Parlementaire vraag nr. 1110 van de heer Benoît Piedboeuf van 06.07.2022

Kamer, Vragen en Antwoorden, 2021-2022, QRVA 55/091 d.d. 09.09.2022, blz. 224

Vennootschapsbelasting - Investeringsaftrek

VRAAG (van de heer Piedboeuf)

Een venootschap A is eigenaar van een industrieterrein en baat dat uit door diverse diensten aan te bieden aan de bedrijven die er gevestigd zijn. Het koopt een afschrijfbaar activabestanddeel dat in aanmerking komt voor een investeringsaftrek, bijvoorbeeld een vorklift. De vorklift wordt de bedrijven op het industrieterrein ter beschikking gesteld. Artikel 75, 3° van het WIB 92 bepaalt dat de investeringsaftrek niet toepasbaar is op vaste activa indien het recht van gebruik ervan is overgedragen aan een andere belastingplichtige, tenzij de overdracht gebeurt aan een natuurlijke persoon of aan een vennootschap, die zelf aan de voorwaarden, criteria en grenzen voor de toepassing van de investeringsaftrek tegen eenzelfde of een hoger percentage voldoet, die de vaste activa in België gebruikt voor het behalen van winst of baten en die het recht van gebruik daarvan geheel noch gedeeltelijk aan een derde overdraagt. Drie van de vier bedrijven op het industrieterrein in ons voorbeeld zouden kunnen gebruikmaken van de investeringsaftrek als ze de investering zelf gedaan hadden, maar het vierde niet, aangezien deze vennootschap een groot bedrijf is. Kan de vennootschap A in bovenstaand theoretisch voorbeeld gebruikmaken van de investeringsaftrek voor driekwart van de waarde van de investering? Zo niet, waarom niet?

ANTWOORD (van de Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding)

We verwijzen naar het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 1095 van 4 juli 2022 van betrokkene die identiek is aan deze vraag (zie huidig Bulletin).