeld in art. 90, 2°, 1e lid, WIB 92, ten laste van vreemde openbare machten of openbare instellingen;
3° de onderhoudsuitkeringen als bedoeld in art. 90, 3° en4°, WIB 92, ten laste van niet-rijksinwoners.
C. INKOMSTEN WAARVOOR DE VERMINDERING NIET VAN TOEPASSING IS
1. Inkomsten van roerende goederen en kapitalen en diverse inkomsten
Nummer 155/10
De in art. 156, WIB 92, vermelde vermindering is niet van toepassing op de PB die verband houdt met:
1° de inkomsten van roerende goederen en kapitalen die als zodanig belastbaar zijn;
2° de inkomsten van roerende goederen en kapitalen van buitenlandse oorsprong, die voortkomen van activa die de belastingplichtige gebruikt voor het uitoefenen van zijn beroepswerkzaamheid in inrichtingen waarover hij in België beschikt;
3° de in art. 90, 5°, WIB 92, vermelde inkomsten uit de onderverhuring of de overdracht van huur van onroerende goederen, of uit de concessie van het recht om plakbrieven of andere reclamedragers te plaatsen op een plaats die van nature onroerend is en die niet gelegen is binnen de omheining van een sportinrichting;
4° de in art. 90, 6°, WIB 92, vermelde loten van effecten van leningen;
5° de in art. 90, 7°, WIB 92, vermelde opbrengsten uit de verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrecht.
Die inkomsten zijn dus in de PB tegen het volle tarief belastbaar.
[Aan de eventuele internationale dubbele belasting van sommige van die inkomsten wordt verholpen door verrekening van het FBB (zie 276/36 tot 47).]
2. Afzonderlijk belaste inkomsten
Nummer 155/11
De aandacht wordt erop gevestigd dat de vermindering niet van toepassing is op de PB betreffende buitenlandse inkomsten die werkelijk afzonderlijk tegen een bijzondere aanslagvoet worden belast ingevolge art. 171, WIB 92, daar die wetsbepaling afwijkt van alle in de art. 130 tot 168, WIB 92 vermelde regels (zie evenwel 171/279 en 297).
3. Bezoldigingen van Belgische grensarbeiders
Nummer 155/12
De bezoldigingen behaald in Frankrijk, Nederland of Duitsland door grensarbeiders die rijksinwoners zijn, blijven in België tegen de normale aanslagvoet belastbaar in de PB .
[Wat de ziekte- en invaliditeitsverzekering betreft die in uitvoering van de Duitse sociale wetgeving zijn toegekend, wordt opgemerkt dat de vermindering van 50 % ter zake evenmin van toepassing is; die inkomsten komen daarentegen wel in aanmerking voor de in 155/3 vermelde vermindering.]
D. VOORWAARDEN TOT VERMINDERING
1. Inkomsten van onroerende goederen
Nummer 155/13
Het is voldoende dat het onroerend goed in het buitenland is gelegen.
Het deel van de PB dat evenredig overeenstemt met inkomsten die belastbaar zijn als inkomsten van in het buitenland gelegen onroerende goederen - d.w.z. met uitsluiting van de onroerende goederen gebruikt voor het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid in het buitenland - wordt dus steeds tot de helft verminderd, zelfs indien die inkomsten in België worden ontvangen of in het buitenland van belasting zijn vrijgesteld.
2. Beroepsinkomsten
a) Algemeen
Nummer 155/14
De vermindering wordt slechts toegestaan onder de dubbele voorwaarde, dat de beroepsinkomsten in het buitenland zijn behaald en belast.
De belastingplichtige moet aantonen dat aan die dubbele voorwaarde is voldaan.
b) Behaald in het buitenland
Principe
Nummer 155/15
Beroepsinkomsten zijn in het buitenland behaald, wanneer ze voortkomen van een in het buitenland uitgeoefende beroepswerkzaamheid.
Bedoelde inkomsten
Nummer 155/16
Inkomsten die voortkomen van een in het buitenland uitgeoefende beroepswerkzaamheid zijn o.a.:
- winst behaald in een in het buitenland gelegen inrichting;
- winst van een in het buitenland rondreizend of op foren, markten, enz. uitgeoefende beroepswerkzaamheid;
- baten behaald ingevolge een in het buitenland uitgeoefend vrij beroep of winstgevende bezigheid;
- bezoldigingen als bedoeld in art. 23, § 1, 4°, WIB 92, betaald voor een in het buitenland uitgeoefende beroepswerkzaamheid, onverminderd het bepaalde in 155/8, 2e lid en 155/17.
Als behaald in het buitenland moeten eveneens worden beschouwd :
- inkomsten van onroerende goederen en inkomsten van roerende goederen en kapitalen met beroepskarakter als bedoeld in 155/8, 1e lid;
- winst uit een inrichting in het buitenland;
- winst voortkomend van de cessie van een in het buitenland gelegen inrichting, niettegenstaande de cessieverrichtingen van uit de Belgische zetel van de onderneming worden afgehandeld of beslist;
- auteursrechten betaald voor in het buitenland gedane uitvoeringen, opvoeringen, reprodukties, enz.
Niet bedoelde inkomsten
Nummer 155/17
In het toepassingsgebied van art. 156, WIB 92, vallen evenwel niet :
- de "tantièmes" van bestuurders van aan de Ven.B onderworpen kapitaalvennootschappen (die inkomsten worden geacht in de maatschappelijke zetel te zijn verkregen);
- de bezoldigingen die een bestuurder of een werkend vennoot van een binnenlandse vennootschap heeft verkregen voor prestaties die hij heeft geleverd ten behoeve van de buitenlandse inrichting van die vennootschap, indien die bezoldigingen niet als beroepskosten van de buitenlandse inrichting, doch wel van de hoofdzetel in België, in aftrek zijn aangenomen.
Nummer 155/18
De winst die voortkomt van verrichtingen die de belastingplichtige zelf leidt vanuit zijn Belgische zetel van onderneming (centrum van waaruit alle onderrichtingen vertrekken en waar alle resultaten samenvloeien), zonder bemiddeling van agenten of inrichtingen in het buitenland, wordt evenmin als een in het buitenland behaald beroepsinkomen aangemerkt.
Aldus is de winst die door een Belgische nijverheids-, handels- of landbouwonderneming wordt verwezenlijkt door de verkoop in het buitenland, zonder bemiddeling van agenten of inrichtingen aldaar, van handelsgoederen of van Belgische of buitenlandse effecten, het gevolg van een werkzaamheid die niet in het buitenland, maar essentieel in België wordt uitgeoefend, zodat die winst voor de toepassing van art. 156, WIB 92, niet kan worden beschouwd als in het buitenland behaald (zie Cass., 21.4.1964, SV Finadandi, Bull. 420, blz. 1211).
Dit is ook het geval met meerwaarden die voortvloeien uit de terugbetaling van aandelen van buitenlandse vennootschappen (zie 44/51), wanneer de effecten waarop de meerwaarden betrekking hebben niet zijn gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de belastingplichtige in het buitenland.
Bijzonder geval : zeelieden
Nummer 155/19
Krachtens het beginsel dat een zeeschip moet worden beschouwd als een verlengstuk van het land waarvan het de vlag voert, moet worden aangenomen dat zeelieden die in dienst zijn op een schip dat onder de vlag van een bepaald land vaart, de inkomsten die hun uit dien hoofde worden betaald in dat land behalen.
c) Belast in het buitenland
Principe
Nummer 155/20
Een inkomen is in de zin van art. 156, WIB 92, belast in het buitenland, wanneer het de normale aanslagregeling heeft ondergaan die in het land van herkomst op dat inkomen van toepassing is.
Het is daarbij van geen belang :
- welke vorm de buitenlandse inkomstenbelastingen aannemen : cedulaire of globale belasting, patentrecht, belasting op werkelijke of forfaitaire grondslag, enz.;
- dat sommige bestanddelen van dat inkomen die in België belastbaar zijn dat niet zijn in het land van herkomst (b.v. bepaalde uitgaven of liberaliteiten) of aldaar uitdrukkelijk van belasting zijn vrijgesteld (b.v. sociale vrijstellingen) (zie Cass., 15.9.1970, NV Sidro, Bull. 489, blz. 1679).
Bewijs
Nummer 155/21
In de praktijk moet het bewijs van de belasting in het land van herkomst niet worden geëist voor:
- inkomsten uit onroerende goederen als bedoeld in 155/8, 1e lid;
- regelmatige bezoldigingen betaald in het buitenland door een aldaar gevestigde werkgever.
Nummer 155/22
In de andere gevallen moet het bewijs van de belasting in het land van herkomst door de belastingplichtige in principe wel worden voorgelegd.
Dit bewijs moet evenwel niet systematisch worden geëist, doch alleen ingeval er ernstige twijfel over bestaat of de inkomsten in het buitenland zijn belast.
Bij de beoordeling van de voorgelegde bescheiden mag men zich niet te streng tonen. Bij gelijkblijvende omstandigheden, moet het bewijs, eens gevraagd, niet meer worden geëist voor de volgende jaren.
Bijzonder geval: bezoldigingen verkregen wegens een werkzaamheid in een land buiten Europa
Nummer 155/23
Met betrekking tot de in art. 30, 1°, WIB 92, bedoelde bezoldigingen die door Belgen (1) worden verkregen wegens de uitoefening van een werkzaamheid als arbeider, bediende, technicus, kaderlid, ontwikkelingshelper, ambtenaar, enz. in een land buiten Europa (2), gelden de volgende regels.
[(1) Hetzelfde geldt voor werknemers van vreemde nationaliteit die de hoedanigheid van Belgische rijksinwoner op de datum waarop zij naar het buitenland zijn vertrokken om een beroepswerkzaamheid uit te oefenen in een ander land dan dat waarvan zij de nationaliteit bezitten.]
[(2) In principe zijn die regels beperkt tot de werkzaamheden die worden uitgeoefend in een land buiten Europa waarmee België geen dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, maar zij mogen ook worden toegepast voor ontwikkelingshelpers die door het ABOS, de VVOB of APEFE worden bezoldigd en werken in een ontwikkelingsland buiten Europa waarmee België wel een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten.]
Er mag zonder meer worden aangenomen dat de hierna vermelde gedeelten van de bezoldigingen in het buitenland zijn belast :
- ontwikkelingshelpers bezoldigd door het ABOS (Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking) en leden van het Belgisch Korps van de militaire samenwerking met Zaïre, Rwanda en Burundi : volledig bedrag betaald in plaatselijke munt;
- ontwikkelingshelpers bezoldigd door de VVOB, APEFE of een NGO : ofwel 30 % van de totale belastbare brutobezoldigingen, vooreerst verminderd met de verplichte Belgische en/of buitenlandse sociale lasten, zomede met de in het buitenland eventueel op de bezoldigingen betaalde belastingen, ofwel, indien dit meer bedraagt, het bedrag van de bezoldigingen, verminderd met de sociale lasten en belastingen, betaald door de buitenlandse (overheids)dienst waarmede een arbeidsovereenkomst is gesloten;
- andere werknemers : 30 % van de belastbare brutobezoldigingen, vooreerst verminderd met de verplichte Belgische en/of buitenlandse sociale lasten zomede met de in het buitenland eventueel op de bezoldigingen betaalde belastingen.
Indien de belastingplichtige overeenkomstig 155/22 bewijst dat een groter deel van zijn bezoldigingen in het buitenland is belast, moet voor de toepassing van art. 156, WIB 92, met het werkelijke bedrag van de in het buitenland belaste bezoldigingen rekening worden gehouden.
In dit geval moet dus het bewijs worden overgelegd dat er in het land van herkomst op de bezoldigingen wel degelijk een belasting op het inkomen is geheven.
Nummer 155/23.1
Voorbeeld (aj. 1996)
Gegevens
Een alleenstaande ontwikkelingshelper (rijksinwoner) met twee kinderen ten laste, tewerkgesteld in Senegal en bezoldigd door de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand (VVOB), heeft in 1995 de volgende beroepsinkomsten verkregen :
- VVOB-bezoldiging in Belgische frank: 900.000 F
- bezoldiging door plaatselijke werkgever, omgezet in BF: 300.000 F
Totaal 1.200.000 F
De ingehouden bedrijfsvoorheffing bedraagt 180.000 F. Bovendien verkreeg de betrokkene een startpremie van 24.000 F en een koopkrachtvergoeding van 125.000 F (niet belastbare vergoeding). De gemeentelijke opcentiemen bedragen 7 %.
Vaststelling van het gezamenlijk belastbaar inkomen
Belastbare brutobezoldiging (code 250): 1.200.000 F
Berekening van de beroepskosten:
1° gewone forfaitaire beroepskosten (zie 51/18):
- 20 % van de eerste schijf van 165.000 F: 33.000 F
- 10 % van de schijf van 165.000 F tot 330.000 F: 16.500 F
- 5 % van de schijf van 330.000 F tot 550.000 F: 11.000 F
- 3 % van de schijf boven 550.000 F, zijnde 650.000 F x 3 %: 19.500 F
Totaal 80.000 F
Over te dragen: 1.200.000 F
Overdracht: 1.200.000 F
2° bijzondere forfaitaire beroepskosten:
(1.200.000 F x 30 %) = 360.000 F (zie 51/33)
Totaal van de beroepskosten:
80.000 F + 360.000 F = 440.000 F - 440.000 F
Gezamenlijk belastbaar inkomen: 760.000 F
Berekening van de belasting:
1. Basisbelasting
De basisbelasting (zie 130/7) op 760.000 F bedraagt:
- 25 % voor de inkomensschijf van 1 F tot 253.000 F: 63.250 F
- 30 % voor de inkomensschijf van 253.000 F tot 335.000 F: 24.600 F
- 40 % voor de inkomensschijf van 335.000 F tot 478.000 F: 57.200 F
- 45 % voor de inkomensschijf van 478.000 F tot 760.000 F: 126.900 F
Totaal: 271.950 F
Basisbelasting op 760.000 F: 271.950 F
2. Belastingverminderingen op de belastingvrije som
Basisbedrag van de belastingvrije som (alleenstaande) (zie 131/2) : 196.000 F
Verhoging van de belastingvrije som voor 2 kinderen ten laste (zie 131/8) : 107.000 F
Totaal : 303.000 F
Over te dragen : 271.950 F
Overdracht: 271.950 F
Belasting op de belastingvrije som:
- 25 % voor de inkomensschijf van 1 F tot 253.000 F: 63.250 F
- 30 % voor de inkomensschijf van 253.000 F tot 303.000 F: 15.000 F
Belastingvermindering op de belastingvrije som: - 78.250 F
3. Om te slane belasting (zie 130/7): 193.700 F
4. Vermindering voor inkomsten verlaagd tarief
- Gedeelte van de belastbare brutobezoldigingen dat wordt geacht in het buitenland te zijn behaald en belast (zie 155/23): 1.200.000 F x 30 % = 360.000 F
- Beroepskosten m.b.t. dat gedeelte van de bezoldigingen:
440.000 F x 360.000 F/1.200.000 F = 132.000 F
- Gedeelte van de nettobezoldigingen dat wordt geacht in het buitenland te zijn behaald en belast: 360.000 F - 132.000 F = 228.000 F.
- Berekening van de vermindering voor inkomsten verlaagd tarief:
Om te slane belasting x nettobezoldiging die wordt geacht in het buitenland te zijn behaald en belast
Totale netto-inkomen
193.700 F x 225.000 F = 58.110 F
760.000 F
waarop de vermindering tot de helft van toepassing is: - 29.055 F
5. Hoofdsom: 164.645 F
6. Aanvullende crisisbijdrage: 3 % op 164.645 F: 4.939 F
7. Bedrijfsvoorheffing: - 180.000 F
8. Saldo Staat: - 10.416 F
9. Aanvullende gemeentebelasting: 7 % op 164.645 F: 11.525 F
10. Te betalen: 1.109 F
Rekening houdende met de gegevens van het voorbeeld, moet de belastingplichtige:
- het totale bedrag van zijn brutobezoldigingen (900.000 F + 300.000 F = 1.200.000 F) in vak II, rubriek A, 4 tegenover code 250 vermelden);
- het totale bedrag van zijn beroepskosten (440.000 F), d.w.z. de gewone (80.000 F) en de bijzondere forfaitaire beroepskosten (360.000 F, zijnde 30 % van 1.200.000 F), in vak II, rubriek A, 11 tegenover code 258 vermelden;
- in een bij de aangifte te voegen bijlage de gedetailleerde berekening van de beroepskosten vermelden, met verwijzing naar nr. 30, circ. van 05.03.1992, Ci. RH 241/424.903 (zie ook 51/33);
- de bezoldiging die wordt geacht in het buitenland te zijn behaald en belast (zie 155/23), namelijk 360.000 F (1.200.000 F x 30 %) vermelden in vak II, rubriek M, b.
Rekening houdende met de cijfergegevens van het voorbeeld, moeten de volgende gegevens in het gegevensborderel (239 A, aj. 1996) worden opgenomen:
- Code 021: 2
- Code 250: 1.200.000
- Code 258: 440.000
- Code 286: 180.000
- Rubriek 14: Ink. Tarief 1/2 code 990
Bedrag code 360.000 250 132.000 258
Voor de correcte berekening van de vermindering voor inkomsten verlaagd tarief, is het noodzakelijk dat in rubriek 14 van het gegevensborderel - code 990, zowel het bedrag en de code van de in het buitenland behaalde en belaste inkomsten (360.000 F, code 250) als het bedrag en de code van de op die inkomsten betrekking hebbende beroepskosten (132.000 F, code 258) worden vermeld.
Opmerking
Wanneer de betrokkene tijdens het belastbare tijdperk bezoldigingen heeft verkregen die voortkomen van een in het buitenland uitgeoefende werkzaamheid waarop de bepalingen opgenomen in 51/31 tot 34 en 155/23 van toepassing zijn, alsook bezoldigingen die voortkomen van een in België uitgeoefende werkzaamheid, moeten voor de berekening van de vermindering verlaagd tarief in rubriek 14 - code 990 van het gegevensborderel (239 A, aj. 1996) de volgende gegevens worden vermeld:
- het gedeelte van de belastbare brutobezoldigingen dat wordt geacht in het buitenland te zijn behaald en belast en de code 250 (zie 155/23);
- het bedrag van de op die inkomsten betrekking hebbende beroepskosten en de code 258.
Opgelet!
Het bedrag van de hier te vermelden beroepskosten moet als volgt worden vastgesteld:
(A + B) x C
D
A = het bedrag van de bijzondere beroepskosten (30 %, beperkt tot 450.000 F - zie 51/33, 3°);
B = het gedeelte van de gewone beroepskosten dat betrekking heeft op de totale bezoldigingen die voortkomen van de in het buitenland uitgeoefende werkzaamheid waarop de bepalingen opgenomen in 51/31 tot 34 en 155/23 van toepassing zijn);
C = het gedeelte van de belastbare brutobezoldigingen dat wordt geacht in het buitenland te zijn behaald en belast;
D = het totale bedrag van de belastbare brutobezoldigingen die voortkomen van de in het buitenland uitgeoefende werkzaamheid waarop de bepalingen opgenomen in 51/31 tot 34 en 155/23 van toepassing zijn.
3. Diverse inkomsten
a) Occasionele winst en baten
Algemeen
Nummer 155/24
De vermindering wordt slechts toegestaan onder de dubbele voorwaarde, dat de occasionele winst en baten in het buitenland zijn behaald en belast (zie evenwel 155/11).
De belastingplichtige moet aantonen dat aan die dubbele voorwaarde is voldaan.
Behaald in het buitenland
Nummer 155/25
Occasionele winst of baten zijn in het buitenland behaald indien zij voortkomen van door de belastingplichtige aldaar geleverde prestaties, aldaar gedane verrichtingen of speculaties, aldaar aan derden bewezen diensten.
Belast in het buitenland
Nummer 155/26
Wat de notie "belast in het buitenland" betreft, houdt men zich aan de regels uiteengezet in 155/20.
Het bewijs van de belasting in het land van herkomst moet door de belastingplichtige worden voorgelegd.
b) Prijzen, subsidies, renten of pensioenen zonder beroepskarakter
Nummer 155/27
De vermindering is verworven indien de belastbare bedragen ten laste zijn van een vreemde openbare macht of een openbare instelling. Geen enkele andere voorwaarde - belasting in het buitenland b.v. - is vereist.
c) Onderhoudsuitkeringen
Nummer 155/28
Voor de toepassing van de vermindering op die uitkeringen is slechts één voorwaarde gesteld : ze moeten ten laste zijn van een persoon die niet als rijksinwoner kan worden beschouwd. Ook hier moet niet worden aangetoond dat er in het buitenland een belasting op deze onderhoudsuitkeringen is geheven.
VI. VASTSTELLING VAN HET NETTOBEDRAG VAN DE BUITENLANDSE INKOMSTEN
Nummer 155/29
Het nettobedrag van de vrijgestelde buitenlandse inkomsten dat in aanmerking komt voor het bepalen van de belasting of van de buitenlandse inkomsten die belastbaar zijn tegen het verlaagde tarief, wordt bepaald met inachtneming van alle regels die gelden voor de vaststelling van de grondslag van de PB.
Dit betekent dat die inkomsten in aanmerking komen voor hun nettobedrag, vast te stellen overeenkomstig de eigen regels die gelden voor elke inkomstengroep (inkomsten van onroerende goederen, inkomsten van roerende goederen en kapitalen, beroepsinkomsten, enz.). Dit noodzaakt, inzonderheid wat de beroepsinkomsten betreft, de toepassing van sommige bijzondere regels betreffende o.m. de omdeling van de aftrekbare beroepskosten, de eventuele toekenning van een meewerkinkomen en/of de toerekening van een huwelijksquotiënt bij echtgenoten, alsmede de wijze van aanrekening van de beroepsverliezen (voor meer bijzonderheden, zie commentaar op art. 23, § 2, WIB 92).
VII. VASTSTELLING VAN DE WERKELIJK VERSCHULDIGDE BELASTING WANNEER HET BELASTBARE INKOMEN BUITENLANDSE INKOMSTEN OMVAT
Nummer 155/30
De werkelijk verschuldigde belasting (= hoofdsom) wordt verkregen door van de verminderde basisbelasting, d.w.z. de om te slane belasting na gebeurlijke toepassing van de art. 146 tot 154, WIB 92 (verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten), de verminderingen voor inkomsten van buitenlandse oorsprong af te trekken.
Die verminderingen bedragen:
- 100 % van het deel van de verminderde basisbelasting dat betrekking heeft op de vrijgestelde buitenlandse inkomsten die in aanmerking komen om de belasting te bepalen (zie 155/3 en 155/5);
- 50 % van het deel van de verminderde basisbelasting dat betrekking heeft op de buitenlandse inkomsten die tegen het verlaagde tarief belastbaar zijn (zie 155/6 tot 28).
Voorbeeld 1
Nummer 155/31
Echtpaar zonder gezinslasten.
Vaststelling van de aanslagbasissen
Nettoberoepsinkomen:
- Belgische winst (man): 1.250.000 F
- tegen verlaagd tarief belastbare bezoldigingen van bestuurder (man): 500.000 F
1.750.000 F
- bij verdrag vrijgestelde buitenlandse bezoldigingen (vrouw): 950.000 F
Totaal netto-inkomen (2.700.000 F): 1.750.000 F
950.000 F
Aftrekbare bestedingen:
- Gemeenschappelijke onderhoudsuitkeringen
(320.000 F x 80 % = 256.000 F): - 165.926 F [1] - 90.074 F[2]
[1] 256.000 F x 1.750.000 / 2.700.000 = 165.926 F
[2] 256.000 F x 950.000 / 2.700.000 = 90.074 F
Resterend gezinsinkomen: 1.584.074 F
Afgezonderd beroepsinkomen: 859.926 F
Berekening van de belasting
1° Afgezonderd beroepsinkomen:
- basisbelasting op 859.926 F: 140.850 F + (859.926 F - 478.000 F) x 45 % = 316.917 F
- belasting op 154.000 F: 154.000 F x 25 % = - 38.500 F
- verschil: 278.417 F
2° Resterend gezinsinkomen:
- basisbelasting op 1.584.074 F: 424.950 F + (1.584.074 F - 1.100.000 F) x 50 % = 666.987 F
- belasting op 154.000 F: 154.000 F x 25 % = - 38.500 F
- verschil : 628.487 F
3° Om te slane belasting: 278.417 F + 628.487 F = 906.904 F
Omslag van de belasting
Daar de van het totale netto-inkomen aftrekbare bestedingen uitsluitend gemeenschappelijke bestedingen zijn, kan de omslag van de belasting rechtstreeks op basis van dat totale netto-inkomen geschieden.
Deel van de om te slane belasting met betrekking tot:
- de Belgische winst :
906.904 F x 1.250.000 / 2.700.000 = 419.863 F
- de tegen het verlaagde tarief belastbare bezoldigingen van bestuurder:
906.904 F x 500.000 / 2.700.000 = 167.945 F
vermindering voor buitenlandse inkomsten:
167.945 F x 50 % = - 83.973 F
blijft: 83.972 F
- de bij verdrag vrijgestelde buitenlandse bezoldigingen:
906.904 F x 950.000 / 2.700.000 = 319.096 F
vermindering voor buitenlandse inkomsten (100 %): - 319.096 F
blijft: 0 F
Hoofdsom: 503.835 F
In dit voorbeeld bedraagt de totale vermindering voor buitenlandse inkomsten derhalve:
83.973 F + 319.096 F = 403.069 F.
Voorbeeld 2
Nummer 155/32
Echtpaar met 3 kinderen ten laste (ouder dan 3 jaar).
Geïndexeerd KI eigen woning : 50.000 F (is niet in de belastbare basis opgenomen ingevolge de toepassing van de woningaftrek)
Geïndexeerd KI privé-verhuurde woning (48.100 F x 1,25): 60.125 F
Onderhoudsuitkeringen (verschuldigd door de man): 500.000 F
Uitgaven voor het bouwsparen
- premie van een gemengde levensverzekering (vrouw): 50.000 F
Uitgaven voor het lange termijnsparen
- pensioensparen (vrouw): 180.000 F
22.000 F
Vaststelling van de nettoberoepsinkomsten
Man Vrouw
Belgische Belgische Bij verdrag
winst ZIV-uitkering vrijgesteld pensioen
Nettoberoepsinkomen: 530.000 F 150.000 F 450.000 F
600.000 F
Vaststelling van de aanslagbasissen
Nettoberoepsinkomen: - winst: 530.000 F
- ZIV-uitkering: 150.000 F
- pensioen: 450.000 F
Netto-inkomen van onroerende goederen: 60.125 F
Totaal netto-inkomen (1.190.125 F) : 530.000 F 660.125 F
Aftrekbare bestedingen:
- onderhoudsuitkeringen (man): 500.000 F x 80 % = - 400.000 F
Afgezonderd beroepsinkomen: 130.000 F
Resterend gezinsinkomen: 660.125 F
GBI: 790.125 F
Berekening van de belasting
1° Afgezonderd beroepsinkomen:
- basisbelasting op 130.000 F:
130.000 F x 25 % = 32.500 F
- belasting op 130.000 F:
[Het saldo (154.000 F - 130.000 F = 24.000 F) wordt op het resterend gezinsinkomen aangerekend]
130.000 F x 25 % = - 32.500 F
- verschil: 0 F
2° Resterend gezinsinkomen:
- basisbelasting op 660.125 F:
145.050 F + (660.125 F - 478.000 F) x 45 % = 227.006 F
- belasting op 418.000 F (154.000 F + 240.000 F + 24.000 F): 87.850 F + (418.000 F - 335.000 F) x 40 % = - 121.050 F
- verschil: 105.956 F
- vermindering voor het bouwsparen:
- basisbelasting op 660.125 F: 227.006 F
- basisbelasting op 619.175 F (660.125 F - 40.950 F) [50.000 F, te beperken tot 55.000 F x 15 % + (600.000 F - 55.000 F) x 6 % = 40.950 F]: 145.050 F + (619.175 F - 478.000 F) x 45 % = - 208.579 F
- verschil: - 18.427 F
- vermindering voor het lange termijnsparen :
- basisbelasting op 660.125 F: 227.006 F
- belasting op 178.000 F (154.000 F + 24.000 F): 178.000 F x 25 % = - 44.500 F
- verschil: 182.506 F
- tarief van de vermindering: 182.506 x 100/660.125 = 27,6 met een minimum van 30 %
- bedrag van de vermindering: 22.000 F x 30 % = - 6.600 F
- verschil: 80.929 F
3° Om te slane belasting: 0 F + 80.929 F = 80.929 F
Omslag van de belasting
1e fase
Gedeelte met betrekking tot:
- het afgezonderd beroepsinkomen:
80.929 F x 130.000 / 790.125 = 13.315 F
- het resterend gezinsinkomen: 80.929 F x 660.125 / 790.125 = 67.614 F
- het totaal: 80.929 F
2e fase
Gedeelte met betrekking tot de beroepsinkomsten:
- de winst: 13.315 F x 530.000 / 530.000 = 13.315 F
- de ZIV-uitkering: 67.614 F x 150.000 / 660.125 = 15.364 F
Vermindering (1): - 9.478 F
blijft: 5.886 F
[(1) 86.575 F x 150.000 / 1.190.125 = 10.912 F, te beperken tot 1.320.000 - 790.125 (10.912 F x 1/3) + [(10.912 F x 2/3) x 660.000 = 9.478 F ]
- het buitenlands pensioen: 67.614 F x 450.000 / 660.125 = 46.092 F
vermindering voor pensioenen (2): - 22.875 F
blijft: 23.217 F [(2) 69.653 F x 450.000 / 1.190.125 = 26.337 F, te beperken tot 1.320.000 - 790.125 (26.337 F x 1/3) + [(26.337 F x 2/3) x 660.000 = 22.875 F ]
vermindering voor inkomsten van buitenlandse oorsprong (100 %): 23.217 F x 100 % = 23.217 F blijft: 0 F
- Totaal (met betrekking tot de beroepsinkomsten) : 19.201 F
Gedeelte met betrekking tot de inkomsten van onroerende goederen: 67.614 x 60.125 / 660.125 = 6.158 F
Totaal: 25.359 F